Invloed klimaat en omgeving op onze sijzen.

Klimaat/omgeving en temperatuur voor Kapoetsensijsjes.

Om te reageren op het artikel “invloed klimaat en omgeving op onze sijzen”.

Dit is een reactie op onderstaand artikel.

Door: Heidi Saes.

2020.

Onderstaande zijn mijn gedachten puur en alleen gebaseerd op mijn eigen ervaring.

Inmiddels kweek ik al vele jaren met o.a. de Kapoetsensijs. Omdat mij, vanaf het begin dat ik deze vogel heb aangeschaft (in 2008), is gezegd dat deze soort beschermd moet worden tegen vocht en kou, zorg ik daar ook voor. Mijn Kapoetsensijsjes zitten daarom altijd binnen en nooit kouder dan ongeveer 15 graden. Tijdens de broedperiode wordt de temperatuur goed in de gaten gehouden. Minimale nachttemperatuur van 18 graden is in mijn ogen een must om de kweek goed te laten verlopen. Gaat de temperatuur lager, kan het fout gaan. De meeste poppen van deze sijs gaan na de geboorte van hun jongen, ongeveer na 4 dagen al van het nest af. Is het in de nacht dan kouder dan 18 graden, krijgen de jongen het zwaar. Dat er poppen zijn die zo vroeg hun jongen alleen laten, heeft volgens mij te maken met hun oorspronkelijke leefomgeving. Ze komen o.a. voor in de hooglanden van Venezuela waar de gemiddelde dagtemperatuur, het hele jaar door 27 graden is en de nachttemperatuur gemiddeld 20 graden. Hierdoor blijven sommige poppen na de geboorte van hun jongen niet langer op het nest dan noodzakelijk is. De kleintje hoeven niet echt te worden beschermd tegen o.a. koude nachten. Dit gedrag zit in hun genen. Als kweker zal je hier rekening mee moeten houden. Nog een ander punt, als de dag en nacht temperatuur tijdens de broedperiode te koud is, zal het kunnen gebeuren dat de pop haar broedcyclus niet af zal maken. De pop verlaat haar nest met eitjes. Ze zal er vanuit gaan dat de jongen toch geen kans maken na de geboorte. Of eventuele jongen worden na een paar dagen na de geboorte in de steek gelaten om dezelfde reden. Dit gedrag kan vaak de oorzaak zijn waar beginnende kwekers tegen aan lopen en dan zeggen “de kweek is mislukt of wat zijn het toch moeilijk vogels die sijzen”. Als ik praat met beginnende kwekers hoor ik dit maar al te vaak.

Enkele voorbeelden uit eigen ervaring:

Een koude winterperiode:

Omdat ik een keer heb geprobeerd een koppel in een onverwarmde omgeving onder te brengen, en de temperatuur hierdoor erg schommelt, weet ik dat dit niet ideaal voor ze is. De koudere periode hadden ze wel overleefd, maar tijdens de broedperiode erna ging het mis. Meerdere eitjes waren niet bevrucht of de pop maakte haar broedcyclus niet af. Ik wijt dit aan het feit dat beide oudervogels veel conditie hadden verloren om de koude en vochtige herfst en winterperiode door te komen. Ei voer en krachtvoer had ze niet echt geholpen. Het jaar daarop zat dit paar niet kouder dan 18 graden en brachten ze makkelijk enkele nestjes groot. Om deze vogels verder te sparen heb ik ze nooit meer koud gezet.

Omdat ik er van overtuigd ben dat de koudere periode de oorzaak was van de moeilijkheden tijdens de broedperiode erna, komt omdat enkele jaren erna hetzelfde is gebeurd. Ook dit voorjaar 2020, met enorme temperatuur verschillen is het bij meerdere koppels mis gegaan, ook bij de Geelbuiksijsjes. Dezelfde problemen deden zich voor.

Aangekochte mannen:

Ik kocht in een voorjaar 2 mannen. Beide vogels kwamen uit een buiten volière, met een onverwarmd binnen hok. Volgens de kweker zaten zijn Kapoetsensijsjes altijd buiten, zomer en winter. Het was niet zo dat beide vogels groter waren of, door de lagere temperatuur, een dikker verenpakje hadden dan mijn eigen mannen. Of ze sterker waren, dat denk ik niet. Beide vogels zaten bij mij eerst op 15 graden, daarna op 18 graden. Een overleed na twee maanden. De andere overleefde wel en werd ingezet voor de kweek. Drie jaar bracht hij met dezelfde pop elk jaar 2 of 3 nestjes groot. Na deze 3 jaar kwam hij moeilijk door de rui en stierf in het najaar. Hij is 4 jaar geworden. In mijn ogen was dit niet oud. Mijn eigen kweek mannen worden ouder en broeden ook heel wat jaartjes langer. Toeval?? Ik weet dit natuurlijk niet zeker, maar denk toch dat de buiten volière deze vogels zwakker heeft gemaakt en niet sterker zoals wel eens wordt gedacht.

Vocht:

Tijdens een warme zomer, enkele jaren gelden, was het op mijn vogelkamer erg warm. Ondanks de badjes die in elk hok aanwezig zijn, kreeg ik het idee om de Kapoetsensijsjes eens te trakteren op een lekkere sproeibeurt met een plantensproeier. Ik had het idee dat ze er echt voor gingen zitten, heerlijk zo te zien. Niets was minder waar. Toen ik enkel uren erna weer op de vogelkamer kwam, zaten veel Kapoetsensijsjes heel dik en bol te kijken. Sommige zaten zelfs te slapen. Ik schrok hier wel van. Gelukkig zijn er toen geen dood gegaan, maar de vogels nat sproeien, heb ik nooit mee gedaan. Om de temperatuur op de vogelkamer wat beter te reguleren heb ik er planten opgehangen. Planten geef je water en brengen vocht op de kamer. Het geeft een aangename atmosfeer.

Groter formaat vogel:

Tropische vogels die wij in onze cultuur verzorgen en ook mee kweken, daar worden er velen van geshowd. Ik zie en hoor vaak dat sommige soorten een behoorlijk formaat hebben, groter dan het originele formaat. Dit geldt ook voor sommige Amerikaanse sijzen. Grotere vogels worden op tentoonstellingen beloond. Een groter formaat vogel scoort vaak hoger dan een kleiner formaat vogel van hetzelfde soort. Kwekers spelen hier graag op in. Om een goede balans te vinden tussen vervetting (door kleine huisvesting) en een mooie forse vogel is dan een grote uitdaging.

– Een ander voedselaanbod, zie het als welvaart bij onze vogels, kan een grote rol spelen in het formaat van de vogel
– Ook het selecteren, iedere keer de grootste vogels koppelen, levert op den duur grotere jongen op.

Tot slot:

Als je het mij persoonlijk vraagt, zeg ik dat het jammer is dat vogels steeds groter worden of van uiterlijkheden veranderen. De originaliteit gaat verloren. Ik weet er verandert veel bij onze vogels. Kijk naar alle kruisingen en mutaties. Mensen houden van uitdagingen en proberen van alles om iets nieuws te creëren, dat zal bij deze tijd horen. Wat men hierbij wel eens vergeet is dat het welzijn van een vogel hierdoor behoorlijk in het geding kan komen. Of eigenschappen kunnen gaan flink gaan afwijken. Ook wordt het welzijn van onze vogels wel eens gewoon vergeten.
Gedragsproblemen zoals agressie, stress en lichamelijke afwijkingen komen steeds vaker voor. Deze “mooie” vogels worden zwakker, genetisch steeds kleiner, wat ten koste gaat van de levensduur van de vogel. Dood gaan door ouderdom komt dan niet vaak meer voor bij deze vogels.


Door: René Schonewille.

2020.

Onze Amerikaanse sijzen komen op gehele continent van Amerika voor. De Dennensijs is een bewoner van de naaldboom bossen van noord Amerika, zelfs diep in Alaska zijn broedresultaten in de zomermaanden bekend, in het najaar trekken ze zuidelijker om aan ergste kou te ontwijken, en waar een iets langer daglengte aanwezig is. De Dennensijs is aangepast met zijn verenpak om kou en lager temperaturen te door staan, in vergelijking met een Yarrelsijs welke het leefgebied in het puntje boven in Brazilië ligt, pal boven de evenaar, de Yarrelsijs heeft een veel dunner verenpak, immers de temperatuur is daar altijd rond de 30 graden en 12 uur licht en 12 uur donker.

Ook onze Baardsijs welke voorkomt in het uiterste van Argentinië, is ook goed bestand tegen kou en een wat vochtigere klimaat in de wintermaanden.

Ik heb zo net de Yarrelsijs al aangehaald, maar nemen we nu de Kapoetsen-, Columbiasijs , en meer soorten welke een leefgebied precies of net bij de evenaar ligt, ze hebben allemaal een wat dunner verenpak, en kwa lichaamsbouw behoren ze tot de kleinste onder de Amerikaanse sijzen familie.

We zien dit verschijnsel op elke continent, kijk eens dichter bij huis, we kennen bij ons putter (carduelis carduelis) een prachtig vogeltje, welke veel voorkomt in tuinen, parken met een formaat van 12,5 a 13 cm en rank lichaam met een lichaamsgewicht van ongeveer 14 gram. Nemen wij de putter welke in het zuiden van Europa voorkomt, ook wel de parva putter genoemd, deze is maar rond de 11 cm en veel slanker gebouwd en zijn lichaamsgewicht is ook 2 gram minder, terwijl de grootste putters in Europa boven bij de poolgrens leven, zij kennen een formaat van 19 a 20 cm en lichaamsgewicht welke ook rond de 19 gram zit.

Om te overleven in het natuur hebben blijkbaar de grootste van een soort zich beter aangepast in koudere omstandigheden, en door evolutie heeft dit geuit in een groter formaat en voller verenpak. Zelfs bij mensen, is dit beeld duidelijk waarneembaar onze zuidelijker Europanen zijn over het algemener kleiner, dan de grote Europanen uit Scandinavië.

Met dit gegeven, ben ik ga kijken wat dit zou of kan beteken voor onze Amerikaanse sijzen in gevangenschap, ik ga zelfs jaarlijkse naar Europa’s grootse vogelshow en beurs in Reggio Emmila in Italië, ze hebben daar een zeer groot aanbod van de mooiste Amerikaanse sijzen, kwa kleur en tekening zijn ze stuk voor stuk prachtig, alleen het formaat en lichaamsvolume laat deze in mijn ogen veel te veel te wensen over. Ook afgelopen jaar op het COM wereldkampioenschap in Matisinos Portugal, waar ik goud pakte met mijn stam Magellaansijzen en enkeling Yarrelsijs, kreeg ik van de Italiaanse liefhebbers de complimenten van het formaat/volume van mijn vogels. Ik ben zelfs hier van overtuigd dat dit
mede door ons klimaat komt, mede omdat mijn Magellaan- en Yarrelsijs, het zonder verwarming moet stellen in najaar en wintermaanden, en ze hebben Max 12 uur licht in deze periode.

Mijn vraag naar jullie toe, hebben jullie deze ervaring ook? En is dit juiste verklaring of zie ik dingen over het hoofd, deel je ervaring klim in de pen en deel je mening.

Kijk ook bij “Temperatuurkaart Amerikaanse sijzen” elders op deze site.