Door: A. Lemmens.
Iedere vogelkweker weet dat onze vogels tijdens de kweekperiode een uitgebalanceerde voeding nodig hebben om de jongen dusdanig groot te brengen dat ze hun leven lang gezond blijven en ook weer gezonde jongen kunnen voortbrengen. De jongen die ze voortbrengen moeten goed gezond zijn om een aantal veel energie vergende periodes van hun leven door te komen. De jaarlijks terug keren ruiperiode en als ze eenmaal volwassen zijn het produceren van eieren en het groot brengen van de jongen. Een slechte conditie van de vogel zal altijd duidelijk worden in een van deze periodes. Slecht door de rui komen. Veel onbevruchte eieren leggen en als ze een of twee jongen hebben deze niet groot krijgen door slecht of helemaal niet te voeren. Een groot aantal stoffen in de voeding bepalen de conditie van de vogel. Een van de stoffen zijn de eiwitten.
Eiwitten bestaan uit ketens aminozuren, onderling verbonden door chemische verbindingen in een bepaalde structuur gerangschikt. Deze structuur bepaalt de aard en de functie van ieder eiwit. Eiwitten die met de voeding worden opgenomen kunnen dierlijk of plantaardig zijn. De kwaliteit van deze eiwitten via de voeding worden bepaald door de gehaltes van de verschillende aminozuren. De eiwitten die voor de voeding in aanmerking komen bestaan uit twintigtal aminozuren. Deze aminozuren worden onderverdeeld in essentiële aminozuren, deze kunnen door het lichaam niet zelf worden gemaakt, en niet essentiële aminozuren, die het lichaam zelf kan aanmaken, hierdoor hoeven we hier aan geen aandacht te geven bij de voeding. Eiwitten van goede kwaliteit hebben een hoge biologische waarde. Hoge biologische waarde betekent een hoog gehalte essentiële aminozuren hebben. Er bestaan zo’n tiental essentiële aminozuren, hier van zijn lysine, threonine en tryptofaan de belangrijkste. De kwaliteit van de eiwitten, dus de gehaltes essentiële aminozuren, is dan ook een belangrijkere graadmeter dan het totale gehalte eiwitten in een voeding.
De aminozuren die vrijkomen bij de vertering van eiwitten in het spijsverteringskanaal, worden gebruikt door het lichaam om nieuwe eiwitten aan te maken. Deze eiwitten zijn weer nodig om de bouw en vernieuwing van de organen en spieren te bewerkstelligen. De eiwitten zijn het transport middel van de moleculen in het lichaam. Deze nieuwe eiwitten zijn ook het doorgeefluik van berichten naar de organen, hormonen, om ziekten te kunnen bestrijden, antilichamen. Extra eiwitten en aminozuren zijn nodig in de perioden van herstel na ziekten, bij het eieren leggen, het voeren van de jongen en in de rui om nieuwe veren te kunnen maken. Het gaat niet om het totale hoeveelheid eiwit dat in de voeding zit, maar om de hoeveelheid essentiële aminozuren, die de gezondheid en dus de groei van de jongen bepalen. Het scala van essentiële aminozuren in de voeding moet zo zijn dat ze in de zelfde verhouding staan, als noodzakelijk zijn in de lichaamseigen eiwitten. Als één van de essentiële aminozuren in onvoldoende concentratie in de voeding aanwezig is, dan kunnen ook de andere aminozuren niet meer in de lichaamseiwitten benut worden en worden ze verbrand en via de nieren uitgescheiden, wat niet tegoeden komt aan het functioneren van het lichaam. Het aminozuur, limiterende aminozuur, die de laagste concentratie in de voeding heeft, bepaalt de aanmaak van de eiwitten. In de voedingsleer noemt men dat Tonprincipe. Zie afbeelding.
Tijdens de broedperiode het eiwitgehalte verhogen heeft dus geen zin. Sterker nog, het kan zelfs negatieve gevolgen hebben. Op het tweede “International Symposium on Pet Bird Nutrition”, dat gehouden is in oktober 2009 in Hannover waarschuwen meerdere onderzoekers voor het gevaar dat het verhogen van het eiwitgehalte met zich mee brengt. Wetenschappelijk onderzoek o.a. door Dr. Petra wolf toonde aan dat de eiwitbehoefte bij siervogels meestal overschat worden. Studies bij roodstaarten en ara’s tonen aan dat bij hoge eiwitgehaltes de concentraties aan ureum en urinezuur in het plasma sterk toeneemt, hierdoor worden de nieren sterk belast waardoor jicht kan ontstaan bij de vogels. Dr. Wolf waarschuwt dan ook voor onverantwoord gebruik van eiwitsupplementen, die het eiwitgehalte van de voeding tot ver boven de behoeften op te drijven en het organisme zwaar belasten.
Geraadpleegde publicaties: “Ornitho info 2008 nr. 34.