Kapoetsensijs | Jan Wolvekamp

MIJN KWEEK MET DE KAPOETSENSIJS.

2003.

Door: Jan Wolvekamp.

Na wat startproblemen met de kweek van deze sijs denk ik die kweek nu wel onder de knie te hebben. Het is een totaal andere kweekvogel dan de gouldamadine waar ik zo’n 10 jaar met veel succes mee heb gekweekt.

kapoetsensijs jan wolvekamp 1 kapoetsensijs jan wolvekamp 2

Bij de gould hoef je de eieren niet te rapen. Bij de sijs is het bijna een must omdat de pop eigenlijk direct na het eerste of tweede ei gaat broeden. De opgroei van de nestjongen die met een paar dagen verschil uitkomen lijkt wel steeds verder uit elkaar te lopen zodat de jongsten veelal het loodje leggen wegens gebrek aan eten. Daarom is een goed eibewaar- en keersysteem van essentieel belang. Om beschadiging of het overslaan van eieren om te keren te voorkomen heb ik een doos gemaakt die dat alles voorkomt. Gebruik hiervoor vetvrije watten. Het voordeel van dit systeem is ook dat je, in één oogopslag, weet welke poppen aan het leggen zijn en hoever het ermee staat. Als het vierde ei is gelegd worden de vervangende kunsteitjes omgewisseld voor de eigen eieren.

BROEDPERIODE.
Wanneer begint de kweek?
Hier heeft men natuurlijk twee richtingen: de binnen- en buitenkweek. Voor de binnenkweek is er helaas geen zinnig antwoord op te geven, alleen dat men zijn vogels moet observeren. Vorig jaar (2006) wilden mijn vogels in september aan de gang en het jaar daarvoor zelfs al in juli. Zodra bij de van elkaar gescheiden geslachten de poppen en de mannen de kop door het gaas gaan steken om elkaar te kunnen zien en de poppen in de kleinst mogelijke bakjes gaan zitten draaien en er soms ook al eieren in gaan leggen kan men ze toch maar het beste bij elkaar zetten. De natuur is nu eenmaal niet te regelen. Ook al willen we graag alles zelf plannen. Bij de buitenkweek loopt het (denk ik) allemaal wat eenvoudiger, zodra het in het voorjaar warmer wordt zal de man de pop (of andersom) gaan najagen en zal met de nestbouw worden begonnen.

Al geeft de buitenkweek natuurlijk ook weer andere problemen.
Geen goede kweek zonder een goede voorbereiding. Weet vooraf welke onverwante vogels je bij elkaar wilt gaan zetten zonder al te intensieve vogels bij elkaar te zetten. Zorg dat de vogels goed gebouwd (geen smalle vogels) en goed gezond zijn en dat de tappen schoon en de nagels kortgeknipt zijn. Hierdoor zijn vele nesten met onbevruchte eieren te voorkomen. Zorg tevens dat de vogels gewend zijn aan alle voeders die u tijdens de kweek wilt geven, ook het eivoer. Dat de vogels geen eivoer eten ligt UITSLUITEND aan de verzorger. Zorg dat alles erin zit wat ze nodig hebben en vooral lekker vinden. Zie onder Eivoer.

HET RINGEN.
De vogels ring ik met 2,5 en 2,7 mm ringen, aangezien het ene jong veel sneller groeit dan de ander.

ZADEN:
Zelf gebruik ik Blattner A1 en kiemzaad (1:1) en/of Witte Molen Kapoetsensijzenzaad, vermengd met 5 % kanariezaad en 5% onkruidzaad wat de vogels graag tot zich nemen.

EIVOER:
Tijdens de kweek krijgen ze iedere dag eivoer, daarbuiten om de dag.

Het eivoer maak ik zelf met:
12 hardgekookte eieren (12 minuten koken)
2 eetlepels gedroogd brandnetelblad (bevat veel ijzer)
2 eetlepels biergist
3 eetlepels Herba provimix
2 eetlepels spirulina
2 eetlepels honing
3 theelepels knoflookpoeder
1200 gram beschuitmeel
500 gram fijngemaakte broccoli
Hier maak ik porties van voor één dag en vries het in.
Op de voerdag worden nog de nodige ingrediënten toegevoegd en wel:
1 kopje geweld Blattner kiemzaad. Dit heeft slechts 1½ dag nodig
om hiervoor geschikt te zijn.
Want het is GEEN GROENVOER!!!!!
2 eetlepels van een mengsel van gewelde foniopaddy, teunisbloem,
pagima green en paardenbloemzaden.
Kleine stukjes witlof, paardenbloemblad en knoflook (zie onder)
1 of 2 eetlepels CéDé eivoer.
Zorg dat het eivoer slechts licht vochtig is.

WATER:
4 of 5 dagen per week 2 theelepels knoflooksap in het drinkwater. 2 of 3 dagen schoon drinkwater. Af en toe water geven met appelazijn (1 theelepel / liter) Wil men met de jongen naar een TT gaan, vanaf de 5e dag caroteen in het drinkwater.

BADWATER:
Zo vaak mogelijk geven (niet te lang), afhankelijk van de temperatuur, met badzout of knoflooksap (zie onder). Dit is heel goed in het water, vooral tegen de gevreesde bloedluis.

KNOFLOOKWATER:
Het knoflookwater maak ik door een knoflookteentje in kleine staafjes te snijden en minimaal 1 dag in het water te leggen. Met een middelmatige teen doe ik op deze manier 4 dagen en het residu gaat door het eivoer.

GROENVOER:
Ze krijgen iedere dag groenvoer: broccoli, komkommer, vogelmuur, spruiten, andijvie, witlof of paardenbloemblad, wat voorhanden is. In de zomer/herfst krijgen ze volop verse takken van de teunisbloem met de onrijpe zaden, dit geeft ze tevens de nodige afleiding zodat ze elkaar niet gaan najagen.

Zorg ook altijd voor een mengsel van grit, oesterschelpen en maagkiezel. Ook sepia is echt aan te bevelen.

DE KWEEK:
Als de eieren bezet zijn zullen de jongen de 12e of 13e dag uitkomen. Na ongeveer 15 dagen zullen de jongen uitvliegen en zijn op een leeftijd van ongeveer 40 dagen zelfstandig genoeg om naar de jongerenvlucht te verhuizen. LET WEL DIT IS GEEN REGEL, maar observeer uw jonge vogels want dan weet u hoe uw jonge vogels ervoor staan.

Veel succes met deze mooie kweek.