Thuja of levensboom. Beter bekent als conifeer.
Door: A. Lemmens.
Thujazaad is niet zo heel makkelijk te koop in de zaadhandel. Vaak is men afhankelijk van het zelf verzamelen. In de meeste tuinen komen de coniferensoorten wel voor. Het zaad heeft een sterk anti bacteriële werking. Naast de voedingswaarden die het zaad heeft, zijn de takken in de vluchten erg decoratief. Verder zijn de takken een goed middel om de nestkasten te camoufleren in de broedperiode. De broedende vogels voelen zich meer op hun gemak.
Wetenschappelijke naam: Cupressaceae.
Engelse naam: Thuja.
Franse naam: Thuja.
Duitse naam: Abendländischer lebensbaum.
Thuja is de Griekse naam voor een van oorsprong Noord- Afrikaanse boom die een aangename geur verspreid. De aromatische stoffen werden door de Grieken gebruikt voor offers aan de goden. Het Griekse woord voor offeren is Thujo, wat later veranderde in Thuja. Hoe men aan de naam levensboom (volksnaam) gekomen is kent drie verklaringen; de thuja zou een boom zijn uit het paradijs, Hof van Eden, de andere verklaring zegt dat de naam levensboom komt van de medicinale toepassingen, zo iets als boom die levens redt. De derde verklaring zegt dat de boom aan zijn naam komt omdat hij altijd groen blijft.
Thuja occidentalis.
Thuja plicata.
Thuja standishii.
Thuja koraiensis.
Thuja sutchuenesis.
Thuja is een conifeer uit de familie van de cipres. Van de vijf soorten komen er twee voor in Noord – Amerika en drie in Oost – Azië. De soorten in onze tuinen zijn gecultiveerde soorten. De planten zijn groenblijvend. De bladeren zijn schaalvormig, de jonge bladeren zijn naaldachtig. De bladeren worden gegeten door larven en motten.
In het najaar ontwikkelen zich de bloemen. Een onopvallende bloem van zo’n 1 – 2 mm grootte. Op een leeftijd van zo’n 6 jaar worden de eerste kegels gevormd. Eerst zijn ze groen en later bruin. De mannelijke kegels zijn klein en groeien aan de uiteinden van de takken. De vrouwelijke kegels worden aanzienlijk groter de van de mannelijke. De vrouwelijke kegel is bij volgroeidheid zo’n 1 tot 2 cm. Ze vormen zes tot twaalf overlappende, dunne, leerachtige schalen. De schors van de thuja is rood tot grijsbruin van kleur. De schors is schilferachtig, deze zachte schilfers vallen steeds af. Het hout van deze plant ruikt zeer aromatisch en is goed bestand tegen rotting. Het hout wordt voor vele doeleinden gebruikt en is in Europa zeer populair.
Thuja’s zijn langzame groeiers. Als 50 jaar oud zijn ze nooit hoger dan 12 meter. Kunnen op een gunstige plaats wel 800 jaar oud worden. In de loop der jaren ontwikkelen ze een omvangrijk wortelstelsel waardoor ze water kunnen vinden op de meest onherbergzame plekken. Door hun hoog gehalte etherische olie zijn ze zeer gevoelig voor vuur. Omgevallen bomen vormen makkelijk via de jonge takken die dan op de grond terecht komen nieuwe wortels.
Etherische olie, meer dan 1% (thujon).
Flavonoiden glycoside, heeft te maken met verwerking suikers.
Slijmstoffen, bescherming van de weefsels in het lichaam.
Looistoffen, ontstekingsremmers.
Bitterstoffen (pinipicrine) spijsverteringsbevorderend.
Suikers, koolhydraten die belangrijk zijn bij het dagelijkse voeding.
Uit de verse bladeren, takken en schors wordt etherische olie gewonnen. De boom moet hiervoor minstens 15 jaren oud zijn. De olie heeft een bittere balsemachtige geur. De olie is desinfecterend, slijmoplossend en stimuleert het immuunsysteem. Uit de bladeren wint de farmaceutische industrie medicijnen tegen kanker en infecties. Uit de bladeren worden grondstoffen voor medicijnen gewonnen. Thuja etherische olie is bacteriedodend, schimmeldodend en bestrijd virale infecties. Alleen voor uitwendig gebruik. Etherische olie is bij puur gebruik giftig. Het is dan ook niet verstandig de planten delen, buiten de zaden, te gebruiken als voeding voor de vogels. De etherische olie kan gebruikt worden bij huid aandoeningen aan de poten van vogels. De zaden hebben de volgende werking: De zaden bestrijden darmparasieten, vastzittend slijm en jicht. Thuja is als tintuur in de handel te verkrijgen. Volgt nauwkeurig de aanwijzingen.
Takken van de thuja zijn goed te gebruiken als camouflagemiddel in de broedtijd. Door deze takken te bevestigen aan de nestkasjes zitten de vogels rustiger te broeden. Daarnaast zijn de takken ook een decoratiemiddel in kooien en vluchten. Ook is het een goede bezigheid voor de vogels. Ze kunnen er in omstruinen. Voor de poten van de vogels is het een trainingsobject. Spieren ontwikkelen zich beter door in deze takken rond te struinen. Een aardige bijkomstigheid is dat de takken een aangename geur verspreiden in de vogelruimte. Het hout van de thuja kan heel goed tegen vocht. Hierdoor wordt het veel gebruikt bij buitenwerk. Doordat de thuja lang leeft is het een ideaal voor klimaatonderzoek.