Door: Wim Schrijver.
2016.
Na jaren met Kapoetsensijzen en Mexicosijzen gekweekt te hebben, wilde ik mijn Amerikaanse sijzen soorten uitbreiden. Mijn keuze viel, zes jaar geleden, op de Columbiasijs. Ik ben begonnen met drie koppels. In de loop der jaren is dat uitgegroeid tot vijf koppels. De resultaten van de kweek zijn naar mijn tevredenheid. Het gaat tenslotte niet om de aantallen, maar om kwaliteitsvogels te kweken. Hoe ik met de Columbiasijzen kweek, wil ik in dit artikel aan jullie duidelijk maken.
Mijn aanpak als voorbereiding op de kweek is bij alle Amerikaanse sijzen gelijk. De kweek met vogels, zeker ook met Amerikaanse sijzen, begint eigenlijk al na de rui van de vogels. Hebben de vogels de rui goed doorstaan, zullen we de vogels goed in conditie moeten houden anders wordt de kweek een fiasco. In de rustperiode zijn bij mij de mannen gescheiden van de poppen. Ik heb daar eigenlijk geen rede voor. De meeste kwekers doen dit zo, dus heb ik dat ook zo gedaan. Buiten het basis voer, een zaad mengeling voor Amerikaanse sijzen van Blattner, krijgen de Columbiasijzen twee maal per week Broccoli en CEDE eivoer. Ze krijgen geen kiemzaad. In een los bakje krijgen ze Chiazaad. Als er jongen zijn meng ik extra wit Perrillazaad door het mengsel van Blattner en door het eivoer meng ik één schepje Aves opfok en kiemzaad. Hierop kom ik later nog terug. Naast broccoli krijgen de vogels alleen in de zomermaanden kruiden zoals weegbree. De bodembedekking bestaat uit schelpenzaad. Voordat ik de vogels in de broedkooien zet, bestudeer ik eerst de kweekregistratie van de afgelopen jaren. Aan de hand hiervan bepaal ik welke vogels er bij elkaar gezet moeten worden. Goede kweekstellen houd ik zoveel mogelijk bij elkaar. Goede kweekstellen brengen niet alleen mooie vogels voort, maar ze moeten ook de jongen goed voeren en wat net zo belangrijk is de vogels moet elkaar liggen. Door het laatste voorkom je vechtpartijen tussen man en pop. Die zeker niet bevorderend zijn voor het broedresultaat.
Rond 10 januari heb ik alle stellen Amerikaanse sijzen gekoppeld, dus ook de Columbiasijzen. De poppen gaan één of twéé dagen eerder in de broedkooien dan de mannen. Dit om vechtpartijen te voorkomen. Ook dit jaar verliep alles weer rustig nadat ik de mannen bij de poppen had gezet. Vanaf nu krijgen de vogels dagelijks een mix van CEDE eivoer, broccoli en kiemzaad. CEDE, en de broccoli vermaal ik in de mixer. Ik kiem negerzaad, dat vierentwintig uur in de week wordt gezet waarna het goed wordt uitgespoeld. Kiemzaad is erg voedzaam en maakt het eivoer rul. Zeker de eerste dagen is vocht belangrijk voor de jonge vogels. Als er jongen zijn, verstrek ik dit eivoermengsel drie keer per dag. Insecten verstrek ik niet aan de vogels. Mijn vogels hebben steeds trosgierst ter beschikking. Dat hebben ze zeer graag. Dat geef ik aan ruifjes aan het voorfront van de kooien. Wat mij elk jaar weer opvalt is dat de jongen niet gevoerd worden met trosgierst. Ik sprak hierover met Aswin Lemmens. Hij gaf aan, zou dat niet kunnen komen doordat het zaad van de trosgierst erg hard is. De jongen kunnen dat moeilijk verteren. Baadwater hebben de vogels altijd ter beschikking, ook in de broedtijd of als er jongen zijn. Naast broccoli krijgen de vogels in de zomermaanden ook onkruiden uit de natuur zoals onder andere weegbree. De bodembedekking is schelpenzand in de broedkooien. De broedkooien hebben de afmetingen; lang 100 cm, diep 50 cm en hoog 40 cm. De temperatuur is gemiddeld zo’n 20 graden in de kweekruimte. Ik bied de vogels in de broedkooien twee mogelijkheden aan om in te broeden, een kanarie traliekastje en een tralienestkorfje. Zo hebben ze de mogelijkheid om te kiezen. Ik scherm de nestmogelijkheden niet af met dennentakken of met ander camouflagemateriaal. Al jaren lang wordt het tralienestkorfje aan de voorzijde van de broedkooi verkozen om in te broeden. De broedende vogel wil overzicht hebben in de broedruimte. Zodoende is de kans kleiner dat ze schrikken als ik in de broedruimte binnen kom. Het nestmateriaal wat de vogels gebruiken bestaat uit kokos, sisal, jute en katoen. Ik koop dit nestmateriaal bij Quiko, art. nr.: 580351 made in Duitsland, deze handelaar staat altijd met een stand op de show in Apeldoorn. Wit nestmateriaal gebruiken ze niet. Ook doe ik een streng tabak in de nestkorfjes onder het touwen nestje. Dit om parasieten te weren in het nest.
Het duurde tot begin februari voor dat de Columbiasijzen aan het bouwen van hun nest begonnen. Het eerste ei werd gelegd op 2 februari. In totaal werden vier eieren gelegd. De eitjes heb ik op 9 februari geschouwd, ik kom niet met mijn vingers aan de eieren, van twee eieren was al duidelijk te zien dat ze bevrucht waren. Op 17 februari heb ik foto’s gemaakt van het nest met vier eieren, die toen alle vier bevrucht zijn. Een van de vier eitjes bleek al aangepikt te zijn, dus aan het uitkomen. Morgen zullen de eieren uit gekomen zijn. Op 18 februari waren er twee eitjes uitgekomen. Op 19 februari waren ze alle vier uitgekomen. Vanaf nu krijgen de vogels dagelijks een mix van CEDE eivoer, broccoli en kiemzaad. CEDE, en de broccoli vermaal ik in de mixer. Ik kiem negerzaad, dat vierentwintig uur in de week wordt gezet waarna het goed wordt uitgespoeld. Kiemzaad is erg voedzaam en maakt het eivoer rul. Zeker de eerste dagen is vocht belangrijk voor de jonge vogels. Als er jongen zijn, verstrek ik dit eivoermengsel drie keer per dag. Trosgierst wordt weinig opgenomen. Naast het zadenmengsel hebben de vogels ook Chiazaad en Cichoreizaad ter beschikking in snoepbakjes aan het voorfront van de kooi. Insecten zoals, diepvries pinkies, krijgen mijn vogels niet. In tegenstelling tot de Mexicosijzen, nemen de Columbiasijzen de eerste twee dagen veel Chiazaad op. Je kunt dan aannemen dat het Chiazaad ook aan de jongen gevoerd wordt. Na twee dagen mag je dat aannemen, de eerste twee dagen wordt er weinig tot niet gevoerd, de jongen moeten eerst de eidooier, die ze mee gekregen hebben uit het ei, verteren. Als er al gevoerd wordt door de ouders is dat in hoofdzaak vocht. Op 25 februari heb ik foto’s gemaakt van de vier jonge vogels. Die zelfde avond heb ik ze geringd met ringmaat 2,7 mm. Ik doe dat ’s avonds, omdat de kans dan kleiner is dat de ouders gaan rommelen met de ringen, omdat ze dan vrij snel gaan slapen. Het valt mij op dat de Columbiasijzen meer Cichoreizaad voeren aan de jongen dan de Mexicosijzen. Een juiste verklaring heb ik op dit moment hiervoor niet. Vanaf de tiende dag is de man de jongen ook gaan meevoeren. De eerste dagen wordt het voeren door de man niet geaccepteerd door de pop.
Het zijn inmiddels mooie jonge vogel geworden. Ze zullen, volgens mij, rond 2 of 3 maart uitvliegen.
En ja hoor, ze zijn 3 maart uitgevlogen.
Als je met succes Amerikaanse sijzen kweekt, zoals ik al in eerdere in kweekverslagen heb gezegd, en dat geldt voor alle soorten vogels, is het niet aan te raden om zaken in de kweek te gaan veranderen. Dit is mijn methode, andere methodes kunnen even succesvol zijn als de mijne. Vogels moeten geleidelijk aangepast worden aan veranderingen. Dat geldt voor zowel voedingsveranderingen als aanpak van het broedproces. Als het goed gaat, is het nooit raadzaam te veranderen.