Oost-Indische kers

Door: A. Lemmens.

2017.

Naar aan leiding van het artikel ”Bloemen die de kleur van de bevedering van vogels bevorderen”, kreeg ik een reactie van Dhr. H. Menkehorst. Hij voert rode en oranje bloemen van de Oost Indische kers aan zijn oranje kanaries. Zijn vogels zijn er inmiddels verzot op. De kleur van de vogels is veel intensiever sinds hij deze bloemen voert aan de vogels. Een goed idee om het rood van de Kapoetsensijzen bevedering ook op een natuurlijke wijze intensiever rood te krijgen. Daarnaast zijn er medisch gezien ook nog een aantal redenen om deze bloemen op te nemen in het voedingspatroon van de Kapoetsensijs. Sijzen met gele bevedering moeten we deze bloemen NIET geven, de gele bevedering wordt hierdoor te oranje, wat niet de bedoeling is.

Naamgeving:
Wetenschappelijke naam: Tropaeolum majus.
Duitse naam: Kapuzinerkressen.
Engelse naam: East Indian Cherry.
Franse naam: Cerise Indie nest.

De Nederlandse naam komt waarschijnlijk uit de 17e eeuw toen men dacht “de plant komt van ver, dus zal ze wel uit Indië of India komen”. Dit was een gedachte die niet klopt, Oost Indische kers komt uit Zuid Amerika. Het tweede deel van de Nederlandse naam, kers, komt van Waterkers, de smaak en de bladvorm lijkt veel op die van Oost Indische kers. Andere gebruikte namen voor Oost Indische kers zijn; Kapucijner, Kapucijnerkers en Indische waterkers. De wetenschappelijke naam “ Tropaeolum minus” komt van het Griekse woord Tropaion wat zoveel betekent als trofee. Majus zal de maand mei aanduiden.

Beschrijving:
Het is een eenjarige plant, die oorspronkelijk uit de Zuid-Amerikaanse Andes komt. In de 17de eeuw is de plant in Europa ingevoerd. Kruipende bodembedekker, maar er bestaat ook een klimmende plant van deze soort. De hoogte ligt tussen de 30 en 40 cm. De bladeren zijn glad en grauwgroen van kleur. De vorm is rond aan de bovenkant en loopt spits toe. De bladeren hebben een peperachtige smaak. De bloeitijd ligt in de maanden juni tot oktober. De bloem heeft de kleur oranje, geel of rood en heeft mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen. De bloemen ontwikkelen zich in de bladoksels. De bloem heeft vijf getande bloembladeren. De vrucht is een splitvrucht en bestaat uit drie steenvruchten. De plant kent zo’n 90 soorten. Zowel de bloemen, bladeren en de zaden zijn eetbaar.

Medische aspecten:
– Genezen van pootschimmmels.
– Bestrijding van ringwormen.
– Bestrijding van bekschimmels.
– Bestrijding bacteriële infecties.
– Bestrijding urineweginfecties.
– Bestrijding luchtweginfecties.
– Bestrijding van nier klachten.
– Bevorderd de vetvertering.
– Wondgenezing.
– Versterkt het immuunsysteem.
– Bevordert de bloedsomloop.
– Slijmoplossend.
– Lever ontgifting.
– Wekt eetlust op.
– Bevordert de kleur van rode bevedering.
– Goed voor de huid en conditie van de bevedering.

Werkzame stoffen:
– Glucosinolaten.
– Zwavelhoudende aminozuren.
– Benzylisothyacyanaat.
– Mysorin.
– Mosterdolieglycoside.
– Vitamine B.
– Vitamine C.
– Vitamine E.
– Zwavel.
– Jodium.
– IJzer.
– Fosfor.
– Kalium.

Voor mensen die de plant niet zelf willen of kunnen kweken is er de mogelijkheid om de tinctuur te gebruiken bij de vogels. Deze tinctuur is in de handel te koop onder de naam Tropaeolum. De handigste manier om het aan de vogels te verstrekken is, om het door het eivoer te mengen.

Zeker de moeite waard om deze verse plant in de voeding van de vogels op te nemen.