Door: A. Lemmens.
2021.
Van Adderwortel zijn de jonge bladeren, de wortel en het zaad eetbaar voor onze vogels. Een plant die zeker het gebruik de moeite waar is als afwisseling in de voeding van onze vogels. De jonge bladeren zijn het beste, makkelijkste, om zo nu en dan aan de vogels te geven.
Wetenschappelijke naam: Polygonum bistorta.
Engelse naam: Common Bistort.
Duitse naam: Schlangen knöterich.
Franse naam: Bistorte.
Polygonum betekent in het Latijn veelhoekig. Bistorta betekent tweemaal gedraaid, bis tweemaal en torta komt van tortus wat gedraaid betekent.
Adderwortel behoort tot de familie van de Duizendknoop. De naam heeft de plant gekregen van de wortelstok die de lijkt op een slangachtige. De plant is overblijvend, de wortelstok loopt in het voorjaar weer uit. De bloeitijd ligt in de maanden mei, juni en juli, soms ook in augustus en september. De hoogte bedraagt 20 tot 60 cm. De wortel is een tot ander halve gedraaide slangachtige wortelstok. Aan de wortelstok ontspringen de uitlopers in het voorjaar zodat de plant zich sterk kan uitbreiden. De rechtopstaande bloeistengels vertakken niet en hebben één schijnaar. Aan de onderkant bij de voet van de plant bevinden zich de restanten van de oude vezelige bladstelen. De bladeren zijn groot tot zo’n 20 cm, ze zijn langwerpig eirond tot driehoekig eirond en aan de voet waar de steel begint versmald. De bladeren zijn ook wat gegolfd. De hoog verspreid staande stengelbladeren smaller. De bladeren hebben een gave rand. De bloemen zijn tweeslachtig. De schijnaar, een bloeiwijze, is 1 tot 2 cm in doorsnee. De bloeiwijze komt van onderaf in bloei. Twee maal per jaar bloeit de plant. De tweede keer bloeit de plant op een nieuwe bloeistengel. De bloemen zijn lichtroze of zelden wit met vijf bloemdekbladeren en zijn 4 tot 5 mm lang. De bloemen hebben acht meeldraden en drie stempels. De vruchten zijn een eenzadige doosvrucht of nootje. De zaden zijn zo goed als niet kiemkrachtig. De vermeerdering van de plant gebeurt via uitlopers via de wortels, dat heet vegetatieve weg. De zaden hebben maar een korte tijd dat ze kiemen, als ze al kiemkracht hebben. Het zijn tweezaadlobbig. Het medisch gebruik van de plant bevindt zich in de wortel. De jonge blaadjes, de wortel en het zaad zijn eetbaar. De smaak is bitter. Het zaad is fijn waardoor het geschikt is voor kleine vogels.
– Vitamine A.
– Koolhydraten.
– Tanninen, verdwijnen door weken in water.
– Tanninen, zoals Catechine, Epicatechine en Glucogalline.
– Digalloylglucose.
– Galluszuur.
– Ellageenzuur.
– Anthradhinondedrivaten.
– Zetmeel.
– Eiwit.
– Bij maagproblemen.
– Bij longproblemen.
– Bij miltproblemen.
– Bij bloedingen.
– Bij diarree.
– Bij verhoogde lichaamstemperatuur.
– Is ontstekingsremmend.
– Bij problemen met de urinewegen.
– Bij ontsteking van de mondvliezen.
– Bij problemen met aften.
– Bij hoesten.
– Bij schaafwonden.
Voor onze vogels kunnen we alle delen van de plant gebruiken als voeding. Alle delen smaken nogal bitter. De plantendelen maar eens per week geven aan de vogels. We zullen er rekening mee moeten houden dat het voor de vogels wennen is voor dat ze de delen van de plant eten. Het jonge blad kunnen we vers voeren. Als we de wortel van de plant willen voeren, kunnen we beste de wortel eerst koken en koud prakken door het eivoer. Een andere manier om de wortel te geven aan de vogels is, de wortel drogen en vermalen. Het wortelpoeder kan dan door het eivoer gemengd worden. Het zaad van de plant is zeer fijn van vorm. Het is dan ook moeilijk te verkrijgen. Zaad dat in de handel te koop is om de zaaien is behandeld met chemische stoffen voor behoud van het zaad. Dit zaad is dan ook niet goed voor onze vogels door deze behandeling.