De Treursijs.
Door: Pim Weurman.
2022.
Mijn naam is Pim Weurman. Ik ben 81 jaar en al vanaf mijn jeugd bezig met vogels. Het begon met een volière die mijn vader voor me maakte. Tropische vogels, kauwtjes en eksters allerlei vogels kwamen in die volière terecht. Ik woon nu in Welsum en sinds 6 jaar kweek ik alleen maar Treursijsjes.
De Treursijs is een makkelijke vogel, winterhard en heeft een eclipsrui. Dat betekent dat hij 2x per jaar ruit. Eind september verliest hij zijn prachtkleed en is dan wat soberder . Ik denk dat hij daarom Treursijs heet. In februari begint de man al weer zijn gele veren terug te krijgen. Oorspronkelijk komen ze voor in de V.S. In de winter trekken ze richting Mexico. Waarschijnlijk omdat daar dan een groter voedselaanbod is.
Zelf kweek ik in vluchtjes van 80 cm breed en 2m lang en 1.80m hoog. De vogels moeten elkaar niet kunnen zien in de broedtijd, anders zouden ze door het gaas vechten en komt er van broeden niets terecht. Per vluchtje een paar vogels . Wat sijsjes in de broedtijd wel doen is dat de mannen als gekken achter de poppen jagen om te paren. In de vlucht hang ik meestal 2 nestkastjes op, dan hebben ze nog iets te kiezen. Ze maken hun nestjes graag met een bonte mengeling van sisal en haren. Het zijn vaak mooie bouwsels. Ze leggen elke dag een ei. Dat varieert van 3 tot 6 eitjes, die als ze bevrucht zijn, na ongeveer 13 dagen uitkomen. De vrouwtjes zijn goede moeders en kunnen heel goed alleen een nestje met 5 à 6 jongen grootbrengen. Soms kan de man er bij blijven maar het gebeurt bij jonge mannen vaak dat ze de pop van het nest jagen en weer willen paren. Dit gaat soms gepaard met jongen uit het nest gooien en eitjes kapot pikken.
In de broedtijd voer ik 2x per week eivoer, gekiemd zaad en een paar pinky’s. Als ze zit te broeden stop ik met eivoer en kiemzaad. Dan alleen zaad en water neerzetten. Elke dag verversen. Wat ook niet vergeten mag worden is vogelgrit en fijn schelpengrit, heel belangrijk! Een dag voordat de jongen uitkomen geef ik pas weer eivoer en ook een paar pinky’s en een bakje met wit Perrillazaad ( zeer eiwitrijk). Zaad bestel ik bij Blattner in Duitsland, speciaal voor Treursijsjes en Zwartborstsijzen. Ik doe hier altijd hele kleine zonnepitten bij en wat negerzaad, lijnzaad, gebroken haver en gepelde zonnepitten. Voeren doe ik niet afgemeten. Andere vogels moet je wel in de gaten houden, zij kunnen wat te zwaar worden. Ik heb wel met vogels van 8 jaar oud gekweekt!
De sijsjes baden ook erg graag. s’ Winters 2x per week, ‘s zomers om de dag. Groenvoer vinden ze erg lekker. Er zijn veel mogelijkheden: paardenbloemblad, andijvie, Chinese kool enz. In het najaar pluk ik Teunisbloemen, die ik ophang en waarmee ze heerlijk bezig zijn de zaadjes er uit te pellen. Ook koolzaad, vogelmuur. Ik heb het laatste dit jaar niet kunnen vinden vanwege de droogte. Van Paardenbloemknoppen het pluis afknippen en van de rest pellen ze de zaden eruit. Ik kweek met meerdere paartjes. Ik kweek plusmines 10 jaar met Treursijsjes. Voor die tijd had ik Kapoetsensijzen, Geelbuiksijzen en Yarrelsijzen.
In het najaar, als de jongen weg zijn, blijven de ouderparen bij elkaar in hun vluchten zitten. Bij verlichten in de volière doe ik niet. De vogels worden wakker bij daglicht en gaan slapen plusmines een uur of 7 ‘s avonds. Ze zitten zomer en winter buiten in open vluchtjes. Het dak is dicht maar wel licht doorlatend. Plastic platen van 2 cm dik. De achterwand en zijwanden zijn dicht (trespaplaat). De voorkant is open. ‘s Winters sluit ik de voorkant af met winddoek, licht doorlatend. Water geef ik iedere dag in de broedtijd en doe er Vior 5ml op één liter bij. In de rustperiode 3x per week.
Jonge vogels ring ik met 2,9mm. Hier doe ik geen ventielslang omheen. Wacht tot de jongen in de stoppels komen, ze zijn dan plusmines 1 week oud en ring ze dan. Aan de eieren zie ik, als ze een week zit te broeden, aan de kleur of ze bevrucht zijn. Ik haal de eieren niet uit de nesten. Jonge mannen zet ik, als de pop gaat broeden, in tentoonstellingskooien. Als ik de jongen geringd heb, zet ik hem weer bij de pop. Ik hou het in de gaten of het goed gaat. De jongen zijn nu zo groot dat hij ze niet meer uit het nest kan gooien. Maar altijd in de gaten houden! Als hij vervelend doet tegen de pop, dan weer apart zetten. De pop kan de jongen heel goed alleen groot brengen.
