Blauwe korenbloem.

Door: A. Lemmens.

2019.

De blauwe Korenbloem is een inheemse plant die we heden ten dagen zien in aangelegde stroken langs landbouwvelden. Een plant die veel zaad produceert die graag worden opgenomen door onze vogels. Helaas worden de landbouwvelden nog steeds bespoten met onkruid verdelgende middelen waar de aangelegde stroken wilde bloemen aan grenzen. Hier moeten we dus niet het zaad van de blauwe Korenbloem plukken. De onkruid verdelgende middelen zijn heel slecht voor de vogels. Als we de zaden kopen moeten we er op letten dat deze zaden niet behandeld zijn voor langere houdbaarheid. De producten waarmee de zaden behandeld worden zijn ook slecht voor de vogels. In de handel zijn veel varianten te koop van de blauwe Korenbloem in de meest uiteenlopende kleuren. Waarschijnlijk zijn de zaden waarmee deze planten zijn gekweekt ook behandeld.

Naamgeving:
Wetenschappelijke naam: Centaurea cyanus.
Engelse naam: Cornflower.
Franse naam: Centaurée Bleuet.
Duitse naam: Kornblume.
Centaurea komt uit het Grieks en is genoemd naar de kruidkundige Centaur. Cyanus betekend hemelsblauw.

Beschrijving:

Blauwe Korenbloem behoort tot de familie der composieten. De plant is eenjarig. De bloei ligt tussen juni en augustus. De hoogte varieert tussen de 30 en 60 cm. Geworteld is de plan met één penwortel. De grijsachtige groene stengels groeien recht opstaande en zijn witviltig behaard. Boven aan de stengel zijn kantig vertakt. De zijtakken zijn opgericht. De bladeren zijn langwerpig en groeien direct aan de stengels. Ze zijn 2,5 mm breed en zo goed als niet getand. De onderste bladeren zijn van onderen grijs spinnenwebachtig behaard en hebben een steel. De bloemen zijn tweeslachtig. De alleen staande bloemen zijn blauw van kleur en heel soms wit of paarsrood. De bloemhoofdjes zijn 1,5 tot 3 cm groot. De ongeveer acht onvruchtbare randbloemen zijn veel langer dan de binnenste vruchtbare bloemen. Ze zijn breed trompetvormig. De eironde omwindselbladeren hebben merendeels dezelfde kleur als de stengel en bladeren, behalve de binnenste zijn vaak paars aangelopen. De zwartbruine top van de omwindselbladeren zijn diep kamvormig gerafeld. Het vruchtbeginsel heeft twee stempels. De vruchten hebben een dopvrucht die ook wel noot wordt genoemd. De zaden zijn blauwachtig van kleur met witte strepen en zijn zijdeachtig behaard. De zaden bezitten vruchtpluis van korte bruine borstelharen. De levensduur van de zaden is kort, 1 tot 5 jaar. De plant komt in alle werelddelen voor die een gematigd klimaat hebben. Oorspronkelijk komt de Korenbloem uit het oostelijk Middellandse Zeegebied en Zuidwest Azië. Naast de bloemen kunnen we ook het jonge blad van de plant aan de vogels geven. Ze hebben een licht bittere smaak. De vogels zullen er eerst aan moeten wennen. De zaden kunnen ook gevoerd worden.

Medische aspecten:
Uitwendig:
– Lauwe thee van Korenbloem werkt bij ontstekingen aan ogen.
Inwendig:
– Slijm drijvend.
– Werkt bij leveraandoeningen.
– Werkt bij galaandoeningen.
– Werkt bloedzuiverend.

Inhoudsstoffen:
Van de bloemen:
– Anthocyane als Centaurocyanine.
– Flavonglykosides.
– Apigenin.
– Malonyl-D-glycosyl.
– Beta-D-Glucuronide.
Beta-D-Glucuronide is een enzym dat ontstekingen tegen gaat.