Genetisch gesleutel voor een karmijnrode kanarie

Genetisch gesleutel voor een karmijnrode kanarie.

Uit de Volkskrant 20 september 2003.

Een boekbeschrijving.

“Op de ochtend van 2 augustus 1921 begaf de 40-jarige leraar Hans Duncker zich van zijn huis via de welvarende en drukke straten van Bremen naar de oude binnenstad. Duncker, gezet met snor en brilletje, was vlakbij de kathedraal in het Middeleeuwse centrum toen hij plotseling stilhield. Zijn hoofd iets schuin houdend, sloot hij zijn ogen en luisterde.”

The Red Canary van Tim Berkhead begint als een roman, en in zekere zin blijft de lezer van dit waanzinnige avontuur ook het gevoel houden dat het meer fictie is dan realiteit. Maar het is echt gebeurd: in de eerste helft van de vorige eeuw was deze Hans Duncker de drijvende kracht achter het eerste experiment met genetische manipulatie in de geschiedenis.

Zijn doel was simpel en sprak tot de verbeelding: het creëren van een karmijnrode kanarie. Wat de biologieleraar Duncker op straat hoorde, was de zang van een nachtegaal. Niet van een echte, maar een eigengemaakte grammofoonopname die vogelfokker Karl Reich had opgezet. Duncker en Reich worden vrienden en zetten met Duncker inzicht in Mendels wetten van de erfelijkheid fokprogramma’s op voor nog beter zangvogels. Bijvoorbeeld door kruisen met nachtegalen. Dan bedenkt Duncker echter zijn piece de resistance, de rode kanarie, die hij wil maken door de roodheid van een zeldzame vink uit Zuid-Amerika, de kapoetsensijs (Carduelis cucullata) in de gele kanarie in te kruisen. Wat volgt is een eindeloze en steeds frustrerende speurtocht naar methodes om de verschillende diersoorten met elkaar te laten paren. En, als dat uiteindelijk lukt, de nog frustrerende vraag waarom het nageslacht desalniettemin nooit rood is. Het is uiteindelijk een Amerikaanse bioloog, Charles Bennett in San Francisco, die het raadsel opheldert. In de jaren veertig begint hij aan een reeks proeven die aantonen dat niet alleen genen de kleur van een vogel bepalen. Hij voert gele en witte kanaries wortel, en later alleen caroteenolie, en stelt vast dat sommige oranje worden, en andere niet. De verhoudingen waarin dat gebeurt wijzen, net al bij Mendels erwtenplanten, naar een genetische aanleg. Maar zonder kleurvoer gebeurt er niks, wat er ook wordt gekruist en gefokt. Pas in combinatie met bepaalde voedseltypes komt de genetische aanleg voor, bijvoorbeeld, een karmijnrood verendek tot expressie. Dat was voor Engelse kanariekwekers overigens geen nieuws. In 1873 had op de vogeltentoonstelling van Norwich ene Edward Bemrose uit Derby opzien gebaard met knaloranje kanaries. Eind van dat jaar deed hij in The Cottage Gardener zijn geheim uit de doeken: rode pepers door het voer. Kort daarop voerde half Engeland zijn kanarie pepertjes. Volgens Birkhead was de Duitsers een en ander vooral ontgaan omdat die in de 19de eeuw vooral kweekten op zangcapaciteit in kanaries, en niet op kleur. Dunckers kompaan Reich was zelfs de eerste die ooit een grammofoonopname van een zingende vogel maakte. Birkhead, in het dagelijkse leven bioloog van de universiteit van Sheffield, grijpt de rode kanarie met zichtbaar genoegen aan voor een brede verkenning van de wereld van de zangvogelkwekers. Hij reisde naar de Canarische Eilanden en naar Bremen, en verkeerde onder liefhebbers in de Engelse mijnstreken. In het karmijnrood gebonden The red Canary lijkt daarmee op het eerste gezicht een boek voor liefhebbers en hobbyisten. Maar Birkhead heeft wel degelijk een algemenere boodschap. De casus van Hans Duncker en zijn rode kanarie laat zien hoe contraproductief het kan zijn aan te nemen dat het in het leven draait om erfelijke eigenschappen en om niets anders. Wat, hoewel over een kwestie van bijna een eeuw geleden, een actuele casus is. In feite probeerde Duncker net als in de moderne genetische manipulatie soortvreemd DNA in de kanarie te krijgen, alleen dan langs de omslachtige natuurlijke weg. “Het debat over nature versus nurture is onzinnig en betekenisloos”, schrijft Birkhead als tegenwicht voor de huidige genetische obsessie. “Er zijn geen vaste percentages in ons gedrag die aan genen toe te schrijven zijn, en de rest aan opvoeding. Het gaat altijd om de interactie tussen genen en omgeving”.

Tim Birkhead: The Red Canary
Weidenfeld&Nicolson (import Roodveldt)
ISBN 0 29782996 3