Teunisbloem

Door: A. Lemmens

Naamgeving:
Wetenschappelijke naam: Oenothera biennis.
Engels: Evening primrose.
Duits: Gemeine Nachtkerze.
Frans: Onagre bisanuel.

Teunisbloem is een geslacht van zo’n 125 soorten eenjarige, tweejarige en vaste planten uit de teunisbloemfamilie Onagraceae. De soorten komen van nature voor in Zuid- en Noord-Amerika, maar zijn ondertussen ingeburgerd in vele landen. De botanische naam Oenothera betekent ‘ezelsvanger’, van het Oudgrieks ‘oeno’ wat betekent ‘ezel’ en ’thera’ is vangen of achtervolgen.

Kenmerken:
Het geslacht heeft gele bloemen met vier kroonbladen. Er bestaan ook soorten met witte, roze of rode bloemen. De bloemen staan rechtop of schuin omhoog. De bloemen bezitten een kelkbuis. De bloemen gaan ’s nachts open en verwelken al na een dag. De bladeren zijn groen lancetvormig, de stengels zijn weinig of niet vertakt. De plant kan tot 150 cm hoog worden. De plant bloeit van eind juni tot midden augustus.

Het geslacht is verwant aan het wilgenroosje. Knoppen kunnen zich in enkele minuten ontvouwen tot bloemen. De volgende dag verwelken deze bloemen. ’s Avonds gaan weer nieuwe bloemen open, zo wekenlang en worden daarom door nachtactieve insecten bestoven.

De zaden van de meeste soorten rijpen van augustus tot oktober. De zaaddoos bevat circa 200 zaadjes waaruit een kostbare olie wordt gewonnen. De zaden zijn rijp als de zaaddoos bruin gaat worden. Niet alleen de rijpe zaden hebben de vogels graag maar ook de nog niet rijpe zaden. De niet rijpe zaden bevinden zich in de nog groene zaaddozen

Voorkomen:
De meeste soorten komen nog steeds voor in hun oorspronkelijke verspreidingsgebied in Midden- en Noord-Amerika. Met andere woorden, is dit een voedingsplant die de Amerikaanse sijzen van nature kennen. Van de in Europa ingevoerde soorten loopt de noordgrens van hun verspreidingsgebied tot in Finland. In de natuur zijn het vaak de eerste planten die nieuwe grond koloniseren. Ze worden dan ook vaak op braakliggende gronden en zandgronden als wegbermen, duinen en kapvlakten en dergelijke gevonden.

Medicinaal gebruik:
De Teunisbloem wordt al vele eeuwen door verschillende Indianenstammen in Noord-Amerika gebruikt wegens zijn heilzame werking. De plant stond in hoog aanzien als middel wat kracht, gezondheid en vitaliteit gaf. Bladeren en wortels werden als een voedzame groente gegeten, de plantendelen werden in olie ingelegd en dan rauw verorberd. Eveneens werd de “Primerose” ook als heilmiddel bij verschillende kwalen benut. Uit de bladeren werd een thee tegen diarree bereid en uit de bloemen een siroop tegen ademhalingsproblemen. De belangrijkheid van het zaad werd door de Algonkin indianen ontdekt. Zij stampten de zaden tot een brij die werd gebruikt bij allerlei problemen. De brij werd toegepast bij huiduitslagen, kleinere wonden, steken en beten, zelfs de vrouwen gebruikten het als masker voor een reine en strakke huid.

De olie uit de zaden van teunisbloem is rijk aan onverzadigde vetzuren. Het gehalte aan gamma-linoleenzuur kan oplopen tot 14%. Door de bijzondere samenstelling van dit zuur kunnen ontstekingen in het lichaam gunstig worden beïnvloed. Ook geschikt voor de verzorging van de gevoelige huid rond de ogen. De olie is een natuurlijke, biologische bron van essentiële vetzuren waarvan cis-gammalinoleenzuur met een aandeel van ongeveer 10% de belangrijkste is. Het zuur is actief door de bijzondere trigliceryde structuur die zo karakteristiek is voor Teunisbloemolie. Voor degene die de teunisbloemzaden om welke redenen dan ook niet zelf kunnen oogsten, is de olie een alternatief om het aan de vogels te kunnen geven. Enkele druppels door het eivoer mengen.

Van de bladeren kan thee getrokken worden die diaree bestrijdt. De symptomen van eczeem kunnen door het innemen of via de huid absorberen verlicht worden. Ook uitwendig te gebruiken bij de volgende klachten: huidschilfers, roodheid van de huid, psoriasis (huidziekte), droge huid. Inwendig is teunisbloemolie te gebruiken bij de volgende klachten: menopauze, reuma, overgewicht door stofwisselingsstoornissen, hart en vaatziekten, hoge bloeddruk, astma, hooikoorts, allergieën, leverklachten door alcohol, hyperactiviteit, geïrriteerdheid, huidklachten, ontwenningsverschijnselen (alcoholisme), katers. Gebruik van teunisbloemolie is af te raden bij manische depressiviteit of epilepsie.

De voet van de plant heeft een roodbruine kleur. Samen met het geel van de bloemen is dit een indicatie voor de aanwezigheid van caroteen. Cartoon is een stof die veel medische processen in het lichaam bevordert. Daarnaast is het een stof die de intensiviteit van de kleuren in de bevedering bevordert. De plant bevat looistoffen en slijm die een bloedzuiverende werking hebben.

Overig gebruik:
De bladeren van verschillende soorten zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog wel gebruikt als vervanging voor tabak.

Tuin en natuur:
Hoewel er drie soorten in het wild voorkomen, worden deze ook vaak in tuinen aangeplant. Hiernaast worden er diverse cultivars gekweekt. Vooral de soorten Oenothera fruticosa, Oenothera macrocarpa en Oenothera speciosa staan aan de basis van veel cultivars.

Hiernaast zijn een aantal hybriden geselecteerd:
Oenothera ‘African Sun’
Oenothera ‘Apricot Delight’
Oenothera ‘Cold Crick’
Oenothera ‘Lemon Sunset’
Oenothera ‘Longest Day’

Geschiedenis:
Men neemt aan dat het geslacht 70.000 jaar geleden in Mexico en Midden-Amerika is ontstaan. Gedurende het Pleistoceen werd Noord-Amerika afwisselend bedekt met vier ijstijden en warme perioden. Gedurende elke warme periode werd Noord-Amerika weer bedekt met planten vanuit Midden-Amerika, waarbij de naar het noorden oprukkende planten zich mengden met restanten van voor de ijstijd. Dit zorgde voor een grote genetische variatie.

De eerste planten arriveerden vanuit Virginia in 1614 in Padua bij de Orto botanico di Padova. Ze werden door de Engelse botanicus John Goodyer in 1621 beschreven. Ze zijn nu in een groot deel van Europa aanwezig. De plant kwam waarschijnlijk begin 1700 in Europa en werd in 1749 door de Zweedse botanicus Peter Kalm herontdekt

Wetenschappelijke indeling:
In Europa komen vier soorten en één hybride voor, die ook alle in België en/of Nederland voorkomen:

Grote teunisbloem (Oenothera erythrosepala) – sinds de 19e eeuw
Kleine teunisbloem (Oenothera parviflora) – sinds de 18e eeuw
Middelste teunisbloem (Oenothera biennis) – sinds de 17e eeuw
Duinteunisbloem (Oenothera oakesiana)
Bastaardteunisbloem (Oenothera ×fallax)

Algemeen:
De zaden worden door de meeste zaadetende vogels zeer gewaardeerd. Deze zaden zijn ook te koop in de goede speciaalzaken. Ze zijn redelijk duur, € 5,00 de kilo. Een zaad dat zeker niet mag ontbreken op het menu van onze vogels.