Embryo in het vogelei wordt beschermd tegen bacteriën.

Door: A. Lemmens.

2019.

Dat het groeiende jong in het vogelei beschermd wordt tegen bacteriën van buiten af, is wel bekend. Maar het hoe en wat is nog niet zo heel lang duidelijk. Dit artikel is daardoor een aanvulling op een eerder artikel dat te vinden is op onze website en heet “Bevruchting en ontwikkeling van een vogelei”.

Cuticula:

Vlak voor dat de vogel het ei legt, plaatst de vogel de cuticula over de eischaal. De cuticula wordt ook wel het ei huidje genoemd. Het ei huidje is een vloeibaar eiwitlaagje dat kort nadat het ei gelegd is opdroogt. De eischaal en de cuticula zijn samen een effectieve barrière tegen bacteriën. Maar er is meer om de inhoud van het ei te beschermen tegen bacteriën. Om de functie van dit ei huidje niet te beschadigen is het beter om de eieren niet aan te raken met de blote handen. Is het toch nodig om de eieren vast te pakken, bijvoorbeeld bij het schouwen of rapen van de eieren, is het beter om dit te doen met een eierpincet. Zie afbeelding.

Eischaalmenbramen:

Een vogelei heeft twee eischaalmembramen, het binnenste en het buitenste. Deze eischaalmembramen dienen er voor om de bacteriën en schimmels te weren die zijn doorgedrongen door de eischaal en cuticula. Een extra afweer zou je het kunnen noemen. Het embryo moet zich kunnen ontwikkelen zonder besmet te worden door bacteriën of schimmels die zich bevinden tussen de eischaalvliezen. Als er bacteriën en of schimmels tussen de eischaalvliezen aanwezig zijn is dit geen goede situatie voor de verdere ontwikkeling van de jonge vogel. Het embryo kan met deze besmetting in aanraking komen op het moment dat het jong de luchtkamer aanpikt vlak voordat de jonge vogel het ei gaat verlaten. In het nest als de jonge vogel uit het ei is komt het ook in aanraking met besmette eischaalvliezen en eierschaal delen. Maar er is meer om de embryo te beschermen tegen bacteriële besmetting.

Hoge pH waarden van het eiwit:

Ook het eiwit van het ei heeft een functie bij het beschermen van het embryo tegen bacteriële en schimmel infecties. Het eiwit van het ei heeft een hoge zuurgraad, pH, van om en nabij de 9. De bacteriën leven bij een pH waarde van 6 tot 8. Boven een zuurgraad van 8 sterven de bacteriën.

Enzymen:

Het eiwit van het ei heeft een enzym, Avidine. Dit enzym heeft een sterke antimicrobiële eigenschappen. Het dooiervlies, ook wel vitellinemenbraam genoemd, het eiwit en de hagelsnoeren bezitten lysozime. Het lysozime enzym kan bacteriën vernietigen.

Eischaal kwaliteit:

De kwaliteit en de dikte van de eischaal zijn een belangrijke factor bij het binnendringen van bacteriën in het ei. Als de eischaal dikker is, is er een grotere barrière voor de bacteriën om binnen te dringen in het ei. De kwaliteit, zeg maar de hardheid van de eischaal, geeft ook een grotere barrière voor de bacteriën. De hardheid van de eischaal moet een goede balans hebben. Is de eischaal te hard, dan heeft het jong grote moeite om de eischaal te doorbreken bij het uitkomen. Is de eischaal te zacht, dan is de kans heel erg groot dat het jong het niet overleeft.

Besmetting situaties van het ei:

Besmetting door bacteriën of schimmels van eieren kan ontstaan via de stofdeeltjes in de lucht, op de grond of de mest van de vogels. De kans is het grootst dat eieren besmet raken door vuile nesten waarin de eieren liggen.

Welke invloed heeft een besmetting op de eieren en jonge vogel door bacteriën en schimmels:

Als er door welke omstandigheden dan ook, grote aantallen bacteriën terecht komen op het oppervlak van de eischaal, neemt de kans op besmetting doordat de bacteriën door de eischaal heen kunnen binnendringen in het ei. De bacteriën die in het ei terecht zijn gekomen kunnen zich in grote aantallen vermeerderen door de voedingsstoffen die ze vinden in het ei. De bacteriën ontnemen het embryo van de voedingstoffen die ze nodig hebben om te kunnen groeien. De bacteriën kunnen ook giftstoffen produceren die de groei van het embryo belemmeren, waardoor het embryo zal sterven. Al overleeft het embryo de besmetting, dan zal de jonge vogel, als die uit het ei is, het niet overleven, want zijn groei wordt sterk belemmerd.

Een ei kan zich in verschillende lagen beschermen tegen het indringen van bacteriën en schimmels, zoals we gezien hebben. Een natuurlijke bescherming zou je kunnen zeggen. Een te grote druk van bacteriën en of schimmels kan deze natuurlijke bescherming echter ook niet aan. Dit betekent dat we onze vogelhokken schoon moeten houden. En schoon houden, betekent het hele jaar door, niet alleen in de broedtijd. We moeten er ons altijd er van bewust zijn dat wij de vogels op een relatief klein oppervlak houden. Ontlasting en vocht kan, dan op die relatief kleine oppervlakte, zeer intens zijn. In de natuur is dat zeker niet zo. Hoe vaak komt een vogel op de zelfde plek, in vergelijking met in onze vogelhokken. De natuurlijke bescherming die het ei heeft, is eigenlijk niet voldoende geschikt voor de situatie in de vogelhokken. Daarom zullen we het milieu in onze vogelhokken zelf moeten verbeteren door te zorgen voor schone hokken. Steriele hokken, als dat al mogelijk is, is ook niet nodig. Anders kunnen de vogels op langere termijn nergens meer tegen. Dat is ook niet de bedoeling.