Mijn sijzenkweek

Met toestemming overgenomen.
Door: Jan Cuypers.
Foto’s: Ester Bax

Waarom (voornamelijk) Amerikaanse sijsjes. Vanaf 12 jarige leeftijd (ben nu 77) heb ik kunnen beschikken over grote volières waarin ik alle soorten vogels heb gehouden van sijsjes tot fazanten en alles wat daar tussenin zit. Nu beschik ik nog over een zolderverdieping, een ruimte waar sijsjes heel goed tot hun recht komen. Het is een beperkte groep lieve vogeltjes en makkelijk in de verzorging waar ik me al decennialang met veel plezier mee bezig houdt. Zelf heb ik ervaring met: de Elzensijs, Magellaansijs, Zwartborstsijs, Zwartesijs, Kapoetsensijs, Geelbuiksijs, Yarrelsijs en Columbiasijs.

SONY DSC
SONY DSC

Huisvesting:
Bij mij zijn de vogels ondergebracht op de zolderverdieping groot 55-60 m³ met een raam op het zuiden en een dakraam op het Zuidwesten. Dus behoorlijk wat zonlicht (denk aan vitamine D).

Verlichting:
De ruimte is verlicht door HF (hoogfrequent) TL verlichting. Twee maal Philips montagearmatuur TMX 204 en vier maal TL buis TLD (D=daglicht) 58W/865. Bij deze armaturen is voor de vogels geen trilling waarneembaar en ze zijn zonder starters en dimbaar.

SONY DSC
SONY DSC

Verwarming:
De ruimte is centraal verwarmd, regelbaar door een thermostaatknop met capillair dagtemperatuur 20°C en nachttemperatuur 17°C.

Luchtverversing:
Hiervoor heb ik in het plafond een ventilator gemonteerd van 120 m³/h en een beluchtingsrooster in een van de wanden. Ieder uur laat ik deze ventilator 15 minuten draaien, dus om de twee uur heb ik de gehele ruimte van (van 60m³) ververst. Een verversingsgraad van 1keer/2h.

SONY DSC
SONY DSC

Vochtigheid:
Voor het welzijn van de vogels, maar zeker ook voor het uitkomen van de eitjes is de luchtvochtigheid zeer belangrijk. Ik gebruik hiervoor een luchtbevochtiger van het merk Venta. Deze zorgt automatisch voor een vochtigheid van 55% ± 5%. Het apparaat zuigt lucht aan om te bevochtigen en zet het meegezogen stof af in het waterreservoir.

Aanrecht:
De ruimte is voorzien van een RVS aanrecht met warm en koud water. Zo’n aanrecht kan wel een bron van bacteriën zijn, daarom maak ik deze dagelijks schoon met Dettol antibacteriële wasgel.

Ionengenerator:
De laatste voorziening in de ruimte is een ionengenerator. Deze helpt mee de lucht te zuiveren van stof, stank en schimmels. De ventilator, luchtbevochtiger en ionengenerator, zorgen samen voor een aangenaam frisse lucht.

SONY DSC
SONY DSC

De inrichting:
Er zijn 10 broedkooien geplaatst van 80x40x40 cm. Voor mij is dat de minimale afmeting van een broedkooi, vooral ook omdat ze nog deelbaar zijn door een schuifje van gaas of hout. Verder drie broedkooien van 130x50x50 cm ook deelbaar en 10 babykooitjes van 50x40x50 cm. Tegenover de broedkooien met een tussenruimte van circa 2 meter zijn 3 volières van lang 250 cm, breed 130 cm en hoog 220 cm.

Voedertafels:
In de volières zijn voedertafels gemaakt om de gemorste en vervuilde zaden op te vangen. De bodembedekking blijft dan vrijwel schoon van zaadafval.

SONY DSC
SONY DSC

Bodembedekking:
De kwaliteit van de bodembedekking moeten we niet onderschatten. Het moet een vocht absorberend materiaal zijn, bijvoorbeeld maïskorrels, kattenbakkorrel, houtsnippers, houtkrullen of hennepvezel. Zand is niet zo geschikt, het neemt weinig of geen vocht op en natte plekken blijven dan ook lang nat en dat is dan ook de plek waar schimmels en ziektekiemen tot ontwikkeling komen. Vooral coccidiose- eitjes kunnen daar overleven en als ze dan door de vogels opgenomen worden is de besmetting een feit. Zelf gebruik ik beukenhoutsnippers van ongeveer 6 mm. Nu de huisvesting geregeld is komen de vogels.

Aanschaf en/of selecteren:

SONY DSC
SONY DSC

Veren:
Er zijn tientallen zaken waar we op moeten letten en veren maken de man dus daar beginnen we mee
• zit de vogel strak in de veren of juist los ? (dik of bol zitten)
• laten ze de vleugels hangen ? (anders dan bijvoorbeeld bij het baltsgedrag)
• zitten ze met neergebogen staart ?
• glanzen de veren ?
• verkleuring van de veren (geen mutatie zijnde)
Gestel:
• mager of scherp borstbeen
• opgezwollen en rood zelfs donkerrood buikje met dikke darmlussen
• vetzucht
• schurft of kalkpootjes
• bultjes op de oogranden of in de snavelhoeken
• natte neusgaatjes
• kromme teentjes of andere vergroeiingen snavel – borstbeen ?
Ontlasting:
• waterige ontlasting (vaak maagdarm infectie Ecoli)
• normale ontlasting met waterige urine eromheen (nierprobleem, voeding niet in balans, overbelasting)
• onverteerde zaadresten in de ontlasting (megabacterie?)
Gedrag:
• ademen met geopende snavel zonder dat daar aanleiding voor is
• krampverschijnselen
• draaihals
• zingen de mannen?
• leggen de poppen voldoende eitjes?
• gaan ze in bad? (een vogel die in bad gaat hoeft niet altijd gezond te zijn maar een vogel die niet in bad gaat is volgens mij ziek)
• slaapt de vogel op een pootje?
• slaapt de vogel op de grond?
• eten ze groenvoer?
• zit de vogel veel op de voedertafel zonder te eten?
Het zijn allemaal punten die je goed of af kunt keuren en ik ben ervan overtuigd dat er nog meer zijn.

Voorbereiding op de kweek:
De voorbereiding laat ik voor een belangrijk deel aan het gedrag van de vogels over. Zodra de mannen onderling beginnen te vechten (vaak medio september) plaats ik ze in de broedkooi en start ik het opvoeren van het licht en ga in 8 weken tijd van 12 naar 14 uur, dus 15 minuten per week. De poppen zet ik meestal enige weken later in de broedkooi, eerst gescheiden van de mannen door middel van een gaaswandje en vaak al na 1 dag bij elkaar. Afhankelijk van het gedrag (elkaar voeren, achtervolgen, bevliegen), het moet allemaal waargenomen worden, dan krijgen ze een nestgelegenheid bestaande uit een rond metalen korfje van ongeveer 8 cm doorsnede met kokosvezel inlage en nestmateriaal van sisalfibre. Vaak gaat het dan snel, de eitjes die volgen worden geraapt en de vijfde dag teruggegeven. Na 12-13 dagen komen de jongen uit en kunnen dan 24 uur teren op de eidooier maar daarna moeten de oudervogels voldoende opfokvoer ter beschikking hebben om de jongen te voeren.

Opfokvoer:
Het opfokvoer dat ik gebruik is CéDé rul gemaakt met een hardgekookt ei (7 minuten gekookt). Dat gaat als volgt: ik neem 200 ml circa 90 gram CéDé en één hardgekookt ei en doe dit samen in de mixer totdat het rul is. Voor de Kapoetsensijsjes voeg ik dan nog 0,25 gram Carophyl Red toe. Tijdens het verstrekken meng ik het eivoer met gekiemde zaden in de verhouding 1 deel eivoer en 1 deel kiemzaad.

Kiemzaad:
Het kiemzaad bestaat bij mij uit: 1 deel negerzaad, 1 deel nootzoet raapzaad, 1/3 deel wit slazaad, 1/3 deel cichorei en 1/3 deel perilla. Het laten ontkiemen gaat als volgt. De zaden worden 4 uur in een glas water geweekt, aan de ongeveer ½ liter kiemwater zijn 20 druppels Ariclens toegevoegd (dit is een middel om schimmelvorming te voorkomen). Vervolgens spoel ik de zaden in een zeef uit, laat ik ze uitlekken en doe ze terug in het glas. Afhankelijk van de temperatuur ontkiemen de zaden na 1 of 2 dagen.

Sijzenzaadmengeling:
Ik maak een eigen zaadmengeling waarvan ik enkele zaadsoorten zelf verzamel zoals teunisbloem, papaver en kropaar graszaad. De mengeling is in grote lijnen vergelijkbaar met de Blattner mengeling sijzen 1a. en bestaat uit:

• Chia 500 gram
• Blauw maanzaad 250 gram
• Hennepzaad 250 gram
• Sesamzaad 500 gram
• Slazaad wit 1000 gram
• Witzaad 500 gram
• Perilla wit 1000 gram
• Distel (kaardenbol) 500 gram
• Raapzaad 1000 gram
• Cichorei 1000 gram
• Teunisbloem 500 gram
• Graszaad (kropaar) 2000 gram
• Veldsla 500 gram
• Lijnzaad (wit) 500 gram
• Niger (negerzaad) 5000 gram,
totaal 15000 gram (15 kg).

Groenvoer:
Dagelijks krijgen de vogels Chinese kool, per vogel een stukje van 3×3 cm. Ik plaats dat tussen een wasknijper om te voorkomen dat het op de bodem valt.

Mineralen:
Een mineralenmix moet altijd beschikbaar zijn omdat veel van de benodigde elementen zoals kalk, fosfor en natrium voor de vorming en onderhouden van het beendergestel maar ook voor eischaalvorming niet mogen ontbreken.

Medicamenten:
Ter ondersteuning in de ruiperiode krijgen al mijn vogels op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag Esb3 (zolang de voorraad strekt) in het drinkwater, 1 gram per liter, op vrijdag schoon water en op zaterdag en zondag multivitaminen. Deze “multivitaminen parkiet” van Floris zijn alleen via de dierenarts verkrijgbaar.

Onkruidzaden:
Ik ben van mening dat onkruidzaden alleen onkruid zijn als ze groeien op een plaats waar men ze niet wil hebben bijvoorbeeld hanenpoot in een aardappelveld. Hanenpoot is een grassoort waar we in halfrijpe toestand onze sijsjes een groot plezier mee doen. Zelf geef ik heel veel halfrijpe zaden zoals: melde, bijvoet, teunisbloem, straatgras, varkensgras, raketzaad (zie foto’s ) wilde cichorei enzovoort. Raadpleeg hiervoor het boekje van Alois van Mingeroet “onkruiden, zaden, insecten en bessen voor vogels”. Let op! de zaden mogen niet bespoten zijn met bestrijdingsmiddelen, dus niet oogsten in of bij aardappelvelden en andere gewassen die bespoten worden.

Dit is bij mij het verloop van een kweekseizoen, ik wil niet beweren dat het zo moet maar dat het zo kan weet ik uit ervaring, Succes!