Bijvoet

Door: A. Lemmens.

Bijvoet is een voedingsplant die we onze vogels zeker niet moeten onthouden. Het is een plant die we makkelijk kunnen drogen, nadat ze zaad heeft gevormd, zodat dat we de vogels in de wintermaanden hiervan ook kunnen laten profiteren. Naast de voedingswaarde van deze plant, heeft ook dit kruid een positieve werking op het bestrijden van verveling bij de vogels. De plant is makkelijk te oogsten omdat het veelvuldig voorkomt in de natuur. Zorg er wel altijd voor dat de plant niet bespoten is, dus niet plukken langs akkers die bespoten kunnen zijn met bestrijdingsmiddelen en ook niet langs wegen met druk verkeer. Een andere belangrijke bijkomstigheid van dit kruid is dat het caroteen houdend is. Wat gunstige werking heeft op de bevedering van de vogels. De bevederingskleur, geel en groen, worden dieper van kleur. Zeker in de ruiperiode, bij de opbouw van de nieuwe bevedering, is deze plant van groot belang. Door het drogen van dit kruid, kunnen we in deze periode ook de vogels hiervan gebruik laten maken. Van oudsher wordt de plant gebruikt als insectenwerend middel.

Naamgeving:
Wetenschappelijke naam: Artemisia vulgaris.
Engelse naam: Mugwort.
Duitse naam: Beifuss.
Franse naam: Armoise.

De wetenschappelijke naam is afgeleid van de vrouw en zus (Artemisia) van de Grieks/Perzische koning Mausolus.
De Nederlandse naam Bijvoet komt van de oude wijsheid dat als je een deel van deze plant in je schoenen doet je minder snel vermoeid raakt.

Omschrijving:
De plant behoort tot de familie van de composieten. Bijvoet is een overblijvende plant die een hoogte kan bereiden van 60 tot 120 cm. De plant bloeit in de maanden juni tot en met september. De hoofdbloempjes vormen een ruim vertakte, bebladerde pluim. De omhoog gerichte bloempjes zijn 3 tot 4 cm groot. De jonge bloempjes zijn geel van kleur, later worden ze roodbruin en zijn eivormig. De recht opgaande stengels zijn fors en slank en licht behaard. De kleur van de bladeren is rood of paarsachtig. Ze verhouten niet en hebben een ruim mergkanaal.

De bladeren zijn licht behaard en van boven donkergroen van kleur, de onderkant is viltig wit. Ze staat alleen of vormen een tweevoudig en zijn veervormig en vormen samen een lancet. De grootte is 0,5 tot 0,8 cm. De wortel is stokvormig.

Werkzamestoffen:

Medische aspecten:
Naast de plantendelen zijn er ook etherische olie, tinctuur, azijn van bijvoet in de handel. Bijvoet bestrijdt wormen, wekt de eetlust op, stimuleert de spijsvertering, heeft een positieve werking op het functioneren van de voortplantingsorganen, stopt bloedingen en bestrijdt vermoeidheid, stimuleert het zenuwstelsel, galopwekkend, bij lever- en ingewandenstoornissen en bestrijding van jicht. Etherische olie kun je beter niet gebruiken bij de vogels, het gehalte thujon is te hoog waardoor het giftig is. Tinctuur is te vermengen in de thee of door het eivoer. Bijvoetazijn kan door het drinkwater. Bijvoetazijn gebruikt men bij kneuzingen en gewrichtsontstekingen.

Toe te passen bij de vogels:
Er zijn een aantal mogelijkheden om de deze plant te gebruiken bij vogels. De zaden zijn zowel in gedroogde vorm als ook in halfrijpe vorm te geven aan de vogels. De gedroogde zaden, zijn verkrijgen bij de zaadhandel ( zeker via internet). Je zou ze zelf kunnen drogen zodat je deze zaden het hele jaar door kunt geven. De halfrijpe zaden kun je het beste geven door de plantendelen met de halfrijpe zaden er aan te plukken en in de verblijven te hangen. Ook is de mogelijk de thee te trekken van de bladeren en de bloemen. Dan is het naast de voeding ook nog eens een goede manier om de verveling bij de vogels te voorkomen. De plantendelen, bladeren, stengels en bloemen, in gedroogde vorm zijn goed te verbruiken als nestmateriaal. De aromatische stoffen die de plant bezit verdrijven insecten. Hierdoor kunnen we de gedroogde vorm ook gebruiken in de emmer met kruiden die we in de buurt van de verblijven hebben staan om insecten te verdrijven. Deze plant heeft een hoog gehalte Beta-caroteen. Beta-caroteen bevordert de kleurintentie van groene en gele bevedering.

Het zelf drogen van kruiden:
Eenmaal de kruiden geplukt, dan moeten ze klein geknipt worden. Hierna moeten de kruiden goed gedroogd worden. Dit drogen kan je het beste met kleine hoeveelheden doen; een dunne laag in een bak of emmer en heel vaak omwoelen anders gaan de kruiden schimmelen. Als de kruiden eenmaal goed droog zijn, kunnen ze met een grote hoeveelheid in een aantal emmers gedaan worden. Het drogen van de kruiden kan je het beste in je vogelhok doen, dan gaat de geur goed in je hok hangen. Maar zorg er goed voor dat de kruiden niet gaan schimmelen tijdens het drogen, deze schimmels zijn niet goed voor je vogels.

Resumé, een voederplant die we onze vogels niet moeten onthouden, gezien de vele voordelen van de plant voor onze vogels.