Leo van Hameren.

Zo verzorg en kweek ik mijn kapoetsensijzen.

Door: Leo van Hameren.

2021.

Inleiding

Mijn naam is Leo van Hameren en ben 71 jaar. Al vanaf van mijn vroege jeugd heb ik vogels. Begonnen met sierduiven en daarna heel veel verschillende vogels gehouden en gekweekt. De laatste 25 jaar kweek ik hoofdzakelijk glosters en sinds een jaar of 10 ook Amerikaanse sijzen. Ik heb geelbuiksijzen en yarrelsijzen gehad en ook wat jongen hiervan op stok gekregen. Maar dat was meer geluk dan wijsheid. Kapoetsensijzen ging me wat beter af en daar ben ik mee verder gegaan. Toch heb ik onlangs weer 2 koppels yarrelsijzen aangeschaft, maar nog geen kweekresultaten.

Vogel/kweekruimte

Ik woon in een flat, waarvan ik een flinke kamer gebruik als vogelkamer. De kamer heeft veel ramen, er is dus veel licht. Elke ochtend zitten de vogels heerlijk in het ochtendzonnetje. Overdag staat vrijwel altijd, zomer en winter, een raam open. ‘s-Nachts en bij erge koude en veel wind sluit ik het raam. Frisse lucht is volgens mij een must. Ik gebruik van BirdLight Vogeldaglicht het T5-TL systeem. Aan het plafond hangen 2 lichtbakken met totaal 4TL buizen van 120 cm. Dit is niet het gewone TL systeem, maar zonder starters. Bij gewone TL buizen gaat het licht steeds heel snel aan en uit. Wij zien dat niet, maar vogels wel. Deze verlichting geeft dus wat meer rust bij de vogels. De TL lampen branden de gehele dag. Ook heb ik van BirdLights het zgn. desinfectielicht aan het plafond hangen. Elke avond brandt dat bij het donker worden een half uur. Ik heb kweekkooien van Van Keulen 80x50x40 (lengte-hoogte-diepte). Helaas zit er geen schuif in, zodat ik de man, indien nodig, niet gemakkelijk van de pop kan afzonderen. Ik gebruik daar nu een klein kooitje voor dat ik dan aan de kweekkooi hang. In elke kweekkooi zit er ledverlichting. Daarnaast heb ik vluchtkooien 120x110x70 (lengte-hoogte-diepte). Deze gebruik ik om jonge vogels in te laten opgroeien en in de rustperiode zitten ook de oudere vogels daarin. In de rustperiode zitten de poppen gescheiden van de mannen. De vogels kunnen elkaar wel horen en zien. Verder staan er 2 luchtreinigers van Pro Genion. Die halen veel stof uit de lucht, beter voor de vogels en voor mij. Ook staat er een eenvoudig metertje die de temperatuur en de luchtvochtigheid aangeeft. Ik verwarm de vogelkamer niet. In de winter blijft het rond de 17 tot 18 graden. Bij stevige vorst zakt het wel naar 14 graden.

Onderhoud kooien etc.

In totaal heb ik 14 kweekkooien en 4 vluchten. Elke 10 dagen worden de kooien schoongemaakt. Niet allemaal tegelijk, maar steeds 3 of 4 kooien. Op de bodem gebruik ik honingraat bodempapier, met daarop een beetje wit schelpenzand. Is niet noodzakelijk, maar ik vind dat mooi staan. Twee keer per jaar maak ik alle kooien intensief schoon. Ik doe dat vlak voor het begin van het kweekseizoen en dan weer na het kweekseizoen. Dan wordt alles ontsmet en bewerkt met middelen om bloedluis e.d. te voorkomen. Vaak lukt het me om bloedluisvrij te zijn, maar het blijft opletten en zo nodig snel handelen. De vogelkamer wordt dagelijks aangeveegd en regelmatig gaat de stofzuiger er doorheen. Desondanks, in de ruitijd liggen de veren door het hele huis.

Verzorging

Als voer geef ik het hele jaar door Blattner kapoetsijzen zaad. Ik voer elke dag, een paar uur voor het donker wordt, en ik geef afgepaste porties. Dus na 24 uur zijn alle zaden opgegeten en hebben de vogels wel trek. Elke dag geef ik schoon water, altijd fris en nooit lauw of warm water. Tweemaal per week voeg ik aan het water TKK van OptiDigest toe en de overige dagen Balance van OptiDigest. Sinds ik dit gebruik vind ik dat de conditie is verbeterd en er betere kweekresultaten zijn. Tijdens de rui voeg ik aan het water een heel klein beetje carophyll rood toe. Ik geef dat ook aan de jonge vogels tot ze op kleur zijn. Het water mag een klein beetje rood opkleuren, het mag zeker niet knalrood zijn. Volgens mij is elke kleurstof niet goed voor de vogels. Buiten de genoemde periode geef ik geen kleurstof met als gevolg dat de vogels minder rood en meer oranje worden. De keurmeester zet dat dan ook regelmatig op mijn keurbriefjes. Tijdens het geven van rood water geef ik 1x per week door het water hepato-chol van dr. Coutteel. Dat beschermt volgens mij tegen de schade die door de roodstof kan ontstaan. Dagelijks geef ik op een vaste tijd, bij mij aan het einde van de middag, een heel klein beetje apart zaad. De vogels zijn er gek op. Ik geef bewust weinig, zodat het binnen een uurtje weer op is. Ik gebruik de volgende zaden en dus elke dag wat anders t.w. chiazaad, fonia padda, teinisbloemzaad, cichoreizaad en in mindere mate ook wel eens negerzaad of witte perilla. In de rustperiode geef ik 1x per week eivoer. Ik meng in de verhouding 1 op 1 CEDE en Witte Molen eivoer. Ik vind CEDE wat droger en Witte molen wat vochtiger. Door het eivoer meng ik wat spirulina en breedmax, in de hoeveelheden zoals aangegeven op beide producten. Het eivoer meng ik met gewelde perle morbide of met kiemzaad. Ik gebruik kiemzaad van Blattner. Kiemzaad, vind ik het beste, maar ook met risico’s. Het kiemzaad dagelijks driemaal spoelen met koud water. Zodra er kleine witte puntjes aan komen gebruiken. Kiemzaad moet altijd fris ruiken en bij elke twijfel moet je het direct weggooien. Nooit denken, het kan nog wel. Zo af en toe geef ik wat trosgierst, bij voorkeur de rode. De sijzen kunnen altijd beschikken over sepia, oestergrit en maagkiezel. De laatste 2 vervang ik zo elke 3 weken. Twee keer per week krijgen de sijzen groenvoer. Ik gebruik eigenlijk allen maar broccoli en Chinese kool. Van broccoli geef ik de roosjes en van de Chinese kool het blad. De stronk en de middennerf gooi ik weg, vind ik te veel vocht bevatten. Twee tot drie keer per week geef ik baadwater. Soms doe ik wat Oro-Bath van Versele aan toe. Volgens mij zinloos, maar ik heb het spul een keer gekocht.

Voorbereiding kweekseizoen

Tijdens de rustperiode zitten mijn vogels op 10 uur licht. Van 8.00 uur tot 18.00 uur. Bij mij gaat de rustperiode in bij het stoppen van de kweekperiode. En dat is rond eind juni en dan gaat het licht naar 10 uur. Natuurlijk komt er van buiten langer licht. Het voordeel is dat alle vogels in de rui schieten en eind november helemaal zijn uitgeruid. Mooi voor de tentoonstelling. Voor de sijzen zou het prima zijn om het licht altijd constant op rond de 13 tot 14 uur te houden. Maar ik heb ook glosterkanaries en om die tot broeden te krijgen is de wisseling en vermeerdering van de lichturen cruciaal. Dus mijn sijzen moeten zich maar wat aanpassen en dat heeft bij mij nooit problemen opgeleverd. Velen vermeerderen het licht door wekelijks een half uur meer of minder licht te geven. Ik doe dat nooit. Midden/eind december ga ik in een keer van 10 naar 14 uur licht. In de wintertijd van 6.30 uur tot 20.30 uur. Bij het aanbreken van de zomertijd niet aan je tijdklok zitten, maar gewoon zo laten.

De kweek

Ik kweek al jaren wildkleur kapoetsensijzen, met wisselend succes. Vorig jaar (2020) had ik uit 3 koppels 7 jongen. 4 poppen en 3 mannen. 1 koppel deed niets en de andere 2 koppels hebben 1 rondje broeden gedaan. Dit jaar (2021) heb ik weer 3 koppels ingezet. Het zijn allemaal vogels uit 2018 en 2019. Ik observeer mijn vogels het hele jaar door. Bij de beoordeling of ik een vogel inzet voor de kweek kijk ik naar de conditie. De vogels moeten strak in de veren zitten, levendig zijn. Ik neem de vogels ook in de hand, even de veren opblazen en goed kijken of je iets ziet wat niet hoort. Bij de minste geringste twijfel wordt een vogel niet ingezet, dat voorkomt later teleurstellingen. Bij de samenstelling van het koppel kijk ik ook naar de verwantschap. Ik kweek altijd met onverwante vogels. Dit jaar is het me gelukt dat alle 3 de koppels onverwant zijn van elkaar. De jongen die daaruit komen kunnen dan aan elkaar worden gekoppeld. Ik gebruik Zoo Easy om al mijn vogels te registreren. Het vaststellen van verwantschap, stambomen, afkomst, etc. is dan een fluitje van een cent. Ik vind het ook leuk om van elke vogel een foto te maken en deze ook in Zoo Easy te zetten. Zo ben ik dit jaar tot de 3 kweekkoppels gekomen. Met 2 van de 3 koppels heb ik vorig jaar ook gekweekt. Voor het gemak van het verdere verhaal noem ik het koppel A, B en C. Op 20 december 2020 heb ik het licht verlengd van 10 naar 14 uur licht. Ik observeer de vogels en na een week of 4 tot 5 zie je hun gedrag veranderen. Ze beginnen zo langzamerhand broedrijp te worden. Gedurende deze tijd geef ik 3x per week eivoer met perle of kiemzaad. Ook geef ik nu 2 keer per weer in het drinkwater vitamine KADRIE van Dr. Coutteel. Volgens mij heb ik dan meer kans op bevruchte eieren. Ik maak de broedkooien kweekklaar met een nestkorfje aan de tralies op de voorkant van de kooi en een groen gespoten kanarienestkastje achter in de kooi. In het nestkorfje doe ik een inlegnestje en in het kanariekooitje wat sharpie en ook een inlegnestje. Water en voer in elke kooi en op 24 januari 2021 heb ik de poppen in de kweekkooien gezet. Ik geef als nestmateriaal witte sharpie en een samenstelling van cocos, sisal, jute en katoen. Zodra ik de pop bezig zie met nestmateriaal zet ik de man er bij. Dan is het even goed opletten. Klikt het wel tussen het koppel of wordt het vechten. Een stevige vechtpartij hoort er bij, maar binnen een paar dagen moet de rust terug keren en moet de man de pop voeren. Dit jaar zat het bij mij goed. Alle mannen voerden de poppen. Over het algemeen zorgt de pop voor het maken van het nest. Sommige maken een prachtig nest en sommigen bakken er wat minder van. Deze help ik dan een beetje, een plukje sharpie in het nest is vaak al genoeg. Al snel hadden alle 3 de koppels een nest. De eieren die werden gelegd heb ik met de hand geraapt. De eieren bewaar ik in een bakje op tropisch zaad. Dagelijks draai ik de eieren een slagje. Zodra het vierde ei er is, leg ik de eieren terug in het nest. Ik denk dat ik dat ga veranderen in de dag na het vierde ei. Soms komt er een vijfde ei bij en dat jong komt dan een dag later uit dan de rest. Dat jong blijft dan in de groei achter en dat gaat niet altijd goed. Zodra er jongen zijn voer ik driemaal per dag eivoer met perle of kiemzaad. Mijn ervaring is dat er na elke verversing van het eivoer de jongen worden gevoerd en dat zie ik graag. Natuurlijk krijgen de vogels ook het gebruikelijke zaad. Gedurende de eerst 10 levensdagen van de jongen voeg ik aan het drinkwater Starter mix toe van Dr. Coutteel. In het verleden wel eens last gehad van diarree bij de jongen. Je herkent dat aan een vies nat nest en een vieze borst bij de pop. Bij mij overleefden de jongen dat niet. Met starter mix heb ik hier geen last meer van gehad. Zolang de jongen niet zijn uitgevlogen geef ik geen baadwater en geen groenvoer. Zodra de jongen zijn uitgevlogen zet ik eivoer met gewoon zaad in bakje op de grond. De jongen leren snel van de ouders om zelf mee te eten.

Koppel A

Man van 16-9-18 Pop van 19-3-19 Dit koppel heeft gekozen voor het kanarie nestkastje achter in de kweekkooi. Op 4 februari heb in de ochtend ik 4 eieren teruggelegd. Enkele dagen later zag ik 6 eitjes in het nest. Op 11 februari heb ik de eieren met een schouwlampje doorgelicht. 5 eieren bevrucht, het niet bevruchte ei verwijderd en weggegooid. De pop zorgt voor het broeden. De man voert de pop nauwelijks. De pop vliegt steeds van het nest om de man te verjagen. Op 13 februari de man in een apart kooitje aan de kweekkooi gehangen en dat gaf rust. Op 15 februari de man weer bij de pop gezet. Ging weer verkeerd, dus de man weer terug in het kleine kooitje. Op 17-2, laat in de middag, 5 jongen gezien. De jongen zijn al wat gevoerd. De man zit apart dus de pop moet alleen voeren en dat gaat heel goed. Ik zag in de kroppen van de jongen veel zaden en minder eivoer. Er werd wel goed gevoerd, dus volle kroppen. Op 22-2 4 jongen geringd met 2.5 ringen en de nummers genoteerd voor de registratie in Zoo Easy. Ik gebruik geen ventielslangetje. Een jong was achtergebleven en te klein om te ringen. Het ringen vind ik altijd een heel gedoe. Maar ik gebruik de laatste jaren een tekenpen en dat maakt het een stuk eenvoudiger. Op 25-2 het laatste jong toch nog geringd met 2.5 ring. Leek niet echt goed te gaan met dit jong. Op 28-2 de man weer bij de pop en de jongen gezet. Gaat goed, de pop accepteert de man en de man voert nu ook de jongen. Op 5 maart zijn de jongen uitgevlogen. De achterblijver is 2 dagen later uitgevlogen. Op 15 maart eten de jongen al wat zelf, maar worden nog bijgevoerd. Op 21 maart zijn de jonge sijzen, samen met de jongen uit de andere nesten in de vluchtkooi gezet. De achterblijver ging in elkaar zitten, dus weer uitgevangen en terug naar de ouders. Werd weer gevoerd en na een paar dagen weer in de grote vluchtkooi gezet. Ging nu goed. In de vluchtkooi voer ik de gebruikelijk zaden van Blattner en ook eivoer. Het eivoer verminder ik geleidelijk. Ook geef ik nu groenvoer en trosgierst en geef baadwater. De jongen zijn heel levendig en acrobatisch in de hazelaar takken die ik de vluchten heb hangen. Ik zit er altijd met veel plezier naar te kijken. Op 31 maart zag ik dat enkele jongen al herkenbaar zijn als mannen door wat zwarte veertjes op de kop. Het zijn 4 poppen en 1 man geworden. Het koppel is niet direct aan een tweede nest begonnen. Eind maart zijn ze wel weer aan het nestelen. Op 30 maart heb ik 5 eieren teruggelegd in het nest, waarvan er 4 zijn bevrucht. Op 18 april 2021 zijn de jongen geringd.

Koppel B

Man van 13-3-2019 en de pop van 6-1-18. Op 9 februari heb ik in de ochtend 4 eieren teruggelegd. Op 16 februari vastgesteld dat alle eieren zijn bevrucht. Op 21 februari lagen er vier jongen in het nest. Op 25 februari heb ik de jongen geringd. 1x met een 2,7 ring en 3x met een 2,5 ring. Op 8-3 zijn de jonge uitgevlogen en op 21 maart overgebracht naar de vluchtkooi. Het zijn 3 mannen en 1 pop geworden. Uit de 2e ronde zijn 3 jongen voortgekoemn en alle zijn geringd. Koppel B is een ideaal koppel. De pop en de man kunnen het goed met elkaar vinden. Tijdens het nestelen leek de pop de voorkeur te hebben voor het nestje aan de tralies. Veel kijken, maar weinig nestelen. Ik heb toen wat kunstgroen aan de tralies gehangen bij het nestje. Toen was het snel voor elkaar en maakte ze binnen een dag een mooi nest. Tijdens het broeden zit de pop vast op het nest. Ze laat zich niet van het nest wegjagen, blijft onverschrokken zitten. De man voert de pop goed. Na het uitkomen van de jongen voert de pop vanaf de rand van het nest en de man voert direct vanaf het begin ook de jongen. Sommige poppen voeren de jongen al zittend op het nest, waardoor de man nauwelijks de kans krijgt om te voeren. In de kroppen van de jongen zit hoofdzakelijk perle en eivoer en in wat mindere mate zaden. Verder komt de pop nauwelijks van het nest af, pas vanaf de 6e dag na het uitkomen van de eieren verlaat de pop het nest. Als ze me ziet aankomen gaat ze snel naar het nest terug. Kortom dit vind ik een ideaal koppeltje. Dit koppel is snel met een 2e rondje broeden begonnen. Er zijn 4 eieren gelegd, waarvan 3 bevrucht. Op 29 maart lagen er 3 jongen in het nest en die zijn op 5-4- geringd.

Koppel C

Man is van 2018 (preciese datum onbekend) De pop is van 17-7-18. Op 6 februari heb ik in de ochtend 4 eieren teruggelegd. Een dag later is er een vijfde ei bijgelegd. Op 13 februari gezien dat alle eieren bevrucht zijn. Op 18 februari zijn er 5 jongen geboren. Op 23 februari zijn de vogels geringd 2x met 2.5 en 3x met 2.7. Op 5-3 zijn de jongen uitgevlogen. Op 15 maart eten de meeste jongen al zelf. Op 21 maart overgebracht naar de vluchtkooi. Bij 1 jong is de ring er in het nest afgegaan, jammer. Het zijn 3 poppen en 2 mannen geworden. Dit koppel is weer anders dan de andere koppels. Tijdens het broeden voert de man de pop nauwelijks. Direct na het uitkomen van de jongen voert de man de pop wat meer, maar het blijft karig. De pop komt dus regelmatig van het nest om te eten om de jongen te kunnen voeren. Na de 3e dag wordt de man ineens veel actiever. De man voert nu ook actief ook de jongen. In de kroppen van de jongen.zit vrijwel uitsluitend eivoer en perle. De jongen groeien als kool. Bij het ringen zijn 3 jongen al te groot voor een 2.5. ring. Ook dit koppel doet het uiteindelijk prima. Op 8-3 lag er al weer een nieuw ei in het nest. Er volgde nog 4 eieren, maar alle eieren waren onbevrucht. Alle eieren verwijderd. Het koppel is begonnen met een 3e broedronde. Op 6 april zijn er 2 eieren teruggelegd, ook heb ik een nepeitje laten liggen. Door onhandig handelen van mij zijn er 2 eieren stuk gegaan. Er zijn 2 jongen geboren die op 22 april 2021 zijn geringd. Ook bij dit nest is bij een van de twee jongen de ring in het nest er af gegaan.

Het resultaat en toekomstwensen

Dit jaar (2021) is natuurlijk, qua aantal jongen, een top kweekjaar. Wat ik nog heel moeilijk vind is het bepalen van de kwaliteit van de vogels. Ik zet bij mijn vereniging altijd wat sijzen in voor de tentoonstelling. Ik probeer dan altijd om vooraf te bepalen wat de keurmeester er van gaat vinden. En daar zit ik vaak naast. De beoordeling van de vogels is heel verschillend. Voor de ene vogel krijg ik 88 punten en voor de ander 90 punten en dat verschil had ik vooraf niet gezien. De keurbriefjes helpen me ook niet altijd. Bij de komende tentoonstelling ga ik, als het doorgaat, meerdere sijzen inzetten. Ik hoop dan dat de keurbriefjes me dan wat meer gaan helpen, zodat ik bij het samenstellen van de kweekkoppels ook kan beoordelen of naast de conditie e.d. de kwaliteit goed is. En met kwaliteit bedoel ik juiste grootte, goede kleur en tekening, houding, vleugeltekening etc. Mocht iemand een pop of man aanbieden van hoge kwaliteit, dan wil ik die graag kopen. Ook heb in bij WAS het boekje Kapoetsensijs en Soortbeschrijvingen/standaardeisen Amerikaanse sijzen besteld en gelezen. Ook dat helpt me bij de kwaliteitstoets bij het kiezen van de kweekvogels.

Slot

Ik heb uitgebreid beschreven hoe ik het doe. Dit is absoluut geen leidraad. Andere kwekers doen het weer anders en behalen ook prima resultaten. Ik wens u allen veel succes met de kweek en vooral veel plezier van uw vogels. Wilt u mij wat vragen, dan kan dat. Mijn e-mail adres is l.hameren1@upcmail.nl