Door: A. Lemmens.
2020.
Gewone Brunel is een kruid waar men al eeuwen lang zijn medische werking van kent. Ook een kruid dat we zeker bij onze vogels kunnen gebruiken als onderdeel van de voeding. Een van de meest onderzochte kruiden door wetenschappers.
Wetenschappelijk naam: Prunella vulgaris.
Engelse naam: Selfheal.
Duitse naam: Kleine Braunelle.
Franse naam: Brunelle commune.
Wat de wetenschappelijke naam betekent, het eerste deel, zijn de lezingen niet eenduidig. Het tweede deel van de wetenschappelijke naam betekent “Gewoon”.
Het is een overblijvende plant. De bloeimaanden liggen in de periode van mei tot en met september. De hoogte van de plant ligt tussen de 7 en 45 cm. De worteldiepte bedraagt 20 cm. De stengels zijn kruipend over de grond, recht o hoog gaande en vierkantig van vorm. Ze zijn kort behaard of zo goed als kaal. De plant heeft bovengrondse uitlopers. De bladeren staan kruisgewijs tegenover elkaar en zijn eirond tot langwerpig van vorm en zijn aan de onderkant licht behaard. De randen van de bladeren zijn gaaf of zwak gekarteld. De bladsteel en de middennerf zijn aan de onderkant licht behaard. De twee bovenste stengelbladeren staan dicht onder de bloeiwijze. De bloemen zijn tweeslachtig en bevinden zich in de bladoksels van de schutbladen. Deze schutbladeren zijn breder dan lang en hebben een gave rand en gaan over in een spitse punt. De bloemen zijn blauwpaars of soms roze van kleur. Ze hebben de afmeting van 0,8 tot 1,5 cm. De vruchten heten splitvruchten. De zaden zijn kortlevend van 1 tot 5 jaar. Ze zijn tweezaadlobbig. Tweezaadlobbig betekent als het zaad ontkiemd is ontstaat er een plantje met twee blaadjes. De plant komt van nature voor in Europa, Noord Amerika en China.
– Tanninen.
– Flavonoïden rutine.
– Vluchtige oliën, Terpenen.
– Cineol.
– Fenchol en Kamfer.
– Triterpeen zoals Usolzuur.
– Rozemarijnzuur.
– Bitterstoffen.
– Polysachariden, suikers.
– Glycoside aucubine, prunelline.
– Betulinezuur.
– Cyanidine.
– Koffiezuur.
– Delfiniden.
– Hyperoside het mineraal mangaan.
– Laurierzuur.
– Oleanolidezuur.
– Myristinezuur.
– Linolzuur.
– Betasitosterol.
– Lupeol, vitamine A en C en saponinen.
– Antibacterieel.
– Antiseptisch.
– Krampstillend.
– Samentrekkend.
– Vocht afdrijvend.
– Koortswerend.
– Bloedruk verlagend.
– Maagversterkend.
– Bloedstelpend.
– Worm afdrijvend.
– Ontstekingsremmend.
– Ontspannend.
– Antibiotisch.
– Herstellend en helend.
– Bij keelaandoeningen.
– Bij spijsverteringsaandoeningen.
– Leverfunctie verbeterend.
– Stimuleert immuunsysteem.
– Werking tegen virussen.
– Verhoogt de weerstand.
– Gal stimulatie.
– Voorkomt jicht.
Thee van jonge plantjes en de bloemen zijn voor vele medische doeleinden bij de vogels te gebruiken. In de handel is een tonicum te verkrijgen die we in het drinkwater van de vogels kunnen doen. De jonge bladeren kunnen we de vogels geven als groenvoer. Dit zal een gewenningsperiode voor de vogels zijn gezien de smaak van de bladeren nogal bitter is. Het blad kan ook gedroogd worden om het na het drogen te verpulveren en door het eivoer mengen.
Zeker een kruid dat gezien zijn diverse medische werking aan te bevelen is als voedingsmiddel bij onze vogels.