Mijn kweek met Columbiasijzen en Yarrelsijzen.
Door: Louis Berveling.
2023.
Toen me werd gevraagd een stukje te schrijven over mijn sijzen, dacht ik waarom niet? Hoewel schrijven niet mijn sterkste kant is, doe ik bij deze een poging. Ik zal me eerst even voorstellen; Mijn naam is Louis Berveling, ik ben 73 jaar en ik woon in Assen. Ruim 60 jaar geleden kocht ik mijn eerste vogels, een koppel zebravinken (wie is daar niet mee gestart?) Daarna over naar grasparkieten, daar heb ik met veel plezier een aantal jaren mee gekweekt. Na een verhuizing werden het diverse Australische prachtvinken met Japanse meeuwen als pleegouders. Na weer een verhuizing werden het Gouldamadines natuurbroed. Geweldige toverballen, wat een kleuren. Na weer een verhuizing werden het Kapoetsensijzen, mijn eerste Amerikanen. Tot nu toe was ik woonachtig in Leiden. Weer verhuizen, naar Drenthe deze keer, waar ik mijn eigen huis heb gebouwd in Gasselternijveenschemond. Dus een paar jaar geen tijd voor vogels, maar dat blijft kriebelen. Zodra in de nieuwbouw de vogelkamer beschikbaar kwam, aan twee wanden broedkooien gemaakt en gestart met Geelbuik- en Yarrelsijzen en een paar jaar later met Columbiasijzen. Ik heb hier vrij goed mee gekweekt. U raad het al, weer een verhuizing, ditmaal naar Assen in november 2018. Dus weer een vogelkamer in orde brengen en weer proberen vogels te kopen. In september 2019 kon ik in de Birdshop Eindhoven Columbia- en Yarrelsijzen kopen van kweekjaar 2019, deze waren afkomstig van een WAS-lid die moest stoppen i.v.m. ziekte. Ik koop liever geen vogels in een winkel, maar ik kende deze kweker als zeer succesvol en kundig, dus gekocht. Er was ook geen ander aanbod van kwekers. En dan moet je weer beginnen met het opbouwen van je eigen stam. Mijn ervaring is dat je met eigenkweek vogels beter kweekt dan met gekochte vogels. Dus een moeizame start. Ik ben een winterkweker dus +/- 1 oktober 2019 koppelen en nesten ophangen en dat met alleen nieuwe vogels. De vogels moeten aan de nieuwe omgeving en mijn manier van verzorgen wennen en ik moet deze vogels leren kennen. De resultaten waren er ook naar; Van 3 mannen Yarrelsijs en 6 poppen: 16-16=0 jongen en de nodige onbevruchte eieren. Behoorlijk frustrerend. Ik zei op een bepaald moment tegen mijn vrouw: “ik denk dat ik alles weg doe en zebravinken koop, want ik wil jongen zien.” Hoewel elke verhuizing mij vooruitgang heeft gebracht, kan ik ook enige jaloezie voelen naar mensen die nooit verhuizen. Want tijdens een verhuizing heb ik geen tijd en gelegenheid om vogels te houden. Dus eerst alles verkopen (ik had al weer een aardige stam opgebouwd) en dan maar weer zien wat er te vinden is. Bij de Columbiasijzen was het niet veel beter; van 2 mannen en 4 poppen had ik 13-8=5 jongen en de nodige onbevruchte eieren. Dit was kweekjaar 2020.
Kweekjaar 2021 was wat beter, nl.:
15 jonge Columbiasijzen en 1 Yarrelsijs. Kweekjaar 2022 was weer iets beter.
Zoveel dode jongen als hierboven had ik op mijn vorige adres niet. Dus vroeg ik me af: “Wat doe ik anders?”
Nu gaf ik eivoer en kiemzaad door elkaar, voorheen gescheiden. Niet geschoten is altijd mis, dus proberen.
Nu geef ik ‘s ochtends eivoer ( van Blattner) met wat spirulina en gebroken hennep ( van supermarkt) rul gemaakt met een paar druppels water in een snoepbakje bij elke kooi. Tevens krijgt elke kooi een bakje op de bodem met kiemzaad, verrijkt met spirulina, pro biotica, darmconditioner en gebroken hennep. Ook krijgt elke kooi een stukje chinese kool als groenvoer. Als er jongen zijn, dan geef ik ‘s avonds ditzelfde nogmaals. Nu blijven de meeste jongen leven, dus het lijkt belangrijk om het eivoer en kiemzaad apart te geven.
Op 10 juni zijn alle vogels naar de buitenvolière gegaan. In deze rustperiode kregen ze veel koolzaad en teunisbloemzaad en als groenvoer blad van de teunisbloem en de paardenbloem. Tevens vers zaad van goudsbloemen en af en toe van papaver. Op 28 september ging alles weer naar binnen, koppels samengebracht in broedkooien met 15 uur licht. Ik heb 14 broedkooien van 80x40x40cm en 3 van 100x45x45cm. De grotere kooien houd ik voor de Yarrelsijzen en als ik (te)veel jongen krijg, kan ik er één grote kooi van 3 meter van maken. Tevens heb ik binnen 2 volières van 150x100x200cm, 1 voor de mannen en 1 voor de poppen. Omdat ik nog een paar dagen weg moest heb ik na anderhalve week pas de nesten opgehangen op 9 oktober. Op deze manier konden de koppels alvast aan elkaar wennen. Dit is mij goed bevallen. Voorheen deed ik de man eerst in de kooi en de pop een paar dagen later. Op deze manier was de man meer gewend en dus de baas. Als de man de baas is wordt er m.i. beter gepaard. Maar anderhalve week wachten kan ook te lang zijn, want ’n paar Yarrelsijzen in kooi 21 (k21) had al een ei in het voerbakje gelegd. Nadat het nest was opgehangen werden de volgende eieren daarin gelegd. Er werden 5 grote eieren gelegd, waarvan 3 bevrucht en dit werden 3 vrij forse jongen. Dit koppel had in 2021 één jong en deze pop in 2022 nog één jong. Heeft het anders voeren gewerkt? Ik denk van wel. Dit koppel k21 is 4 jaar oud en doet het nu goed. -Er werden extra grote eieren gelegd -Zowel de man als de pop voeren zeer goed vanaf de eerste dag. -Een groot legsel (5 eieren). Ik vind dit 3 goede eigenschappen om op te selecteren, dus deze vogels worden de stamouders van mijn Yarrelsijzen. Uiteraard wil ik ook wat vers bloed; In juni 2020 kon ik een koppel kopen uit Duitsland en in september 2020 een koppel uit Pekela. In oktober 2022 kon ik door ruilen 4 mannen krijgen uit Nootdorp. De vogels uit Eindhoven kwamen van verschillende ouders (herkenbaar aan de kleurringen). Ik houd alles wat van één kweker komt en onverwant heet als zijnde 4e graads. Ook de koppels uit Duitsland en Pekela en de mannen uit Nootdorp houd ik op 4e graad. Elke gekochte vogel krijgt bij mij een letter. Bv. Man A x pop B geeft jongen AB. Op deze manier kan ik inteelt aardig voorkomen. Behalve de stamouders k21 heb ik nu dus 2 onverwante koppels en 4 mannen. Nu moet het mogelijk zijn een redelijk goede stam op te bouwen. Ook bij de Columbiasijzen heb ik behalve Eindhoven al op 2 plaatsen vers bloed kunnen aanschaffen.
Hoeveel eivoer, kiemzaad en groenvoer? Ik geef per kooi/koppel 5cc eivoer , 10cc kiemzaad en een stukje Chinese kool van 2x3cm. Bij teveel groenvoer of nat groenvoer vrees ik voor darmstoornissen. Ook het groenvoer wat ik in de buitenvolière gaf, plukte ik alleen droog of ik maakte het droog met de keukenrol. Het kiemzaad zet ik op dag 1 ’s ochtends in een bakje water en ’s avonds spoel ik het in een kiembakje (flink doorroeren), dan zoveel mogelijk afgieten. Dag 2 in een zeef goed doorspoelen en zoveel mogelijk water uitlekken/uitslaan. Dan laat ik de zeef nog een tijd op het papier van de keukenrol uitlekken. Zo droog mogelijk dus. In tegenstelling tot andere merken heb ik zeer goede ervaring met de kiemkracht van het kiemzaad van Blattner. Ook de gewone zaadmengeling heb ik van Blattner en wel Blattner sijs la. Iedere kooi heeft bij mij 2 voerbakjes, bakje 1 vul ik bij uit bakje 2. Op deze manier probeer ik dat ook het minder lekkere zaad gegeten wordt.
Ik raap de eieren gewoon met de hand en bewaar ze in een 18-delig schroevenbakje waar een laagje gezeefd zilverzand in zit. Uiteraard op kooinummer. Genummerd. Ik zet het ei met de luchtbel naar boven in het zand, keren doe ik niet. Afhankelijk van het koppel leg ik de eieren terug bij het 4e of 5e ei. Na 3 dagen broeden kijk ik of ze bevrucht zijn. Indien bevrucht, dan noteer ik in de agenda, dat ze nu na 10 dagen uitkomen (is 13 dagen broeden). Ik heb ook wel eens gehad, dat ze na 12 of 15 uitkwamen, maar 13 dagen is bij mij de standaard.
Omdat de luchtvochtigheid bij mij iets te laag is, spuit ik met een plantenspuit een fijne nevel over de eieren 3 dagen voor ze moeten uitkomen. Zodra er jongen zijn haal ik elke ochtend en avond het nest uit de kooi voor controle. Vaak moet ik de pop er van af duwen. Als er te weinig gevoerd wordt wacht ik 10 minuten voordat ik het nest terug hang. Op deze manier dwing ik de pop om te gaan eten. Hierna gaat ze meestal direct voeren. De eerste dagen houd ik de man extra in de gaten, of er geen jongen uitgegooid worden. Meestal kan hij er bij blijven. Bij problemen wordt de kooi in 2 delen verdeeld d.m.v. een gaasschuif. De man dus apart, maar wel in het zicht. Hiervoor gebruik ik een stuk gaas met rondom een posterstrip. De scherpe puntjes van het gaas hebben mij ook wel eens een vogel gekost. En dat is zo zonde en triest, maar met zo’n strip is dat goed te voorkomen. Als nest gebruik ik een open korfje, wat aan het voorfront hangt zonder iets er voor. Indien de man apart moet blijven, dan kan na 7 dagen het nest verplaatst worden naar het tussengaas, dan kan de man eventueel toch de jongen gaan voeren. Ringen doe ik na +/- 5 dagen en dat wordt bijna altijd goed geaccepteerd. In alle jaren heb ik één pop gehad die de ringen met jong en al uit het nest bleef gooien. Ook een ventielslang hielp niet. Als ik deze pop nog zou hebben, zou ik 1 dag voor het ringen een paar ringen onder in het nest vastmaken, zodat ze alvast een beetje zou kunnen wennen. Ik laat de jongen +/- 5 weken bij de ouders (eventueel achter tussengaas). Hierna zet ik ze tot +/- 2 maanden in een vrije broedkooi, want in de volière kunnen ze zich nog niet handhaven. Na deze 2 maanden is ook duidelijk wat mannen en poppen zijn, dan is de administratie ook weer bij.
In het voorjaar gaat alles bij elkaar naar de buitenvolière, zodat ze flink kunnen vliegen en een beetje afharden. En dan is het kweekjaar 2023 voor mij weer afgelopen. Tot slot nog de temperatuur in mijn vogelkamer, die varieert van 17 tot 20 graden. Bovenstaande geeft ongeveer aan hoe ik het doe met mijn Yarrelsijzen en Columbiasijzen en ik heb denk ik ook duidelijk gemaakt, dat het in het begin lastig kan zijn, maar dat elk jaar beter wordt.
Er zijn veel manieren die werken, hopelijk heb ik iets nuttigs geschreven. Goed observeren is volgens mij het belangrijkste. Ik wens ieder veel succes bij de kweek.
Bij vragen of opmerkingen kan je mij bellen.
tel. 0592-482801