Van de voorzitter.
Sijzenbulletin nummer 1.
We weten allemaal wel dat onze Amerikaanse sijzen niet altijd zuiver van soort zijn. Zelfs in de natuur zijn ze niet gevrijwaard van kruisingen met andere soorten. Dit komt doordat bij de meeste soorten hun leefgebied zich overlapt met het leefgebied van andere soorten. Ook de trek om aan voldoende voeding te komen speelt hier een rol in. Bij de meeste soorten, dat is zeker zo bij de poppen, is het erg moeilijk om te zien of het een kruising is. Ooit zijn we als kwekers begonnen met vogels uit de natuur waarvan we niet met zekerheid hebben kunnen zeggen of het zuivere vogels waren, omdat ze in de natuur zich ook kruisen met andere soorten. Zijn de vogels niet zuiver, is het na vele generaties nog altijd geen zuivere vogel. Dus met zekerheid kunnen we nog altijd niet zeggen dat we zuivere vogels in onze hokken hebben. De enige manier omdat duidelijk te krijgen moeten we DNA hebben van zuivere vogels waarmee we het DNA van onze vogels kunnen vergelijken. Alleen hoe komen we aan DNA van zuivere vogels als we niet eens zuiver DNA met zekerheid uit de natuur kunnen halen. Mijn vraagstelling in deze is, moeten we niet stoppen met het streven naar het kweken van zuivere vogels. Mede omdat we nooit met zekerheid weten dat we zuivere vogels hebben. Ook als werkgroep hebben we altijd verkondigd dat we moeten streven naar zuivere soorten. Moeten we onze doelstelling niet aanpassen? Zouden we niet beter kunnen uitgaan van uiterlijke standaard van de soort en die zo dicht mogelijk benaderen en buiten beschouwing laten of de vogel zuiver is. Als die onzuiver is kunnen we die nooit meer zuiver krijgen, dat is een gegeven. Zelfs niet door vogels uit de natuur te halen, want ook uit de natuur weten we niet of de vogels zuiver zijn. Dat is dus ook geen optie. Ik zou graag deze discussie willen voeren met onze leden. Denk hier eens over na. Dan kunnen we een van de komende ledenbijeenkomst er voor gebruiken om dit onderwerp te bespreken. Inhoudelijk zal dit geen gevolgen hebben voor de kwekers. Het is alleen door deze keuze zo dat we bij zuiver of onzuiver niet meer hoeven stil te staan.
Wim Schrijver.
Van de voorzitter.
Sijzenbulletin nummer 2.
In de vorige uitgave heb ik aangekaart dat we ons niet meer moeten laten leiden om zuivere soorten te kweken omdat dit niet mogelijk is. Wat niet wil zeggen dat we nu gaan promoten om onzuivere soorten te moeten gaan kweken. Aan de hand van een reactie hierop, willen we nog eens goed duidelijk maken wat ik hiermee bedoelde.
Reactie van Heidi Saes.
De voorzitter, Wim Schrijver, vraagt om na te denken over de benaming zuivere of niet zuivere soorten. Omdat ik niet op vergaderingen kom vanwege de afstand, wil ik over dit onderwerp toch wat zeggen. Het klopt dat er veel ondersoorten, vooral zie je dit bij de Maggellaansijs, onderling gekruist worden. Het is moeilijk om een zuivere soort te vinden. Toch zou ik persoonlijk de benaming “een zuiver soort” willen behouden. Waarom: omdat ik bang ben dat dan de deur open wordt gezet om bewust te gaan kruisen met verschillende soorten onderling, ook al wordt dan gezegd dat de kleur de zuivere soort zoveel mogelijk moet benaderen. Nu kijken de meeste kwekers nog streng naar een “zuiver” soort omdat het kruisen nu nog niet wenselijk is, maar dat gaat dan versoepeld worden met alle gevolgen van dien. Omdat er vaak moeilijk aan sommige soorten sijzen te komen is, vooral om dat ze veel geld kosten, zal men dan sneller naar een ander soort grijpen om toch te kunnen kweken. Bv. Een pop van een Maggellaansijs tegen een man Yarrelsijs of Mexicosijs of andersom. Ik zou dat toch jammer vinden. Broodkwekers krijgen zo vrij baan om zomaar wat te doen om geld te verdienen. Koop je een koppel Mexicosijsjes die gekruist zijn, maar de prijs blijft. Beginnende kwekers kunnen het verschil niet goed zien en kopen z’n koppel. En niet alleen beginnende kwekers. Ook voor een ervaren oog is het ooit moeilijk te zien. Het benaderen van een zuiver soort is dan alleen belangrijk voor TT kwekers. De rest doet maar wat. Op deze manier verdwijnt het ‘zuivere” soort binnen een aantal jaren helemaal, ook al wordt gedacht dat een “zuiver” soort nu ook al niet meer is, ik denk dat er toch nog heel wat zuivere soorten zijn.
Antwoord Aswin Lemmens.
In grote lijnen heb je gelijk. Je moet wel bedenken dat dat in de natuur niet veel zuivere soorten bestaan dat is uit DNA onderzoek gebleken. Het gaat er in deze ook niet om onzuivere soorten te gaan promoten. Het is alleen de vraag of wij ons niet blijven druk maken om de soorten zuiver te houden als er weinig zuivere soorten bestaan. Het gaat er om dat wij ons moeten richten om vogels te kweken die zo dicht als mogelijk komen bij de omschrijving van de standaardeis zuiver of niet. Het onzuiver kweken van de soorten zullen we nooit promoten. Maar we moeten ons ook niet meer zo druk maken om ze zo zuiver mogelijk te houden. Dat kost veel energie wat geen zin heeft.
Wim Schrijver.
Van de voorzitter.
Sijzenbulletin nummer 3.
Afgelopen broedseizoen kregen we regelmatig te horen, dat bij de ene kweker alles naar wens is gegaan en bij de andere kweker is het niet naar wens gegaan. Bij de kwekers waarbij het niet naar wens is verlopen is de klacht dat de meeste eieren onbevrucht waren. Onbevruchte eieren kan veel oorzaken hebben.
Om de vogels goed broedrijp te krijgen voor de periode dat je wil gaan broeden, is het van belang dat de vogels het hele jaar door goed in conditie blijven. Alle vogels zowel oud als jong moeten goed door de rui heen komen. Rust is noodzakelijk in de rui periode maar ook goede voeding en verzorging.
Van de oudervogels kan de man nog niet broedrijp zijn als de pop toch al bereid is om eieren te leggen. De man kan te jong zijn, hij moet minimaal 9 maanden oud zijn.
De nagels van de man kunnen te lang zijn, waardoor de pop zich niet laat treden, de nagel doen pijn bij het betreden. Oplossing, nagels knippen bij de man.
De man kan een slechte conditie hebben, door iets onder de leden te hebben dat hij niet laat zien. Oplossing, laat de ontlasting van de man door een dierenarts onderzoeken.
Het stel oudervogels past niet bij elkaar, ze moeten elkaar niet. Er is dan maar één methode, de vogels wisselen, dus andere stellen bij elkaar zetten.
Een van beide oudervogels kan te schimmel van bevedering zijn. Hierdoor kunnen de geslachtsdelen niet bij elkaar komen om de bevruchting te veroorzaken. Oplossing kan zijn dat je bij de schimmelvogel, dat kan de man of de pop zijn, rond het geslachtdeel wat veertjes moet uittrekken.
Mannen hebben altijd meer tijd nodig om broedrijp te worden dan de pop. Zorg er dan ook voor dan de mannen eerder bijvoorbeeld meer eivoer/kiemzaad, of vervangers van kiemzaad, krijgen dan de poppen.
Veel kwekers beginnen met broeden in november/december. Dit is een periode dat de weeromstandigheden een wisselvallige luchtdruk met zich meebrengen. Om de vogels goed broedrijp te krijgen is er een stabiel weer type, niet al te vele luchtdruk verschillen, nodig. Zou het dan niet beter zijn om in een andere periode te gaan broeden met de vogels. Bijvoorbeeld beginnen in april/mei. In die periode is het weer over het algemeen wat stabieler. Het zou goed zijn als op dit gebied eens wat onderzoek gedaan zou worden.
Wim Schrijver.
Van de Voorzitter.
Sijzenbulletin nummer 4.
De feestdagen, die al weer een jaar gaan uitluiden, staan weer voor de deur. Voor onze vogels kunnen de oudejaarsfeesten een probleem zijn. De harde knallen, die door het vuurwerk veroorzaakt worden, kunnen voor de vogels een groot probleem zijn. Vogels die door deze harde knallen schrikken, gaan vliegen. Vogels die in het donker gaan vliegen, vliegen zich te pletter tegen het gaas of tegen wat dan ook. Als het oudejaarsvuurwerk wordt afgestoken is het donker in de meeste hokken van de vogels. Donker of niet, als vogels schrikken gaan ze vliegen. Ook buiten de jaarwisseling om, is dit een gegeven. In onze vogelhokken is dit probleem op te lossen door nachtlicht in de hokken aan te brengen. Een lampje van plusmines zo’n 10 a 15 watt de hele nacht aan laten. Er zijn van deze lampjes te koop die je in het stopcontact samen met tijdklok kunt steken. Als de dag verlichting langzaam uit gaat, moet het nachtlampje aan gaan. Voor vogels die in een buiten volière leven is dit een ander verhaal. In die volières wordt er meestal niet gewerkt met nachtlicht. In deze situatie is er maar een mogelijkheid om het probleem wat kan ontstaan dat vogels in het donker schrikken en gaan vliegen, het grote licht aan doen vlak voor mindernacht tot het vuurwerk stopt.
Ook wil ik even terug kijken op het laatste jaar, hoe het met de WAS is verlopen, nu het jaar bijna voorbij is. Het was een goed jaar voor de WAS. Op dit moment hebben we 210 leden. Dat zijn niet alleen Nederlandse leden maar ook uit België, Duitsland, Frankrijk en Oosterrijk. Sinds kort is het bestuur ook weer voltallig. Aad Wijsman heeft zich beschikbaar gesteld voor 2de voorzitter. Het Sijzenbulletin valt zeer goed in de smaak van de leden zoals we regelmatig te horen krijgen. Onze website wordt veelvuldig bezocht. Vraag en aanbod van de website wordt zeer regelmatig gebruikt door leden en niet leden. De webshop loopt zeer goed. De ledenbijeenkomsten in Soest wordt goed bezocht. Zoals we vaak te horen krijgen verloopt de kweek van Amerikaanse sijzen wisselvallig. Bij de ene kweker gaat het heel goed en bij de andere kweker zou het beter kunnen. Natuurlijk zou de kweek beter moeten verlopen. Maar er moet ook nog iets te wensen overblijven. In zijn geheel mogen we zeker niet klagen. Op naar het volgende jaar. Daarom wens ik jullie fijne feestdagen toe en een voorspoedig jaar 2020.