Door: P. Bakker.
Foto’s: P. Bakker.
2015.
De Dennensijs komt voor in het zuiden van Alaska, Canada, USA en Centraal Mexico. In berggebieden tot 4000m hoogte. Ze komen hoofdzakelijk voor in dennenbossen op berghellingen, maar ook op de toendra’s van het Noorden. In het zuiden ook in dennenbossen en in tuinen, plantages, bosranden, naast bewoning en cultuurgronden. De dennensijzen worden gezien in grote vluchten, maar ook in het gezelschap van Treursijzen. De dennen sijs lijkt kwa grootte op de Elzensijs. Het is dus een klein vogeltje bruin met zwarte stippen/vlekken. Bij deze vogel zijn de melanine en de carotenoïde nog evenredig gelijk verdeeld. De eumelanine(zwarte kleur) en de feomelanine (bruine kleur) geven deze vogel een mooie schutkleur in de natuur en buiten volière. Dat hieruit tijdens de evolutie van haar kleur allerlei Amerikaanse sijzen zijn ontstaan vind ik nog steeds wonderbaarlijk. Ik heb zelf in mijn volière de baardsijs, Magellaansijs, zwartborstsijs, de geelbuiksijs, de Treursijs en helaas alleen nog maar de pop van de Yarrelsijs, maar met het evolutie verhaal in mijn achterhoofd kijk ik naar mijn vogels op een andere manier. Want uit al dat bruin en zwart van de dennensijs zijn al die prachtige vogels ontstaan zowel direct als indirect en ik weet ook wel dat voeding en milieu daar ook een rol in gespeeld moet hebben, maar dat dit kleine vogeltje de oerouder zou zijn van als deze vogels is wonderbaarlijk te noemen. Toen ik in het najaar een advertentie zag staan, waarin 2 koppels werden aangeboden door John Verhiel te Kerkrade was ik meteen verkocht en schafte een koppeltje aan. Nieuwe koppels worden bij mij eerst in een kweekkooi gezet om te wennen aan hun omgeving en de andere vogels. Zo is mijn ervaring b.v. Met Yarrelsijzen dat die als zij niet eerst wennen binnen 2 dagen dood kunnen gaan door stress. Maar dit vogeltje was al snel gewend en gedroeg zich alsof zij altijd al in mijn volière gewoond had. Het is een heerlijk rustige vogel. Heel makkelijk handtam te maken en hij slaapt het liefst in mijn buiten volière op de hoogste tak al wordt hij daarop kletsnat. Ook in de winter zat hij buiten ondanks strenge vorst of sneeuw.
Bij mij krijgen alle sijzen een goed sijzenvoer aangevuld met wilde zaden,dennenzaden,distelzaden wat kanarievoer en wat witzaad. Tijdens de kweek eivoer met fijngeknipte Buffalo wormen uit de diepvries (niet teveel) en omdat ik een zwartkoptuinfluiter erin heb zitten voor de zang hebben zij ook universeel insectenvoer tot hun beschikking. Ik geef ze soms een stuk appel vinden ze heerlijk of wat vogelmuur uit de tuin en soms een stuk komkommer daar zouden ze van afslanken. In het water doe ik regelmatig paardenbloem elixer of knoflook. Als ze niet al tijdens regenbuien buiten gebaad hebben geef ik badwater met badzout erin.
Daar de man en pop van 2010 waren, waren ze nog geen koppeltje, maar op 19 maart 2011 zag ik ze met elkaar bekken en het koppeltje was een feit. Popje zat af en toe met wat takjes in haar bek. Dat was al vroeg in het voorjaar maar het was al zonnig en redelijk warm in het afgesloten gedeelte van mijn volière. Ik heb omdat meerderen van mijn vogels al met wat takjes aan het slepen waren en de neiging hadden in het kunstgroen te willen gaan nestelen, maar een aantal nestkastjes opgehangen. (in principe doe ik dat pas in april). Rond 23 maart was het eerste nest klaar van mijn dennensijzen. Op dat moment kon ik zien dat de man er dikker en voller uitzag dan de pop die veel slanker leek. Daar mannetje en vrouwtje niet van elkaar te onderscheiden zijn heb ik bij de koop DNA papieren gekregen. De zang van de man is hetzelfde als de zang van de elzensijs man alleen wat zachter. Ook is deze man minder jagerig dan de elzensijs man die constant achter zijn pop aan jaagt. op 12 april 2011 kreeg ik de schrik van mijn leven. Ik zag ineens de pop niet meer. Niet getreurd dacht ik even in het nestkastje kijken waar zij haar nest aan het maken was. Niets echter in dat kastje. Overal gekeken maar geen pop te zien of te vinden. Na nog een keer een ronde gemaakt te hebben keek ik alle nestkastjes na en tot mijn grote verbazing zag ik haar in een ander nest kastje zitten. Wat bleek, en dat wist ik niet zij had een tweede nest gemaakt en daarin haar 1e ei gelegd. Een pak van mijn hart moet ik zeggen. Goed dus nu haar maar met rust laten en kijken wanneer het echte broeden begint. Eieren kwamen rond 25 april 2011 uit. Eerste jongen 2 stuks zag ik toen het popje even haar nest verliet liggen. De zaterdag daarop zouden de jongen als alles goed zou gaan geringd moeten worden. Het werd zoals altijd dus een spannende tijd. Terwijl de pop op de jongen zat gaf de man haar regelmatig eten. Na 6 dagen worden de jongen geringd. Bij jong ging het nog maar net en was gemakkelijk te ringen maar wat een kleine ringen die 2.3 ringen, ik ben als de dood dat ik een teen uittrek het is allemaal zo broos. Nu eerst de volgende dagen afwachten, want vaak zie je dat de ouders na 7 – 8 dagen ineens stoppen met voeren.
Het viel mij op dat vooral de man de jongen voerde. Popje deed dat ook wel maar de man het meest. De jongen groeiden goed en al snel was te zien dat 1 van de jongen een andere kleur zou gaan krijgen dan de wildkleur. Na zo’n 18 dagen verlieten de jongen het nest. Man voerde nog steeds de jongen het meest. Popje dacht al snel aan een tweede nest. 15 mei had de pop haar 2e nest gereed. Het was een torenhoog nest je kon haar haast niet zien zitten als de jongen erin liggen maak ik meestal dat nest wat lager tijdens het ringen. Ze had 3 eieren gelegd. Van die 3 eieren waren er 2 uitgekomen. 1 jong lag ineens dood op de bodem. Dat gebeurt bij mij wel eens meer en heeft te maken met de jongen die in dezelfde volière rond vliegen en dan bij de moeder in het nest willen gaan zitten en dan als zij eruit gebonjourd worden per ongeluk een jong meeslepen. Overgebleven jong werd 3 juni geringd.Hij is goed gegroeid en 15 juni is hij uitgevlogen en vliegt al prima en zat onmiddellijk in het buiten verblijf. Als ik hem vergelijk in kleur met de 2 anderen dan moet ik concluderen dat de 2 eersten mutaties zijn. Mijn dennensijzen zijn ook nog aan een derde ronde begonnen, maar beide jongen vielen uit het nest toen zij nog klein waren en gingen dood.
Genotypisch is een dennensijs niets anders dan een zwarte vogel waarbij de eumelanine niet zo ver is geoxideerd. In de plaats dat de kleur van het eumelanine zwart is, is deze maar bruin. De aanwezige bruine feomelanine ondergaat daarbij geen wijziging. Door het inbrengen van allerlei andere mutaties, factoren die hun invloed hebben op de structuur van de bevedering en omgevingsinvloeden kan de kleur van de melanine verbleken, verdonkeren of worden omgezet in een andere kleur. Zo is het onder meer bekend dat een aantal factoren de bruine eumelanine en feomelanine kunnen transformeren naar een (donker) grijze kleur dus hier zou dus door diverse omstandigheden de kleur omgezet kunnen zijn in agaatachtige kleur en de ander in zelfs wat meer bruine vogel. Wie weet, maar het kan net zo goed geweest zijn dat een andere man mijn pop heeft bevrucht.