Groenvoer

Door A. Lemmens.

Waarom groenvoer geven aan onze vogels? Het geven van groenvoer, in de vorm van jonge plantjes en onrijpe zaden, aan onze zaadetende vogels is van oudsher een onderdeel van het voedingsprogramma. Doordat we de laatste jaren vaker over deze voedingswijze kunnen lezen, neemt het voeren van groenvoer toe. Veel tijdschriften en websites op internet geven hier aandacht aan. Dit helpt de vogelliefhebber bij het vergaren van de nodige kennis over planten, die hierbij zeker nodig is. Waarom is het voeren van groenvoer een belangrijk aspect met betrekking tot de gezondheid/conditie van onze vogels.

Zaadetende vogels geven over het algemeen de voorkeur aan jonge zaden en groenvoer ten opzichte van gedroogde zaden. Dit heeft een reden. Om deze reden te kunnen begrijpen is er wat kennis nodig over de werking van de spijsverteringsorganen van de vogels. De spijsvertering begint in de krop van de vogel. De krop is een verwijding achter in de slokdarm. In de krop slaat de vogel het gegeten voer op om het te kunnen voorweken waarna het verder verteerd wordt of om het door te geven aan de jongen.

De vogelmaag bestaat uit twee delen, de kliermaag en de spiermaag. De kliermaag heeft in de wanden kliertjes die verteringssappen produceren die enzymen genoemd worden. Een van deze enzymen is het pepsine die de eiwitten verkleint tot peptonen. De spiermaag is bekleed met verhoornd weefsel en bestaat verder uit krachtige spieren. De malende werking van de spiermaag wordt aangestuurd door het zenuwstelsel. Deze malende functie wordt verhoogt door de aanwezigheid van het grit, maagkiezel of kleine steentjes. Na dit proces komt het voedsel in de dunne darm. Hier wordt het weer bewerkt door enzymen. De enzymen in de fase worden afgescheiden dor de alvleesklier of pancreas. Hier splitst het enzym tripsine de eiwitten verder tot aminozuren. De darmwanden laten deze aminozuren door zodat ze in het bloed kunnen worden opgenomen. Hierna dienen de aminozuren als opbouwstenen voor de eigen lichaamseiwitten van de vogel. De opbouw van deze eigen lichaamseiwitten vindt plaats in de lever.

Maar nu terug naar het voeren van jonge zaden en groenvoer. In zaden en planten die zich nog in het groeiproces bevinden zit naast suikers ook koolhydraten, vetten, vitaminen, eiwitten,aminozuren en amiden. Amiden zijn aminozuren die nog in de maak zijn en hebben de belangrijkste eigenschap samen met deze aminozuren van jonge planten, dat ze volledig verteerbaar zijn voor de vogel.
Vogels bezitten geen amiden, zij gebruiken de amiden uit de half rijpe onkruiden en half rijpe zaden om de nodige aminozuren te kunnen aanmaken. Er zijn veel soorten aminozuren waaruit de eiwitten zijn samengesteld. Er zijn zo’n tien verschillende soorten aminozuren nodig om de eiwitten te kunnen vormen die de vogels nodig hebben. Dit zijn de essentiële aminozuren die niet in het lichaam worden gemaakt. De ingewikkelde eiwitten bestaan uit ketens van een twintigtal aminozuren. Hormonen bijvoorbeeld bestaan uit wel tweehonderd aminozuren, het eiwit hemoglobine, onderdeel van het bloed, bestaat uit vijfhonderdvierenzeventig aminozuren. De afbraak van deze eiwitten kost het vogellichaam veel energie. Door dat de vogel een hoge lichaamstemperatuur heeft, verloopt de stofwisseling snel. Dat de vogel veel baat heeft bij volledige vertering van de aminozuren en de aminoden uit de onrijpe onkruidzaden en groenvoer zal duidelijk zijn. Instinctief heeft de vogel daarom een drang tot het eten van deze onrijpe zaden en groenvoer om zijn lichaam optimaal te laten functioneren. Hieruit moge duidelijk worden waarom onze zaadeters zo verzot zijn op bijvoorbeeld vogelmuur of andere soorten. Vogelmuur wordt door jonge vogels graag opgenomen om aan de behoefte van eiwitten, voor de lichaamsopbouw, te kunnen voldoen. Vogelmuur, de jonge planten en het zaad, heeft het hoogste gehalte aan aminozuren, meer dan welke andere plant dan ook.

Natuurlijk willen wij dit nuttige voedingsmiddel onze vogels niet onthouden. Bij het plukken van vogelmuur in de vrije natuur moet weer de algemene waarschuwing geplaatst worden; weet zeker dat de planten niet met verdelgingsmiddel zijn bespoten. Pluk ook niet langs wegen in verband met de uitlaatgassen van auto’s enz. langs akker met aardappels, granen of welke andere gecultiveerde gewassen dan ook, is het ook niet raadzaam om groen voor onze vogels te plukken, je weet maar nooit of deze gewassen zijn bespoten, wat de dood voor onze vogels betekent. Het zal steeds moeilijker worden om geschikte plaatsen te vinden in de vrije natuur om veilig groen te kunnen plukken. Onze hoop blijft gevestigd bij de boeren die hoe langer hoe meer biologisch gaan verbouwen. Zij spuiten hun gewassen niet. Een andere oplossing zou kunnen zijn, om het groenvoer zelf te verbouwen, dan weet je zeker wat met de planten gebeurt. Hier moet je dan wel de mogelijkheid toe hebben. Als je geen tuin hebt om het zelf op te kweken, dan is er nog de mogelijkheid om het in potten op te kweken. Met vogelmuur gaat dat zeker. Met andere kruidenplanten van de vrije natuur wordt dat wat moeilijker.