Door: A. Lemmens.
2021.
De hersenen van de vogels sturen de levenscyclus van de vogel. Vogels hebben veel bijzondere eigenschappen die hun levenscyclus bepalen. Denk bijvoorbeeld maar aan het produceren van een ei met daarin een vogel met alles er op en er aan. Als ze slapen vallen ze niet van de tak waarop ze zitten, hun poot spieren verslappen niet, in tegendeel ze blokkeren in een verkrampingsstaat. Dat hun botten hol zijn om minder gewicht te hebben om goed te kunnen vliegen. Het navigatiesysteem dat ze bezitten om te kunnen trekken en om dan precies uit te komen waar ze willen zijn om de winter door te kunnen brengen. Na de broedtijd slinken de geslachtsdelen van vogels zodat ze bij het vliegen een zo klein mogelijk gewicht hebben. Dit komt door de hormonenhuishouding, dat wordt gestuurd door de hersenen. Kort voor de broedtijd of bij het begin van de broedtijd worden de geslachtsdelen weer actief, dat weer bevorderd wordt door de hormonenhuishouding. Vooruitdenken, oorzaak en gevolg begrijpen. Enz. enz. al deze zaken gebeuren min af meer automatisch, hiervoor hoeft de vogel geen acties te ondernemen. Alle handelingen die de vogel verricht worden gestuurd door de hersenen. Denk hierbij aan, het vlechten van een nest, gereedschap gebruiken om insecten uit hout te halen, ingewikkelde puzzels oplossen. Reden genoeg om hier eens dieper op in te gaan.
Jarenlang heeft de wetenschap van de ornithologie zich afgevraagd hoe het mogelijk is dat een vogel met zulke kleine hersenen dit soort top prestaties mogelijk kan maken. Zelfs kunnen vogels zich in soortgenoten verplaatsen. Er zijn gevallen bekend dat een vogel voedsel verbergt voor slechtere tijden en zien dat een soortgenoot staat te kijken waarna de vogel het voedsel snel ergens anders verstopt op het moment dat de soortgenoot niet meer kijkt. Tot voor kort dacht men dat alleen grote primaten tot dit soort complexe handelingen in staat waren.
De voorhersenen van vogels zijn qua afmetingen wel klein, maar ze hebben meer neuronen per vierkante centimeter, cellen waaruit de hersenen zijn opgebouwd, dan zoogdierenhersenen. De voorhersenen staat in verbinding met de hersenschors, dat de ingewikkelde cognitieve functies mogelijk maakt. Bijvoorbeeld het herkennen van patronen en het vooruit denken. Dit is de verklaring voor het cognitieve vermogen van vogels dat niet minder is dan van primaten. Dus ook die van mensen. Als je dit omrekent naar gewicht van de hersenen of van het brein, hebben vogels meer hersenencapaciteit. Dat is dan ook de verklaring voor opmerkelijke cognitieve prestaties van de vogels. Cognitieve functies, ook wel “kennende functies genoemd, zijn de functies die te maken hebben met verwerking van informatie waardoor geleerd kan worden, intelligent gedrag. Onderzoek naar de hersenen van vogels is gedaan door de universiteit Van der Bilt in Nashville USA. Zij hebben op systematische wijze gekeken naar het aantal neuronen in de hersenen van vogels bij twaalf vogelsoorten, waaronder de kleine Zebravink ende grote Emoe. Verder blijkt uit hun onderzoek dat niet alle vogel hersenenstelsels hetzelfde zijn opgebouwd. Lang werd er door wetenschappers gedacht dat de hersenen van vogel anders van structuur waren dan die van primaten. Hiervoor was er geen bewijs. Uit onderzoek van de universiteit van Chicago bleek dat de hersenen van vogels qua structuur juist wel op de hersenen van zoogdieren lijken. Dit is tevens het bewijs dat vogels niet dom zijn. Krachtige hersenen kunnen op twee manieren zich ontwikkelen. Hiervoor heeft de natuur twee variabelen ter beschikking, de grote van het aantal neuronen, zenuwcellen, en de verdeling van de neuronen over de verschillende hersencentra. Voor vogels spelen beide variabelen een rol. Tot voor kort dachten wetenschappers dat hoe groter de hersenen waren hoe omvangrijke de neuronen waren. Met onderzoek is aangetoond dat de neuronenmassa ook op een andere manier kan ontstaan. Het grootste deel van de neuronen blijft klein en staat in verbinding met neuronen in de omgeving. Het andere deel van de neuronen groeit groter om verbinding te kunnen maken met verderweg gelegen neuronen. Hierdoor blijft het gemiddelde formaat van de neuronen laag, waardoor de totale omvang van de hersenen klein blijft. Verder weten wetenschappers niet zeker welke twee hersentypes het “jongst” zijn. De mogelijkheid bestaat dat vogels net als dinosauriërs hun zeer efficiënte hersenen ontwikkelen om te kunnen vliegen. Daarvoor moet de vogel immers licht en wendbaar zijn. Hierdoor pleiten een grote groep onderzoekers, bio-ethici en juridische wetenschappers ervoor dat de dieren met een hoge intelligentie en cognitieve vermogens dezelfde status als de mens moeten krijgen, met de zelfde bescherming. Aan de groep van Apen, Dolfijnen en Olifanten, kunnen we nu ook de zangvogels en de papegaaien toevoegen. De hersenenstructuur van vogels die in verband wordt gebracht met intelligentie noemt de wetenschap Pallium. Rond 1950 zijn de eerste onderzoeken gedaan hoe zangvogels hun lied leren. Men ontdekten dat er treffende overeenkomsten zijn tussen de zang van vogels en de menselijke spraak. Een voorbeeld: men heeft een Grijze roodstaartpapegaai geleerd de klanken van het Engels na te doen. Een Grijze roodstaartpapegaai overleed in 2007 op de leeftijd van 31 jaar, had hij ongeveer honderd Engelse woorden voor kleuren, voorwerpen, getallen en vormen geleerd. Deze Papegaai kon heel duidelijk woorden uitspreken zoals “groen, geel, wol, walnoot en Banaan” ook kon hij deze klanken inzetten om met mensen te communiceren. Daarnaast begreep hij ook de woorden “hetzelfde en anders”, hij kon tot acht tellen, en begreep ook het abstracte begrip “niets”. De vaardigheid van deze papegaai om taal te imiteren en Engelse woorden te gebruiken in hun context, hebben geleid tot verder onderzoek bij papegaaien om erachter te kunnen komen wat aan de grondslag ligt van vocaal leren. Dat is een vaardigheid van papegaaien wat ze gemeen hebben met zangvogels kolibries, mensen, walvissen en nog een aantal diersoorten. Bij de University of Cambridge bestuderen ze de cognitieve vermogens van kraaiachtigen. Volgens deze onderzoeken zijn de hersenen van vogels en zoogdieren heel anders opgebouwd. Zoogdierhersenen zijn opgebouwd uit laagjes, terwijl de hersenen van een vogel zijn meer opgebouwd uit een wirwar van structuren. Alle benodigde onderdelen zijn aanwezig, maar liggen niet gestructureerd. Kort geleden ontdekten weer andere onderzoekers dat neurale netwerken, groep van verboden neuronen, die ten grondslag liggen van het langetermijngeheugen en het nemen van beslissingen in de hersenen van vogels en zoogdieren erg veel gelijkenis vertonen. Vanaf dat moment zijn er veel onderzoeken geweest zowel in laboratoria als in de natuur, waaruit is duidelijk geworden hoe slim vogels zijn.
Amerikaanse sijzen zijn zangvogels, dus is dit relaas ook te betrekken op de Amerikaanse sijzen. Veel onderzoek zal er nog gedaan moeten worden op de afzonderlijke vogelsoorten. Dus nog veel werk aan de winkel.