Door: A. Lemmens.
2023.
Deze plant groeit uit tot een struik of laagstammige boom. De mispel is een fruitsoort die al door de mens gekweekt wordt vanaf 600 jaar voor Chr. Van oorsprong komt de plant uit de Kaukasus. Daarna is ze verspreid naar Perzië en Klein Azië. Vrij snel daarna is de plant geïntroduceerd in Griekenland. Gezien zijn voedingswaarden zeker een fruit dat de moeite waard is.
Wetenschappelijke naam: Mespilus germanica.
Engelse naam: Medlar.
Duitse naam: Mespel.
Franse naam: Néflier d´Allemagne.
Mespilus komt ui het Grieks, mesos betekent midden en spilos betekent klip of steenmassa. Dit omdat waarschijnlijk de vijf stenen, de pitten van de vrucht steenachtig zijn en met hun toppen uit het vruchtvlees steken. Germanica betekent Duits.
Het is een overblijvende plant. De winterknoppen kunnen overwinteren tot wel vijftig cm onder de grond. De bloeitijd is in mei. De plant kan een hoogte bereiken tussen de 1,5 tot 6 meter. De stam heeft schors met een bruine tot lichtgrijze kleur. De poriën, lenticellen, van het schors verlopen horizontaal. De takken hebben min of meer doornen, de gekweekte vorm hebben vaak geen doorns. De jonge takken hebben een gladde schors en zijn zacht gehaard. De oudere takken hebben meer barsten. De verspreid staande bladeren zijn lancetvormig toegespitst tot omgekeerd eirond. Ze zijn 5 tot 12cm lang. Ze hebben een gave rand of bovenaan fijn getand en kort gesteeld. De kleur is donkergroen en aan de onderkant zacht viltig behaard. De bloemen zijn tweeslachtig. De alleenstaande bloemen zijn 3 tot 4 cm groot. De vijf kroonbladeren zijn wit of soms roze van kleur. Ze hebben vijf lange kelkslippen, de groene blaadjes onder aan de bloem. De bloemstelen en de kelk zijn zacht behaard. Ze hebben veel meeldraden en het vruchtbeginsel staat om laag met een stijl en vijf stempels. De vruchten zijn pitvruchten. Ze zijn bolvormig tot peervormig, bruinachtig van kleur en zijn 2 tot 3,5 cm lang. Ze hebben een kroontje van blijvende kelkbladen. De smaak is melig en wrang. Als ze na maanden beurs zijn geworden, zijn ze eetbaar. Het zaad is tweelobbig.
– Goed voor het bloed.
– Antioxidanten werking.
– Spot ontstekingen.
– Positief effect op hart.
– Positief effect op de hersenen.
– Bevorderlijk bij bloedingen.
– Bevordert de spijsvertering.
– Koortswerend.
– Fenolen.
– Flavonoïden.
– Tannine.
– Organische zuren, zoals appelzuur.
– Voedingsvezels.
– Eiwit.
– Koolhydraten.
– Vet.
– Vitamine A.
– Vitamine B1.
– Vitamine B2.
– Vitamine B3.
– Vitamine B6.
– Vitamine B11.
– Vitamine B12.
– Vitamine C.
– Natrium.
– Kalium.
– Calcium.
– Fosfor.
– IJzer.
– Magnesium.
– Koper.
– Selenium.
– Zink.
De Mispel vruchten zijn niet makkelijk te verkrijgen. Maar toch, het is een vrucht die gezondheid technisch zeker de moeite waard is om aan de vogels te verstreken. Van de vrucht kunnen de vogels diarree krijgen als ze te vaak wordt gegeven. Dus niet vaker dan één keer per week geven, de vrucht weg nemen bij de vogels na een aantal uren. De vrucht moet goed rijp zijn voor we ze aan de vogels geven. Je komt de Mispel struik of boom nog wel tegen in oude hoogstam fruit boomgarden, vaak bij landbouwbedrijven. Je kunt de vrucht op twee manieren aan de vogels verstrekken; – De goed rijpe Mispel opensnijden en aan de vogels verstrekken. De kans is groot dat het even duurt voor de vogels het vruchtvlees opnemen, ze kennen het niet. – De vrucht tot gelei verkoken, ook nu moeten ze weer goed rijp zijn. De gelei kunnen we door het eivoer mengen. Ook dit niet vaker dan één keer per week verstrekken aan de vogels.