Perillazaad.

Door: A. Lemmens.

Perillazaad wordt gewonnen uit de perillaplant, Perilla frutescens. Er zijn twee variëteiten. Perilla feutescens crispa in groene en rode vorm, deze heeft gekrulde bladeren. De tweede variëteit is Perilla feutescens frutescens, die geteeld wordt om haar zaad dat vette olie rijk is. Deze planten behoren in tot de familie van de lipbloemige, lamiaceae. De plant ruikt aromatisch en smaakt naar zoethout, anijs en kaneel. Ze worden veel in de Oosterse keuken toegepast. De werkzame stoffen zijn: etherische olie, dat zeer variabel van samenstelling is, verder menthadine, limoenzuur, beta-caryophylle, menthool en perilladehyd (waar de naam van is afgeleid), citral, dat de citroenachtige geur veroorzaakt en zeer sterke zoetstoffen. Perillazaad bestaat uit 40% vette olie. Deze vette olie bestaat voor 60% uit alfa- linolzuur en voor 15% uit linol- en oliezuur. Phenolische, gele, kleurstof komt ook voor in Perillazaad, wat ten goede komt aan de gele kleur van de bevedering van de Amerikaanse sijs.

perrillawit

Met andere woorden, perillazaad is in de Oosterse voedingsleer een wondermiddel. Dit alleen al door de meervoudige onverzadigde vetzuren. Dit zaad bevat nogal wat zuren, zuren hebben vogels nodig om voedsel te kunnen verteren. Zuren zijn ook nodig om de schadelijke bacteriën te bestrijden in maag en darmen. Het perillazaad kennen we in twee vormen, het witte perilla en het bruine perilla. Het witte Perillazaad komt van de groene plant en het bruine Perillazaad komt van de rode plant. Echte grote verschillen tussen beide zaden heb ik niet kunnen vinden. Voor de afwisseling is het toch goed om beide zaden te gebruiken als voeding voor onze sijzen. De zaden die wij onze vogels geven zijn gedroogd. Gedroogde zaden bevatten minder voedingsstoffen dan zaden die nog nat zijn van de plantensapstromen die elke levende plant het leven mogelijk maakt. Hierin ligt dan ook de rede dat niet alleen gedroogde zaden gegeven kunnen worden willen we onze vogels in conditie houden voor het broeden, maar zeker ook voor een goed leven van de vogels. Door middel van eivoer te geven kunnen we de tekorten van het zaad aanvullen. Zie hiervoor het item eivoer uit het hoofdstuk Voeding. In het mengsel van zaden dat ik vermeld heb, zitten nogal wat grotere zaden waarvan al snel gezegd wordt die kunnen mijn vogels niet verwerken omdat ze te groot zijn. Denk dit niet te snel, anders ontneem je de vogels ten eerste alweer een stuk variatie in de voeding, maar ook de zo belangrijke bezigheid om de zaden toch open te krijgen en ze krijgen ze op langere termijn wel open is mijn ervaring. Er zijn natuurlijk ook zaden die echt te hard zijn, zoals b.v.. Saffloorpitten of boekweitzaad. De meeste zaden, die te hard zijn, is ook verkrijgbaar in gekneusde vorm of zoals boekweitzaad in gepelde vorm.