Door: A. Lemmens.
2017.
De kleur en de tekening van een vogelei hebben beide een functie in het proces van nageslacht voortbrengen. Zowel de kleur als de tekening van het ei hebben een camouflerende functie. Voor holenbroeders is dit minder van belang. In deze situatie zijn de eieren al beschermd doordat ze in een donker hol gelegd zijn. Voor vogels die een vrij nest bouwen is dat natuurlijk een ander verhaal. Zij moeten eieren produceren die zo min mogelijk opvallen om de rovers van hun eieren te kunnen misleiden zodat ze veel jongen groot gebracht krijgen. Dit alles om hun geslacht zeker te kunnen stellen voor de toekomst.
De kleur is aangepast aan de kleur van het nestmateriaal dat de vogels gebruiken om hun nest aan de binnenzijde af te werken. Groen nestmateriaal vraagt om eieren die de kleur hebben in de groenblauw tinten. Licht nestmateriaal, zoals plantenpluis of dierenhaar, vragen om eieren met de kleur witlichtblauw van tint. De tekening speelt de rol van extra misleiding. Wordt het nest afgewerkt met ruw structuur nestmateriaal zoals gras, dan moet de tekening op het ei ook ruw zijn. Dan valt het ei veel minder op in het nest. De broedende vogel zal zo nu en dan het nest moeten verlaten om bijvoorbeeld te eten, dan moeten de eieren niet opvallen voor rovers van de eieren. De vraag is natuurlijk hoe krijgen de eieren hun kleur en tekening mee. Zover als mogelijk wordt in dit artikel dit duidelijk gemaakt.
Om zicht te krijgen op het ontstaan van de kleur en tekening van een vogelei, is het noodzakelijk om het proces te volgen hoe het ei het voortplantingskanaal van het vrouwtje doorloopt. Dit proces duurt 24 uur. De eicel komt los van de eierstok. Nu, in het begin van de eileider, wordt de eicel bevrucht door de spermacel van de man. In het afdalen van de bevruchte eicel in de eileider, wordt de bevruchte eicel met kiemwit, het eiwit van een gekookt ei, bedekt. Ook worden op dit moment de beschermende membranen aangebracht. 4 uur na de bevruchting komt de bevruchte eicel aan in het uiteinde van de eileider. Aan dit uiteinde van de eileider bevindt zich een soort zakje dat de schaalklier genoemd wordt. In deze schaalklier blijft de bevruchte eicel de komende 20 uur. De schaalklier brengt de harde kalkschaal om de bevruchte eicel aan. Je kunt je dit voorstellen als een auto in een carwashstraat. Alleen nu komt er geen water uit de sproei installatie maar een kalkachtig calciumcarbonaat substraat dat op de bevruchte eicel wordt gespoten. Om dit proces uitvoeriger te volgen lees het artikel “Bevruchting en ontwikkeling van het vogelei”. Is dit proces voltooid dan worden de pigmenten op de eischaal afgezet die de grondkleur en de tekening aan de eischaal geven. Er worden 2 belangrijke pigmenten aan de eischaal gegeven. Namelijk, Protoporfyrine zorgt voor de bruine rode grondkleur. De galkleurstof Biliverdine zorgt voor blauwgroene grondkleur. Een mengsel van deze twee eischaalpigmenten, Protoporfyrine en Biliverdine, geven prachtige kleuren aan de eischaal. Deze pigmenten kunnen afzonderlijk voorkomen in de eischaal of samen. Er zijn ook eischalen die geen pigmenten hebben. Het witte ei heeft geen eischaalpigmenten. Hoe de verschillende patronen/tekening op de eischaal worden gemaakt door de vogel is nog niet precies duidelijk.
De reden dat de grondkleur van eierenschaal wel is onderzocht en de tekening van de eierenschaal niet, is van commerciële aard. Consumenten hebben een bepaalde voorkeur voor de kleur van het ei dat ze het liefs kopen. Zo hebben Engelse consumenten de voorkeur voor bruine eieren en de Amerikaanse consument heeft weer de voorkeur voor witte eieren. Commercieel gezien was deze voorkeuren van belang voor de eierproducenten om te weten hoe een kip de grondkleur van de eischaal maakt, dan konden ze daar rekening mee houden bij het productieproces van eieren. De tekening van eieren is voor consumenten niet van belang, daar let niemand op bij het kopen van eieren. Dus was er ook geen commercieel belang en is het niet onderzocht.
Geen ene eischaal, van de zelfde soort vogel, is gelijk, zowel niet van grondkleur als van patroon/tekening. Men vermoedt dat deze verschillen te maken hebben met de snelheid waarmee het ei de schaalklier passeert en de snelheid van de draaiing van het ei in de schaalklier. Bij een ei dat langzaam de schaalklier passeert heeft het pigment langer de tijd om zich te hechten op de eischaal en tot spikkels te kunnen leiden. Een snelle doorgang van het ei zorgt voor strepen en de draaiing veroorzaakt de kromme lijntjes. De tekening op de eieren ontstaat de laatste 3 tot 4 uur voordat de eieren worden gelegd. Er zijn ook vogelsoorten waarbij de tekening eerder ontstaat dan de laatste 3 tot 4 uur, onder anderen bij roofvogels. Dit is af te leiden uit het feit dat op de tekening een dun laagje calcium zit. Dus moet de tekening op de eischaal zijn aangebracht voor dat het proces van eischaal vorming door calcium voltooid was. Hierna passeert het ei het uiteinde van de eileider en wordt het ei gelegd. De kleur en vorm van de tekening van de eischaal ontstaan mogelijk door de manier waarop de genen van de vogel hier invloed op hebben. Ook de verscheidenheid aan kleur en tekening zijn bepaald door de genen van de vogel. Mede ook bepaald door de genen is de manier hoe het ei de schaalklier passeert en welk pigment of samenstelling van de pigmenten gebruikt wordt.
Boek: De koek, van Nick Davies, vertaald door Nico Groen.
Boek: Het vogelei, Ondertitel: Wonder van volmaaktheid, van Tim Birkhead, vertaald door Roland Schrijber.