Door: A. Lemmens.
Wetenschappelijke naam: Persicaria maculosa.
Engels: Bistort.
Frans: Bistorte.
Duits: Wiesenknöterich.
Nederlandse volksnamen: Addertong, Bloedkruid, Hertstong, Longenkruid, Miltkruid, Naterwortel, Rauwolfiawortel, Slangewortel.
Perzikkruid is een vaste plant uit de familie van de duizendknoop. De plant kan een hoogte bereiken van 20 cm tot 100 cm. De bloeitijd is van juni tot en met oktober. De stengels groeien meestal rechtop, in sommige gevallen liggend en zijn vertakt. De bladeren zijn langwerpig, aan de voet versmald, met een spitse top en gegolfde randen. De stengels van de bladeren kort en hebben geen klierharen. Op het blad bevindt zich een halvemaanvormige vlek. De bloemen zijn roze of wit. Ze groeien in korte dichtbloemige, trosvormige schijnaren. Ze zijn ongeveer 5 mm groot. De mannelijke en vrouwelijke bloemen staan gepaard aan een stengel. De vruchten zijn driekantig. De zaden zijn zwartglanzend van kleur. 3 mm lang. De binnenkant van de wortel is rood van kleur, dat duid op de aanwezigheid van looistoffen. De buiten kant van de wortel is zwart van kleur.
De plant houd van een zonnige, vochtige, voedingsrijke, onbewerkte, kalkarme grond. Onder deze voorwaarden groeit de plant op elke grondsoort.
De plant bevindt zich op akkers, langs spoorwegen, moestuinen, op plaatsen waar van elders grond is aangevoerd, braakliggend perselen, bermen en waterkanten.
Oorspronkelijk komt de plant uit Europa en Zuid – Azië. Heden ten dage komt de plant in de hele wereld voor met uitzondering van woestijngebied en poolstreken. In Nederland komt de plant algemeen voor. In België is de plant vrij algemeen in de hoger gelegen gebieden.
In de 15de eeuw waren de heilzame werking van de plant al bekend. Toen werd ze ook al omschreven onder een andere naam. Toen werd de plant in hoofdzaak gebruikt als wondkruid of als bloedstelpend geneesmiddel. Omdat de wortels lijken op een slang werd het kruid ook gebruikt tegen het gift van slangenbeten. De oude naam voor het kruid was “Serpentaria”. Bij het leerlooien werd het ook gebruikt.
– Looistoffen.
– Suikers.
– Oxaalzuur.
Looistoffen zijn samengestelde kleurloze polyfenolverbindingen die allemaal de eigenschap bezitten om proteïne (eiwitten), zware metalen en alkaloïden te laten stollen.Er zijn twee groepen looistoffen die in water oplosbaar zijn. De ene bestaat uit galluszuur en de andere zijn glycosiden, bestaande uit polymeren.Looistoffen hebben stelpende en ontsmetttende eigenschappen. Ze worden gebruikt om de proteïne in slijmvliezen en ander weefsel te laten bezinken. Dit bezinksel voorkomt de voeding van bacteriën en versnelt dus het genezingsproces van wonden en ontstoken slijmvlies.De werking van looistoffen bestrijdt bovendien de gevoeligheid en de pijn. Dit is hetzelfde proces waar men gebruik van maakt om dierenhuiden te looien, vandaar de naam looistoffen. In de geneeskunde worden looistofhoudende planten gebruikt om diarree, bronchitis langzaam helenden wonden, mondinfecties en aambeien te strijden. Veel gebruik van looistoffen voor het bestrijden van kwalen is schadelijk, dat is dan ook de rede om er voorzichtig mee te zijn. Looistofhoudende planten zijn: heideroos, wilg en berk. Gewoonlijk zitten deze looistoffen in het blad,vaatweefsel, schors, onrijpe vruchten, gal en zaadvlies. Galappels van de eik, eikenschors, bladeren van de braam en framboos, bladeren en vruchten van bosbes, bloeiende stengels van agrimonie (rozenfamilie), wortels van de grote pimpernel en tormentil en de zaadvliezen van de walnoot.
Suikers of koolhydraten hebben een belangrijke functie in hetlichaam van mens en dier. Ze zijn energie voor het lichaam. Daarnaast spelen ze een rol bij de stofwisseling. In de DNA structuur hebben suikers/koolhydraten ook een functie. De meeste suikers/koolhydraten zijn gekopppeld aan eiwitten en vetten om deze te kunnen gebruiken door het lichaam.
Er zijn talloze organische zuren. Het ene zuur heeft veel te maken met het vitaminen opnameproces, zoals het voedzame ascorbinezuur (vitamine C). Andere zuren spelen een rol bij het bloedstelpingsproces, zoals galzuur wat in eikenbomen voorkomt. Weer andere zuren (vaak ook werken ze samen in bepaalde verhouding) spelen de rol van ontstekingsremmer of pijnstiller. Oxaal zuur is giftig. Dit zuur zit in vrije vorm of als verbinding met calcium- of kaliumzout in de bladeren van klaverzuring en rabarber. Het is een prikkelende stof die in sterke dosis giftig is.
Een zeer sterk samentrekkend kruid, waardoor het gebruikt kan worden bij alle bloedingen, zowel inwendig als uitwendig. Bevorderd de spijsvertering, help bij diarree. Het is bloedzuiverend. Het is een goed middel tegen klachten van de bovenste luchtwegen. De zaden zijn caroteen houdend, dit intensiveert de kleur van de bevedering van de vogels. De scherpe smaak van perzikkruid ontstaat door de ertherische olie. Ertherische olie kent vele manieren van gebruik. Voor medisch gebruikt zijn er een paar honderd ertherische oliën.
De meeste zaadetende vogels lusten de zaden van het perzikkruid graag. Onrijpe en rijpe zaden worden opgenomen. De plant bevat oxaalzuur, dat bij veel opname giftig kan zijn. Daarom met mate geven. De bloemen, het blad en de wortel, gedroogd, kunnen we gebruiken om er thee van te trekken voor de vogels. De zaden bevatten caroteen, wat tengoede komt aan de intense kleur van de bevedering. Vaak kom je in de literatuur tegen dat perzikkruid de rui van de vogels bevordert. Bewijzen hiervoor zijn er niet. Het kan goed zijn dat de caroteen die de plant bezit hier de oorzaak van is. Ook kan men het zaad drogen om voorraad te hebben voor de wintermaanden. De voedingswaarden lopen terug bij het drogen van de plant. Bij het plukken van de plant moet er goed rekening mee gehouden worden dat er niet met anti-onkruidmiddelen/insectiside gespoten is.