Voorwoord 2022.

Voorwoord.

Sijzenbulletin nummer 1.

In jaar, 2020, hebben veel vogelhouders problemen gehad met de temperatuur in hun vogelhokken. Het was een extreem warm en droog jaar. Een probleem waar we komende jaren waarschijnlijk vaker mee te kampen hebben. Het is een gevolg van de veranderingen van het klimaat. We zullen, zoals wetenschappers aangegeven, vaker extreme weersomstandigheden krijgen. Warme periodes van hoge temperaturen, veel neerslag in de vorm van regen. Over de hoge temperaturen met betrekking tot onze vogels wil ik het dit keer met jullie hebben. Hoe gaan vogels om met hoge temperaturen om hun lichaamstemperatuur constant te houden, dus niet oververhit raken waaraan ze dood gaan. De veren spelen hier ook een rol in. Maar niet alleen de veren. Veren isoleren dat is ruim ziens bekend. De veren isoleren de vogel tegen de kou, maar ook anders om, isoleren ze de vogel tegen de hitte van buiten af. Met betrekking tot niet oververhit raken, speelt nog een andere functie die de vogel heeft een rol. Vogels hebben geen zweetklieren zoals wij als mens hebben. Vogels voeren hun warmte af doormiddel van te gaan hijgen met open snavel. Doordat de vogel gaat hijgen met opensnavel vergroten zich de aderen in de snavel van de vogel waardoor er meer bloed door de aderen stroomt die warmte mee voeren. Door het hijgen wordt lucht uit de longen langs de aderen geblazen, waardoor de lucht die langs de aderen in de snavel stroomt en de warmte in de aderen afneemt. Het afgekoelde bloed stroomt terug door het lichaam. Hierdoor neemt de lichaamstemperatuur af. Dit zijn de functies die de vogel zelf heeft om zijn lichaamstemperatuur constant te houden. Wij kunnen ook een aantal dingen doen om de vogel, bij warme temperaturen, een betere omgeving te geven. Zorg er dan altijd voor dat er genoeg ventilatie is zonder dat het tocht. De vloer in de hokken kunnen we nat maken, het water dat hierdoor verdampt geeft verkoeling. Zorg dat de vogels in deze omstandigheden altijd de mogelijkheid hebben om de kunnen baden. Natte veren geven ook verkoeling aan de vogel.

Aswin Lemmens.


Voorwoord.

Sijzenbulletin nummer 2.

Ornithologen vragen zich nog altijd af welke functies heeft de stuitklier van vogels. Een ding weten ze zeker, de stuitklier is noodzakelijk om het verenkleed van de vogels in optimale conditie te houden. Maar uit verder onderzoek is gebleken dat de stuitklier ook nog andere functies kan hebben. De stuitklier is een orgaan dat zich vlak onder de huid bevindt net boven de staart van de meeste vogels. Niet alle vogels bezitten dit orgaan. Bij de meeste vinkachtigen is dit orgaan kleiner dan bij watervogels. Dat heeft te maken met dat watervogels bij het duiken naar voedsel natter kunnen worden dan vinkachtigen. In de stuitklier wordt een soort vet, of ook wel esters genoemd, aangemaakt. Esters ontstaan door de reactie van vetzuur met alcohol. Dit zuur is goed te vergelijken met het zuur dat mieren produceren. Er zijn ook vogels die baden in het zand waar mieren in zitten, om gebruik te maken van dat zuur om hun veren te ontdoen van parasieten maar ook om hun veren in te vetten. Ester heeft ook een geur, wat door de vluchtige stof die het bezit, die de mens niet kan ruiken. Vogels kunnen deze vluchtige stof wel ruiken, voor hen is het een soort identiteitskaart. Ze herkennen elkaar hieraan. Esters bevatten veel feromonen wat een perfect lokmiddel is van broedrijpe vrouwtjes en mannetjes. Het vet dat gemaakt wordt in de stuitklier, komt door een kleine verdikking aan de boven kant van de staartbasis naar buiten. Het is te vergelijken met de huidporie bij het zweten van de mens. Met de snavel neemt de vogel wat van dat vet om het in de veren te strijken. Zonder dit vet zouden de veren te makkelijk het vocht opnemen waardoor de vogel niet meer kan vliegen. Vogels besteden veel tijd aan het onderhoud van hun verenkleed. Hierbij zie je dat de vogels heel snel met hun snavel langs de stuitklier gaan om wat van het vet op te nemen om het dan langs hun veren te strijken. Dat doen ze dan vanaf de basis van de veer naar het uitende van de veer. Zo zorgen ze voor de waterdichtheid van de veer, maar ook om de gespleten veren te herstellen.

Aswin Lemmens.


Voorwoord.

Sijzenbulletin nummer 3.

Welke functie hebben de kleuren in de bevedering van een vogel bij zijn functioneren in hun dagelijks bestaan? Een van de eerste eigenschappen van de kleur van de bevedering van een vogel waar we aan denken is het andere geslacht te imponeren om zich te kunnen voortplanten. Bij de meeste vogelsoorten is deze taak aan het mannetje voorbehouden. In dit geval, als het mannetje bonter gekleurd is dan het vrouwtje, heeft het vrouwtje de taak om tijdens het broeden zo min mogelijk op te vallen zodat ze rustig haar eieren kan uitbroeden. Het vrouwtje zal zich paren met het mannetje dat de meest opvallende kleuren heeft. Voor het vrouwtje is dat een teken dat het een gezonde en vitale partner is die zal helpen om de jongen groot te brengen. Op deze wijze kunnen ze samen voor nageslacht zorgen die ook weer gezond en vitaal zijn om het nageslacht voort te zetten. De meeste soorten vogels kunnen ook hun partner herkennen aan de kleuren van de bevedering. Zeker voor vogels die afzonderlijk trekken naar andere streken om de winter door te brengen. Als ze afzonderlijk weer terug keren naar hun broedgebied herkennen elkaar weer aan de kleur van hun verenkleed. Voor de meeste soorten Amerikaanse sijzen gelden deze functies ook. Van de meeste soorten zijn de mannetjes bonter gekleurd dan de vrouwtjes. Voor vijf soorten geldt dit niet, ze zijn zo wat gelijk van kleur. Vier soorten trekken in de wintermaanden naar een ander gebied. Dus deels zijn de functie van de kleur van de bevedering toepasbaar als eerder beschreven. Een andere functie van de bevederingskleur is bij vogels die trekken. Deze trekvogels kunnen tijdens de trek oververhit raken. Om deze oververhitting tegen te gaan tijdens de trek zijn ze lichter gekleurd. De lichter gekleurde bevedering heeft dan betrekking op de bevedering van rug en stuit gedeelte. Dit heeft op vier soorten Amerikaanse sijzen betrekking volgens mij. Deze soorten zijn; Dennensijs, Lawrencesijs, Treursijs en Mexicosijs. De oververhitting van de vogels tijdens de trek wordt natuurlijk ook bepaald of de vogels trekken door gebieden waar de temperatuur hoog is of niet. Dit fenomeen staat qua onderzoek nog in de begin fase. Dit onderzoek is gedaan door Duitse en Nieuw-Zeelandse ornithologen. Ik zal proberen dit voor de Amerikaanse sijzen soorten die trekken, te onderbouwen in een artikel.

Aswin Lemmens


Voorwoord.

Sijzenbulletin nummer 4.

Voor zaadetende vogels is het belangrijk dat ze in hun voeding de mogelijkheid hebben om maagkiezel tot zich te kunnen nemen. Wat is maagkiezel, het zijn kleine steentjes met scherpe randen. Deze steentjes met scherpe randen gebruiken de vogels om de zaden die ze eten te kunnen vermalen in hun maag. Dit bevordert de vertering van de zaden die ze opgenomen hebben. De steentjes krijgen met behulp van de spieren in de maag de functie van een molensteen. De spieren in de maagwand laten de maag zo bewegen dat de steentjes de zaden die gegeten zijn vermalen. Het is een hulp bij het goed functioneren van de spijsvertering. Dat is dan ook de reden dat maagkiezel nooit mag ontbreken in de voeding van de zaadetende vogels. Vaak wordt maagkiezel en vogelgrit gemengd verkocht in de handel. Om te controleren of inderdaad maagkiezel bij het vogelgrit zit moet goed gekeken worden of de kleine steentjes, maagkiezel in het mengsel zit. Om te kunnen zien of de vogels wel maagkiezel opnemen is het beter maagkiezel en grit apart te verstrekken. De vogels zullen naar behoefte gebruik maken van de maagkiezel. Jonge vogels die nog zacht voer, eivoer, van de ouders krijgen hebben geen maagkiezel nodig. Het heet niet voor niets zacht voer. Als de jongen zelfstandig zijn en zaden eten, zullen ze ook uit zicht zelf maagkiezel gaan eten. Dat is een natuurlijk mechanisme die de vogels mee krijgen van de ouders via het DNA. Maagkiezel, grit en sepia worden vaak in één adem genoemd. Maar toch, het zijn drie verschillende producten. Vogelgrit is niets anders dan fijn gemalen oesterschelp. Het is, in tegenstelling tot schelpenzand, vermalen tot kleine stukjes. Grit bestaat voor het grootste deel uit kalk en mineralen. Deze stoffen hebben ze nodig om de eierschaal te kunnen maken, voor de groei en algehele gezondheid. Sepia, wat vaak sepiaschild of sepiaschelp wordt genoemd, het rugschild van de zeekat, inktvis. Sepia is een grote bron van mineralen. Een ander voordeel van het beschikbaar stellen van sepia aan de vogels is dat ze hun snavel er aan kunnen slijpen, zodat de snavel niet te lang kan groeien en dat ze daardoor geen voedsel meer kunnen opnemen. Met andere woorden, vogels hebben deze drie voedingssupplementen zeker nodig in hun voedingspakket. Een uitgebreider artikel is op onze website te vinden. Doe er voor de gezondheid van de vogels je voordeel er mee.

Aswin. Lemmens.