Groot streepzaad.

2018.

Door: A. Lemmens.

De aanleiding voor dit artikel is een artikel in een Duitse vogeltijdschrift dat ging over de Wilde Kanarie. Bij dit artikel was een foto afgebeeld waar een Wilde Kanarie zat te eten van de bloemen van het groot Streepzaad. Wilde vogels weten vanuit hun instinkt welke voeding ze nodig hebben. Een Wilde Kanarie heeft, net als heel wat Amerikaanse sijzen, aardig wat gele bevedering. Groot Streepzaad heeft gele bloemen wat aangeeft dat deze plant caroteen moet bezitten. Dit caroteen beïnvloedt, in positieve zin, de gele bevedering bij vogels. Reden genoeg om aandacht te geven aan deze plant.

Naamgeving:
Wetenschappelijke naam: Crepis biennis.
Verouderde Nederlandse naam: Weidestreepzaad.
Engelse naam: Rough hawk’s – baerd.
Duitse naam: Wiesen – Pippau.
Franse naam: Crépide bisannuelle.

De naam streepzaad is ontstaan omdat het zaad van de plant ribben heeft die op strepen lijken. Crepis komt uit het Grieks van krepis en betekent schoenzool dat weer slaat op de plat liggende wortelbladen op de grond. Biennis betekent dat de plant tweejarig is.

Beschrijving:
Groot streepzaad behoort bij de familie van de composieten.
Er berstaan zo’n 39 soorten van deze plant.
Deze plant is tweejarig of meerjarig.
De bloeiperiode valt in mei tot en met augustus.
De hoogte die dit kruid bereiken kan ligt tussen de 40 en 120 cm.
De wortels bestaan uit penwortels.

De stengels groeien recht omhoog en het bovenste gedeelte vertakt. De stengels bevatten melksap, hebben geen bladeren, borstelig behaard en paarsrood van kleur. De onderste bladeren vormen in eerste instantie rozetten en zijn aan de bladsteel versmald. De andere bladeren staan verspreid over de stengels. De vorm is langwerpig en in bochten getand. De bladnerf is vaak paarsrood aan de voet van de plant. De onderkant is behaard. De jonge bladeren worden gebruikt als sla.

De gele bloemen zijn tweeslachtig, 2 tot 3,5 cm groot bloemhoofden staan met vele bij elkaar in losse schermvormige pluimen. Het omwindsel van de bloemen is behaard met haren van 0,8 tot 1,3 cm lang.

In de zaaddop bevindt zich een zaadje dat ook wel nootje genoemd wordt. De kleur van de gladde zaadjes is geelbruin en hebben tien tot twintig ribben. De zaadjes zijn 4 tot 7,5 mm lang en hebben wit vruchtpluis.

De plant komt op zonnige plaatsen voor op vochtige, matig voedselrijke, kalkrijke, humus achtige grond. De plant heeft een geur van bittere amandelen. Dit is een goede reden om de plant in gedroogde vorm te mengen in de kruidenemmer die we in de vogelruimte hebben staan om er een beter luchtkwaliteit te krijgen. Zie hiervoor ook het artikel “kruiden tegen insecten” op de website. Uit de zaden wordt olie gewonnen die in de industrie gebruikt wordt om er rubber van de maken. De zaden worden ook gebruikt als veevoeding. De jonge bladeren worden als voedsel gebruikt in de sla

Verspreiding in Nederland:

Medische werking:
– Bloedzuiverende werking.

– De geur wordt in oude lectuur omschreven als de geur van jodium. Jodium heeft een desinfecterende werking. Bij inademen zou het dus desinfecterend kunnen werken op de luchtwegen. Dan is het beter om verse planten in de ruimte op te hangen. Bij gedroogde plantendelen van deze plant zijn de geurstoffen verdampt. Andere werkingen heb ik niet kunnen vinden. Mocht iemand wel nog andere werkingen kennen, hoor ik dat graag.

Analyse:
– Eiwit 23%
– Olie 34 %
– Venolzuur