Klein Hoefblad.

Door: A. Lemmens.

2019.

Klein hoefblad is een plant die hoort bij de grote familie van de composieten net als bijvoorbeeld de paardenbloem. De zaden zijn aanzienlijk kleiner dan de zaden van de paardenbloem. Hierdoor zijn ze geschikter voor kleine vogel soorten zoals de Yarrelsijs. Aan de hand van dit artikel zal duidelijk worden dat het niet alleen omwille van de diversiteit aan voeding ook een geschikte plant is medisch gezien voor onze vogels.

Naamgeving:
Wetenschappelijke naam: Tussilago farfara.
Engelse naam: Coltsfoot.
Duitse naam: Huflattich.
Franse naam: Pas-dê’ne.

De Nederlandse naam heeft te maken met de vorm van het blad, dat op een paardenhoef lijkt. De wetenschappelijke naam betekent; Tussilago betekent hoest verdrijvend, farfara is afgeleid uit de Latijnse namen far wat meel betekent en fero dat dragen betekent.

Omschrijving:

Klein hoefblad is een overblijvende plant en behoort tot de familie van de composieten. De bloeiperiode ligt tussen februari en april. De plant kan een hoogte bereiken tussen de 7 en 24 cm. De wortels zijn een kruipende wortelstok met lange ondergrondse uitlopers wel tot één meter. De bloeistengels staan recht omhoog en hebben geen vertakkingen. De stengels hebben eironde tot langwerpige schubben die groen, bruinrood tot roodachtig van kleur zijn en ragfijn behaard. Het blad komt na de bloei en is vrij rond, 10 tot 30 cm breed. De vorm van het blad is hartvormig aan de voet. De bladrand is hoekig en ongelijk getand en iets verdikt. De kleur is paasbruin tot zwartachtig. Aan de bovenkant zijn de bladeren ragachtig behaard. Als de plant wat ouder wordt gaat de beharing tussen de nerven. De onderkant is witviltachtig. De bladsteel is zijdelings afgeplat en niet geribd. De bloemen zijn eenslachtig eenhuizig en bloeien voordat de bladeren er zijn. De bloemstengels hebben één bloemhoofdje. Het gele bloemhoofdje, eerst staat het opgericht, later geknikt is 2 tot 3 cm groot. De bloemen buisbloemen en zeer smalle vrouwelijke lintbloemen. De vrucht/zaad is een eenzadige dopvrucht, die ook wel nootje genoemd wordt. Het zaad is dun en cilindervormig. Ze zijn tot 1 cm groot. Het vruchtpluis bestaat uit kransen van zijdeachtig witte haren. Het pluishaar is zo’n drie keer langer dan de zaadjes. De zaden hebben een kort leven van ongeveer één jaar en zijn tweelobbig. De vindplaatsen van Klein Hoefblad zijn bermen meestal tussen gras. Het is een pioniersplant. De plant komt voor in Europa en delen van Azië. In Noord- en Zuid-Amerika is de plant met succes geïntroduceerd.

Medische aspecten:
– Verhelpt urinewegontsteking.
– Verhelpt koorts.
– Helpt vermoeidheid bestrijden.
– Is krampwerend.
– Verhelpt luchtwegaandoeningen.
– Verhelpt huidaandoeningen.
– Helpt bij bewegingsstoornissen.
– Verhelpt virale infecties.
– Verhelpt griep.
– Verhelpt reuma.
– Verhelpt jicht.
– Werkt verzachtend op de slijmvliezen.
– Werkt hoes verstillend.
– Werkt ontstekingsremmend.
– Werkt weerstand verhogend.
– Heeft een positieve werking op de longen en luchtwegen.
– Heeft een samentrekkende werking.
– Heeft een positief effect op de lever.

Werkzame stoffen:
– Slijmstoffen.
– Tanninen.
– Bitterstoffen.
– Etherische olie.
– Pyrrolizidine-alkaloïden.
– Senkirkine.
– Senecionine.
– Tussilagine.
– Isotussilagine.
– Triterpenen.
– Mineralen,
Zink.
– Flavonoïden.
– Carotenoïden.

Hoe te gebruiken bij de vogels:

Zowel de jonge bladeren, de bloemen en de zaden zijn als voeding bij de vogels te gebruiken. Het onrijpe en rijpe zaad kunnen aan de vogels verstrekt worden. De jonge bladeren kunnen we aan de vogels als groenvoer geven. Van de jonge bladeren en de bloemen kan thee getrokken worden om in koude toestand als drinkwater aan de vogels te geven. De bladeren en de bloemen zijn in natuurwinkels gedroogd en in poedervorm te koop. Van het klein hoefblad is in de handel ook een tonicum te koop dat we kunnen gebruiken door het eivoer. Het poeder is door het eivoer te mengen. De smaak van de bladeren en de bloemen zijn licht bitter.