Door: A. Lemmens.
Ook de Amerikaanse sijzen hebben deze zaden graag als de vogels ze hebben leren eten. Zoals bij de meeste soorten composieten zit aan het zaad pluis om het zaad met de wind mee te voeren. Het ontstaan van het pluis is voor ons het teken dat we moeten gaat plukken, het zaad is dan rijp. Als het pluis droog is, wordt het zaad doormiddel van het pluis meegevoerd door de wind en weg is het zaad. Voor we het zaad aan de vogels geven, is het goed om het pluis van het zaad te knippen, anders liggen de hokken vol het pluis.
Wetenschappelijke naam: Mycelis muralis.
Duitse naam: Mauerlattich.
Engelse naam: Wall lettuce.
Franse naam: Laitue des murailles.
Het eerste deel Mycelis van de wetenschappelijke naam, geslachtsnaam, is geen betekenis Muursla.
Muursla is een plant die onderverdeeld is bij de grote familie van de composieten. Andere composieten die bekender zijn, zijn paardenbloem, bijvoet, boerenwormkruid, guldenroede, kamille, enz. in de wereld schat men dat er tussen de 20.000 en 25.000 soorten composieten bestaan.
Van de meeste composietensoorten worden de zaden door de zaadetende vogels graag van te achterhalen. De soortnaam muralis betekent zoveel als op of bij muren groeiende.
De plant heeft een hoogte tussen de 60 en 90 cm. Het is een overblijvende plant. De overwintering vindt plaats door winterknoppen onder of vlak boven de grond. De bloeitijd ligt in juni tot en met augustus. De wortel is een wortelstok. De plant heeft maar een stengel die dun, hol en kaal is. De kleur van de stengel is blauwgroenachtig met een rode schijn. Ze bevatten veel melksap. Bij de bloei ontstaan er vertakkingen. De bladeren zijn erg dun en vrij groot. De randen zijn bochtig en getand. Aan de stengel is het blad breed. Ze hebben een langwerpige vorm. De bloemen zijn tweeslachtig. De bloemhoofdjes worden 7 tot 8 mm groot. Ze vormen samen een pluim. Iedere pluim bestaat uit 5 lichtgele lintbloemetjes. De vrucht bestaat uit een eenzadige dopvrucht, ook wel nootje genoemd. De zwartbruine zaden zijn cilindervormig en licht geribbeld. De zaden lopen spits toe. De zaden worden getransporteerd door pluis. Het pluis is helder wit van kleur. De zaden hebben een korte levensduur, 1 jaar.
Magnesium 4,44 mg
Calcium 32,27 mg
Fosfor 1,96 mg
Kalium 41,09 mg
Apigenine. Apigenineis een bioactieve stof uit de groep Flavonen.
Glucose. Het is een van de belangrijkste brandstoffen voor het lichaam.
Luteoline: Is een natuurlijke kleurstof, afkomstig van een plant, die de gele kleur van de bevedering kan beïnvloeden.
Quercetine. Is een natuurlijke kleurstof komt wijdverspreid voor in het plantenrijk. Deze kleurstof kan het groen en rood beïnvloeden van de bevedering
Cafeïnezuur. Is een zenuwstelsel kalmerende stof. Komt voor in onder andere in Valeriaan.
Chlorogeenzuur. Is een antioxidant, vermindert het vrijkomen van glucose in de bloedstroom na een maaltijd.
Isochlorogenic zuur. Is ook een antioxidant.
Scopolin. Komt voor in citrusvruchten en helpt bij de verwerking van glucose.
