Mexicosijs

Spinus psaltria

Spinus psaltria 3x

Beschrijving
De geslachten zijn verschillend. Bij de volwassen mannelijke (psaltria) zijn de kop vanaf de snavel tot aan de nek en mantel tot aan de staart zwart of glanzend zwart. De staart heeft (varia hoeveelheden) wit aan de binnenzijde van de staartpennen. Vleugels ook helemaal zwart, met uitzondering van de witte toppen van de grote dekveren, het wit aan de basis van de vleugelpennen vormt bij een gesloten vleugel samen met de brede witte randen en toppen van de overige veren een witte spiegel. Kin en keel naar de buik helder geel, lichter wordend naar de staart. De snavel is spits, bleek bruin of bruinachtig roze van kleur met een grijze punt en groengeel aan de basis van de onderkaak. Pootjes en teentjes donkerbruin. Volwassen vrouwtjes : zonder zwart voorhoofd, kop, nek, mantel, rug en schouders saai olijf groengeel met vage strepen. Romp en bovenstaartdekveren bleker of iets groenachtig. Vleugel en staart tekening gelijk aan de man maar vager en minder duidelijk getekend. Jonge mannetjes kunnen al op vrij jonge leeftijd worden herkend aan het doorkomen van zwarte veertjes op het voorhoofd, kruin, nek en schouders. Gewicht 10,4 – 11,6 gram. De lengte is 9-11 cm en daarmee een van de kleinste vertegenwoordiger van de echte vinken in de hele wereld.

Ringmaat
De ringmaat is 2,5 mm.

Verspreidingsgebied
Het leefgebied is uitgestrekt, van Zuidwest Amerika, Mexico tot aan Noord Peru.

Leefomstandigheden
De sijs komt plaatselijk algemeen voor in de lagere gebieden maar hij kan ook in hogere regionen vertoeven. Hij leeft in struikgewas en in bossen en velden. Men ziet hem ook bij boerderijen, tuinen en boomgaarden in kleine groepen of in paren. In de winter leven ze in grote groepen van wel 50 vogels, en ze komen dan niet hoger dan 300 tot 400 meter. Men ziet ze dan ook vaker in gezelschap van gorzen. In de natuur zijn het rusteloze en schuwe vogels

Voeding in de natuur
Ze voeden zich met boomzaden, bloemenzaad, katoenzaden, misletoezaad, zonnebloempitten, distelzaad, graszaden en de knoppen van planten en ook vaak allerlei bessensoorten

Zang
Deze sijs heeft een typische vragende roep, die steeds harder van toon wordt. In de vlucht klinkt de roep klagelijk. De zang bestaat uit steeds hoger wordende muzikale twinkelingen en daarbij toegevoegd een variatie aan geïmiteerde klanken. Veel nagebootste klanken komen van de lawrencesijs, maar zijn veel minder lang

Trek
Het is meestal een standvogel. Vogels die broedrijp zijn vertrekken meestal naar lager gelegen gebieden om te broeden. In Amerika trekt dit soort ’s winters meestal naar de zuidelijke delen of naar Mexico of in noordelijke richting tot Noord Texas


1-1 Mexicosijzen

1-1 Spinus psaltria of Mexico sijs
*klik op een afbeelding voor een grotere weergave

Ondersoorten
Mexicosijs (Spinus psaltria psaltria).
Dit is de nominaatvorm.
De kop, rug en staart zijn zwart. De zwarte tekening in de hals is van snavel recht naar beneden naar de schoudervleugel. De inkeping van het geel in het zwart tussen nek en schoudervleugel is minder diep dan hij de Jouyisijs, ook wel Yucatansijs genoemd.
De witte vleugeltekening is te vergelijken in vorm met de Yucatan sijs, alleen wat groter.
De staart heeft geen vlaggen, maar wel lichte witte omzomingen van de staartpennen.
Er is weinig wit aan het onderlijf. Onder vleugel aan de zijkant van de buik zit een lichte witte vlek in het geel.

Deze sijs weegt 10,4-11,6 gram.
De lengte is 9-11 cm.
De ringmaat is 2,8 mm.

Wittisijs(Spinus psaltria witti).
Deze sijs lijkt veel op de mexicosijs. De vleugeltekening is in het wit is ook kleiner dan bij de mexicosijs. In de nek komt meer olijfgroen voor dan bij de mexicosijs, maar hij weer minder dan bij de groenrugsijs. Ringmaat 2,5 mm.

Groenrugsijs (Spinus p. hesperophilus)

1-1 Groenrugsijs (Spinus p. hesperophila).
*klik op een afbeelding voor een grotere weergave

Ringmaat 2,5 mm.

Man : De kop van boven zwart, de nek, rug en bovenste dekveren zijn olijfgroen met donker verticale streepjes. In de vleugels komt meer witte tekening voor dan bij de nominaatvorm. De onderbuik is ook witter.

Pop : De kin is licht citroen geel, de rest van het lichaam is beige bruin, de vleugels zijn donkerbruin en de dekveren zijn lichtbeige omzoomd net als de vleugelpennen. De poten zijn licht bruin, de snavel is hoornkleurig, de staart donkerbruin en de staartpennen zijn licht beige omzoomd.Op de vierde en vijfde vleugelpennen zit een iets bredere witte omzoming en zij vormen een kleine spiegel. Het leefgebied is Noord West Amerika en Noord West Mexico.

Jouyisijs (Spinus psaltria jouyi)
Man : Heeft minder wit tekening in de vleugels. De halstekening laat een diepe zwarte inkeping zien.
Pop : Is bruin beige, donkere vleugels met beige dekveer en pennen omzoming. De vleugels hebben een kleine witte spiegel. Leefgebied: Zuid Oost Mexico. Ringmaat 2,5 mm. deze ondersoort noemt men ook wel, met verwijzing naar het verspreidingsgebied, Yucatansijs.

Colombiasijs (Spinus psaltria columbianus)

1-1 Colombiasijs (Spinus psaltria columbianus). Ringmaat 2,5 mm.
*klik op een afbeelding voor een grotere weergave

Man : De kop, rug en staart zijn zwart. De zwart tekening in hals is van snavel recht naar beneden naar schoudervleugel. Er zit aanzienlijk minder wit in de vleugels. Er is maar een kleine witte spiegel. De uiteinden van de dekpennenvleugels zijn wit omzoomd.

Pop : De kop, rug en vleugels zijn bruinolijfgroen. In de vleugel zit een hele kleine witte spiegel. De borst is bruinig gelig olijfgroen. De buik is olijfgroen geel en wordt licht naar onder de stuit.

*Het verschil met de Spinus psaltria psaltria :
De man heeft aanzienlijk minder witte tekening in de vleugels. De gele halstekening is smaller. De pop is geler.

*Het verschil met de Spinus psaltria hesperophilus:
de man heeft geen groene rug en er zit aanzienlijk minder witte tekening in de vleugels. De gele halstekening is smaller. De pop is veel geler.

*Het verschil met de Spinus psaltria jouyi:
De man heeft minder witte tekening in de vleugels. De gele halstekening is smaller en de pop is geler.

Leefgebied
Zuid Mexico, Noord Colombia en Noord Venezuela, NW. Ecuador, Peur en hoogst waarschijnlijk Cuba.

Al deze soorten lijken veel op elkaar, er zijn vaak maar kleine verschillen te ontdekken. Dit zou ook een verklaring kunnen zijn voor het feit dat er in het verleden, de laatste 20 tot 25 jaar, nogal wat bastaarden in deze groep van sijzen is gekweekt. We zullen moet blijven proberen om de soorten en ondersoorten zuiver te houden. Zeker gezien het relatieve kleine aantal vogels wat hier in Nederland gehouden wordt.

Terug naar Soorten index >>