Raapzaad.

Door: A. Lemmens.

Raapzaad kennen de meeste vogelliefhebbers. Het zit in de meeste zaadmengelingen. Het zijn de kleine kogelronde donkere zaadjes. Raapzaad lijkt erg veel op koolzaad. Het verschil is het duidelijkste te zien in de grootte en de kleur. Koolzaad is grover en tegen het zwart van kleur. Raapzaad is dus kleiner en donkerbruin van kleur. Een ander onderscheid is te maken door het tussen je tanden stuk te bijten, raapzaad smaakt zoet nootachtig, koolzaad smaakt bitter. De zaadkern van beide zaden zijn geel. Dit komt door het vrij hoog gehalte luteïne gehalte. Deze stof maakt het geel van de bevedering warmgeel. Raapzaad bevat veel vet. Hier moeten we rekening mee houden i.v.m. vervetting. Vogels die in een onverwarmd verblijf de winter doorbrengen kunnen we wat meer raapzaad geven. Door de koude verbruiken ze het vet wel. Van raapzaad wordt ook olie geperst.

raapzaad

Naamgeving:
Wetenschappelijk naam: Brassica rapa.
Engelse naam: Turip.
Duitse naam: Rübsen.
Franse naam: Navet.

Beschrijving:
Hoogte is 30 tot 80 cm. De plant is eenjarig of tweejarig. De plant bloeit in april tot en met augustus. De wortel is knolvormig. De onderste bladeren zijn liervormig met beharing aan beide zijden. De bovenste bladeren zijn blauwachtig van kleur met een gave rand. De bloemen zijn geel en hebben een doorsnede van 2 cm. De zaden zijn 2 a 3 mm groot. De kleur is donkerbruin met een zilverachtige glans. De familienaam van raapzaad (Brassica) kent zo’n 30 verschillende soorten. Naast raapzaad heeft ook koolzaad, savooikool, spruiten, bloemkool, spitskool, koolraap enz. deze familienaam. Al deze planten zijn snelle groeiers en bloeien met gele bloemen en maken nectar aan. Raapzaad komt in vele delen van de wereld voor in wilde vorm of verwilderde vorm. Raapzaad heeft een zoetige nootachtige smaak. Vogels eten het liefste het Canadese zoetzomerraapzaad. De zaden ontwikkelen zich in hauwtjes, peultjes. Als de zaden rijp zijn springen de hauwtjes open waardoor het zaad vrij komt.

Biotoop van de plant:
De plant gedijt het beste op zonnige plaatsen in een vochtige voedselrijke goed omgewerkte humushoudende grond.

Vindplaatsen:
Naast de akkers zijn de planten ook te vinden op braakliggende grond, langs rivieren en sloten en wegbermen.

Werkzamestoffen:
De zaden hebben een goed eiwitgehalte en zijn vooral rijk aan vet en hebben een gunstig kalium, fosfor en calcium gehalte. Raapzaad wordt ook veel gebruikt in het kiemzaad. Het kiemt snel als het vers is, binnen 24 uur.

Per 100 gram.
Vocht 7,5 % Vitamine B6 0,09 mg
Zetmeel en suikers 17,8 % Tryptofaan 9,23 mg
Ruw eiwit 20 % Threonine 25,38 mg
Ruw vet 42,6 % Isoleucine 36,15 mg
Ruwe celstof 7,6 % Leucine 33,07 mg
Calcium 30 mg Lysine 36,15 mg
Fosfor 27 mg Methionine 10,76 mg
IJzer 0,3 mg Cysteïne 5,38 mg
Magnesium 11 mg Fenylalanine 16,92 mg
Zink 0,27 mg Tyrosine 13,07 mg
Koper 0,085 mg Valine 30 mg
Mangaan 0,134 mg Arginine 23,84 mg
Selenium 0,7 mg Histidine 13,84 mg
Vitamine C 21 mg Alanine 35,38 mg
Thiamine 0,04 mg Asparginezuur 63,07 mg
Glutaminezuur 130 mg Glycine 25,38 mg
Proline 26,15 mg Serine 29,23 mg
Raapzaad heeft door zijn werkzamestoffen een positieve werking op de gezondheid van onze vogels. Daarnaast bevordert het zaad de intensiviteit van het geel en groen in de bevedering. Dit zaad mag dan ook nooit ontbreken in de dagelijkse zaadmengeling die we aan de vogels verstrekken.