Door Jos Smeyers | Met toestemming overgenomen uit de Witte Spreeuwen
2014.
In de aanloop naar de Mondial 2008 in Hasselt ging ik, om promotie hiervoor te maken, samen met een collega naar de Franse kampioenschappen in Amiens. Daar zag ik voor het eerst de dennensijs. Vooral de zeer mooie tekening trok mijn aandacht. Liefde op het eerste zicht! Ik wist zelfs niet dat man en pop er hetzelfde uitzagen. Begin 2010 kan ik dan uiteindelijk twee koppeltjes aanschaffen in Duitsland bij ene Wilfried Eiting, een koppeltje voor mij, het andere voor een vriend.
Al vanaf begin jaren ’70 heb ik vogels, eerst in een gemeenschapsvolière, nadien in een vlucht met een zevental kweekboxen. Ik heb vooral Europese vogels als goudvink, groenvink, sijs en haakbek. De goudvinken, groenvinken en de haakbekken kweek ik in kweekboxen, de sijzen en dennensijzen in kweekkooien. Die zijn 50 x 50 x 120 of 100 cm, staan op zolder en zijn gemaakt van keukenplaat. Twee maal per jaar worden de kooien gekuist en gedesinfecteerd met dettol. Om bloedluis te vermijden gebruik ik Ardap dat ik met een borsteltje in alle hoeken en kanten wrijf. Ook de plastieken zitstokken worden hiermee behandeld vooraan waar ze in het front zitten. Ik laat gewoon de natuur zijn gang gaan, d.w.z. geen verwarming en geen extra licht. Altijd staat er een venster open, deze wordt enkel dicht gedaan bij stevige vorst.
Als voedsel geef ik aan de dennensijzen een sijzenmengeling, aangevuld met wat negerzaad. In de winter geef ik één keer per week een commercieel eivoer waar ik wat NutriBird C19 bij doe. In de zomer geef ik zelfgemaakt eivoer met als basis commercieel eivoer voor kanaries en wildzang, en als er jongen zijn ook wat pinkies.
Vier weken voor de kweek begin ik met het geven van het zelfgemaakt eivoer, in het begin tweemaal per week, nadien dagelijks. Ik kook drie eieren (minimaal 10 minuten), gebruik een tas rusk en/of couscous, meng hieronder een tas eivoer voor kanaries en een tas voor wildzang, drie soeplepels pellets, één koffielepel lookpoeder (preventie tegen bloedluis), een koffielepel biergist en ook een maatlepel Breedmax. Af en toe doe ik er ook nog wat spirulina bij. Omdat ik de laatste jaren te veel onbevruchte eieren had, voornamelijk bij de goudvinken, ben ik, op aanraden van enkele kwekers, begonnen met Omnivit en Fertivit te gebruiken, met zeer goed resultaat. Bijna alle eieren zijn bevrucht, zowel de eerste als de volgende ronde. Nadeel is wel dat ik af en toe een man apart heb moeten zetten, wegens te driftig! Ik geef ook kiemzaad, ttz ik kook het kiemzaad, gedurende twee tot drie minuten, daarna goed spoelen en heel goed laten drogen. ‘s Anderendaags doe ik het bij het eivoer. Waarom koken? Ik ben ervan overtuigd dat, bij het koken, de kwaliteit van het kiemzaad vermindert, maar het zal beter verteren en de kans dat het gaat schimmelen is kleiner.
Aan de buitenkant van de kweekkooien hang ik een houten nestkastje, waarvan de bodem is verwijderd. Daarin hang ik een ijzeren nestkorfje waarin een kokosnestje wordt vastgemaakt. Als nestmateriaal geef ik sisal en sharpie. Ik ben het kweekseizoen gestart met één koppel dennensijzen. Het resultaat is niet schitterend, slechts twee jongen, maar toch nog beter dan niets. Nestelen, eieren leggen en broeden ging allemaal perfect, maar ze gooien de jongen bij het kippen direct uit het nest. Het derde legsel heb ik, juist voor het kippen, bij een paar gewone elzensijzen gelegd die dan pleegouders gespeeld hebben. De twee jongen bleken, na een D.N.A.-test, twee poppen te zijn. Bij mijn vriend ging het al niks beter, hij houdt na de rui enkel nog het mannetje over.
Het tweede jaar ben ik begonnen met één man en twee poppen, de oude en één jonge. De andere jonge pop heeft mijn vriend overgenomen. Ik heb ze samen in een ruime kweekbox van 1,6 meter lang x 1 meter breed x 2 meter hoog geplaatst. Beide poppen beginnen te nestelen en leggen elk vijf eieren. Die van de jonge pop zijn onbevrucht. De man paart dus enkel met zijn eerste eega. Bij het kippen van de jongen bij de oude pop gaat het dezelfde kant uit als het jaar voordien, de jongen op de grond. Dan maar plan B genomen: het oude koppel terug in een kweekbox op zolder. De pop begint direct terug te nestelen en te leggen. Omdat ik toch zeker willen spelen om met de dennensijzen verder te kunnen heb ik dan de eieren onder een koppeltje Five Fancy gelegd, die ze voorbeeldig grootbrengen. Bij het einde van de kweekperiode heb ik dertien jongen. De five fancy’s krijgen tijdens het grootbrengen hetzelfde zaad als de sijzen, ook ons zelfgemaakt eivoer en dagelijks wat pinkies.
