Door: A. Lemmens.
2023.
De meeste vogels zingen en roepen. Ook bij de Amerikaanse sijzen is dat zo. Ook is het zo dat bij de meeste vogels alleen de mannen zingen. De poppen roepen. Zeker in de broedtijd wordt er veel gezongen. De mannen willen zich voor de poppen op hun beste en sterkste laten zien of beter gezegd laten horen. Zingen kost energie. In de rui periode hoor je de mannen dan ook niet zingen, in deze periode hebben ze alle energie nodig voor de rui. Waarom en hoe zingen en roepen de vogels.
Dat vogels zingen of, kun je beter zeggen fluiten, heeft een functie bij het goed functioneren van de vogel. De zang is meestal melodieus. Opvallend is de vaak herhalend aspect van de zang. Het fluiten en roepen is voor de vogels een communicatiemiddel. Zo proberen ze aan soortgenoten en concurrenten duidelijk te maken wat ze willen of niet willen. Zo fluit het mannetje heel hard om zijn territorium te beschermen, dit gebied is van mij, wordt er medegedeeld aan soortgenoten maar ook aan andere soorten. Communicatie dus. Ook wordt er gefloten en geroepen bij gevaar om soortgenoten en andere vogels te waarschuwen. Vogelzang is een van meest onderzochte diercommunicatievormen. Alle klanktonen die ze voortbrengen hebben een boodschap, dat is wetenschappelijk vastgesteld. Om alle details te kunnen horen, schiet het menselijk gehoor te kort. Iedere vogelsoort kent zijn zang en roep, bij ieder soort zijn ze anders. Dat maakt ook elke soort uniek. Binnen één soort kan de zang ook anders zijn. Tussen twee vogels van dezelfde soort die uit een ander gebied komen, is de zang anders, je zou het kunnen vergelijken met de menselijke dialecten. De zang is ook belangrijk voor de vogel, op momenten dat ze elkaar niet kunnen zien. Via de geluiden die ze maken, staan ze met elkaar in contact. Omwille van hun voortbestaan is de zang ook zeer belangrijk. Met hun zang en roepen trekken ze ook de aandacht van predatoren. Dus hun zang kan gevaarlijk zijn. In de broedtijd speelt de zang een rol bij het verwerven door het mannetje van het vrouwtje. Door de zang kan het vrouwtje bepalen of het een sterk mannetje is om mee te paren. Sterke mannetjes brengen sterke jongen voort. Door sterke jongen voort te brengen is het bestaan van de soort gewaarborgd. De zang van het mannetje speelt ook een rol bij de verdediging van het nest waar het vrouwtje op zit te broeden. Door zijn zang houd het mannetje de predatoren op afstand. Later als er jongen al volgroeid zijn in het ei wordt er al gecommuniceerd met de jongen. Ook horen de jongen in het ei al hoe hun vader zingt. De eerste lessen voor de jonge mannen in het ei. Soorten onderling herkennen zich ook aan de zang. Vaak zingen mannetjes tegen elkaar op, je zou het een soort duel kunnen noemen. Een gevecht, wie is het beste. Vogels zingen op meest diverse plaatsen. De ene soort zingt hoog in een boom de ander in de dichte struiken. Vogels die zingen in de dichte struiken maken met hun zang meer geluid dan in een hoge boom. In de struiken wordt de zang meer gedempt dan hoog in een boom. Het gaat er nu eenmaal om, om gehoord te worden.
Deze wordt ook wel de alarmroep genoemd. De roep bestaat uit korte geluiden. Tussen roep en zang is een verschil in de functie van beide en er zijn enorm veel verschillende roepen waar te nemen. De roep van een vogel is ook een communicatie middel. De roep wordt meestal gebruikt om andere vogels, soortgenoten en andere soorten, te waarschuwen voor gevaar. Door de roep van het vrouwtje hebben de jongen het eerste contact met de oudere vogels als ze nog in het ei zitten. Jonge vogels roepen om voer te krijgen van de oudere vogels. Deze vorm van communicatie is belangrijk als je elkaar niet constant in de gaten kunt houden. De roep klinkt over het algemeen ver, zodat ook op afstand contact onderhouden wordt. Bij de roep heeft iedere klank zijn betekenis. De roep heeft ook een functie bij het formatie vliegen. Hiermee wordt de samenhang in de groep behouden, zodat ze niet tegen elkaar vliegen of welke kant gaan we op. De alarmroep van de vogels is heel herkenbaar en karakteristiek. Bij de meeste vogelsoorten vertonen de klankpatronen sterke overeenkomsten. Heel vaak worden de klankpatronen herhaald. In het bijzonder als gaat om gemeenschappelijke vijanden. De alarmroep bijvoorbeeld voor vijanden op de grond klinkt anders dan voor vijanden uit de lucht. Elk klankpatroon heeft een boodschap. Wetenschappelijk is dat vastgesteld.
Vogels hebben geen stembanden en geen strottenhoofd. De ingeademde lucht trilt met behulp van vibrerende membranen in de syrinx, aan ondereinde van de luchtpijp, bij de splitsing ervan naar de bronchiën. Zo ontstaat de zang. Door het samenspel tussen de kraakbeenvormige membraantjes kunnen vogels in zeer hoge frequenties zingen. De syrinx is het meest ontwikkelde orgaan in de natuur. Dit orgaan komt alleen voor bij zangvogels. De anatomie van de syrinx is bij iedere vogelsoort anders. Dit complexe orgaantje is met behulp van kleine spiertjes aan de vertakking van de luchtpijp bevestigd, bij zangvogels zijn dat wel negen of tien spiertjes. De klanksturing vindt plaats met behulp van die trillende membraantjes die in combinatie met de luchtpijp, de snavel en de luchtzak bij de luchtpijp de karakteristieke zang voortbrengt. De syrinx kan tegelijkertijd links en rechts verschillende geluiden voortbrengen. Het lijkt wel of ze twee strottenhoofden hebben. De bewegingstijd van de syrinxspiertjes zijn zeer snel, kleiner dan 10 milliseconden. Ook de snavel speelt een rol in het voortbrengen van klankpatronen, waarbij de omvang en de vorm van de vogel van belang zijn. De lengte van de luchtpijp is bepalend of een vogel op de verre of kleine afstand hoorbaar is. Hoe langer de luchtpijp, hoe groter de afstand is waar de vogel nog hoorbaar is. Jonge vogels leren de zang van het mannetje op jonge leeftijd. Vogels leren zingen op dezelfde wijze als wij mensen leren praten. Deze vergelijking trok Darwin al zo’n 150 jaar geleden.
Al deze waarnemingen en onderzoeken met betrekking tot de zang en roep van vogels, die allemaal gedaan zijn in Noord Amerika en west Europa, hebben zo’n 10 jaar geleden een behoorlijke wending gekregen. Tot nu toe dacht men dat de zang van de vogels zich in West Europa had geëvalueerd. Nu zijn de onderzoeken en waarnemingen op grotere schaal, buiten Europa en Noord Amerika, gedaan. Ook hier is de gedachte los moeten laten dat alleen mannetjes zouden zingen, ook vrouwtjes zingen bij bepaalde vogelsoorten. 64% van alle zangvogels soorten, zingen de vrouwtjes. Ook de roep is in een ander daglicht komen te staan. Een van de ontdekkingen is dat de zang zich geëvalueerd heeft in Australië. Deze wending heeft in grote lijnen te maken met de uitgebreidere manier hoe men geluiden visueel kan maken heden ten dagen. Met deze nieuwe technieken zijn de complexe geluiden van de zang zichtbaar gemaakt met een spectrograaf. Het geluid is nu beter te analyseren. Wat wij horen van de zang is anders dan wat de vogel zelf hoort. Vogels hanteren een andere tijdschaal, een ander tempo dan wij als mens. Ze kunnen details in hun zang horen, die wij onmogelijk kunnen horen. Voor ons komen deze details pas aan het licht in een spectrogram. Hier door heeft men ook een andere kijk gekregen op de roep van vogels. Die bestaat uit meer details dan we eerder dachten. De vraag is nu, is de roep ook geen onderdeel van de zang. Waarom de zang van vogels zo complex is, weet men nog niet. Er zal nog veel onderzoek moeten plaats vinden.