Door: A. Lemmens.
2021.
De Dovenetel kent vier varianten, de witte, de paarse, de gevlekte en de gele. Hier beperken we ons tot de witte variant. De jonge bladeren en de witte bloemen zijn eetbaar voor de vogels. Ook is er goed thee van te trekken of als bij mengsel in andere thee soorten. Medisch gezien is het een goede aanvulling op het voedsel aanbod van de vogels.
Wetenschappelijke naam: Lamium album.
Engelse naam: White Dead-nettle.
Duitse naam: Weise Taubness.
Franse naam: Ortie blanche.
Lamium is afgeleid uit het Griekse woord lamos wat muil of keelgat betekent. En heeft betrekking op de muilvormige bloemkroon. Album betekent wit.
Het is een overblijvende plant. De knoppen overleven onder de grond. De bloeitijd is van april tot en met september. De hoogte van de plant ligt tussen de 30 en 60 cm. De wortels zijn wortelstokken met ondergrondse uitlopers. De stengels vertakken zich, licht opgaande en zijn vierklant van vorm. De stengels zijn hol en behaard. De stengels liggen vaak op de grond waar ze matten vormen. De bladeren staan gekruist tegenover elkaar, groen van kleur, hartvormig tot eirond, getand en gesteeld. De bloemen zijn tweeslachtig en groeien in de vorm van een krans aan de stengels. Ze zijn wit of zelden roze van kleur. Ze zijn zo’n 2 tot 2,5 cm lang. De kroonbuis is aan de voet gebogen in een S vorm. De bovenlip is sterk behaard. De onderlip heeft twee of drie kleine tandjes. De helmknoppen zijn zwart. Het stuifmeel is bleekgeel van kleur. Er zijn vier meeldraden waarvan er twee langer zijn. De vrucht zijn vierdelige splitvruchten. De zaden zijn langlevend, langer dan vijf jaar en tweelobbig. De bloemen smaken zoet.
– Werkt verzachtend op de slijmvliezen.
– Heeft een bloedzuiverende werking.
– Helpt bij diarree.
– Zuiverend voor de milt.
– Zuiverend voor de nieren.
– Bevordert de spijsvertering.
– Helpt zweren te behandelen.
– Helpt bij schilferende huid.
– Helpt bij jicht.
– Werkt samentrekkend.
– Ontsteking werende werking.
– Werkt bij luchtweg problemen.
De bloem:
– Tanninen.
– Galluszuur.
– Slijmstoffen.
– Triterpeensaponiden.
– Iridoïden.
– Lamalbide.
– Desoxylamalbide.
– Albosiden A en B.
– Cayoptine.
Bladeren enz.:
– Flavonoïden.
– Rutine.
– Tiliroside.
– Chiorogeenzuur.
– Fenylpropaanglycosiden.
– Acteoside.
– Galactosylacteoside.
– Kaliumzouten.
– Aminen histamine.
– Choline.
– Tyramine.
– Methylamine.
– Lamioside.
– Alkaloïde lamiine.
De bloemen zijn zoet van smaak. Vers kunnen de bloemen zo verstrekt worden. Van de bloemen kan thee getrokken worden. Drie bloemen per liter water, een maal per week verstrekken. In de handel is een tinctuur te verkrijgen. 10 druppels per liter water, een maal per week verstrekken. Van de bladeren, in gedroogde vorm, is ook thee te trekken. Een halve dessertlepel per liter water, een maal peer week verstrekken. De jonge bladeren kunnen vers verstrekt worden, een maal per week. De vogels zullen een tijd nodig hebben om er aan te wennen, voor ze het opnemen.
