Mijn Amerikaanse sijzen

Door: Arie Stam.

Zo ver ik weet, heb ik mijn hele leven al vogels. Ook als kind zijnde bij mijn moeder thuis. Het begon met een konijn, een duif en toen en kauw en zo zijn er tal van vogels de revue gepasseerd. Een hond mocht ik niet, “dat doe je maar wanneer je getrouwd bent”, was het mijn moeder me vertelde. Wel nu, zo-gezegd-zo-gedaan.

ariestam

Ik kweekte veel kapoetsen- en Yarrel sijzen. Dat ging mij goed af. Ik wilde echter meer bijzondere sijzen in mijn bezit hebben. En dit werden de Columbia- en groenrug sijzen. De Columbia sijzen heb ik gekocht in Duitsland en in België. Mijn groenrug sijzen komen uit Denenarken. Op deze manier mag je toch verwachten dat de vogels onverwant aan elkaar zijn. Deze gedachte bleek juist te zijn. Ik had de vogels in twee vluchten gedaan, (afm. 80x100x150) zodat ik de vogels goed kon observeren. Want dat vind ik heel belangrijk. De mannen bij de mannen en de poppen bij de poppen. Elke vogel voorzien van een twee-kleuren-ring, die allemaal verschillend zijn. Zo vang ik nooit de verkeerde vogel die ik daar weg wil hebben en herken de vogel dus aan zijn/haar ring.

stam

Huisvesting:
Na verloop van jaren, (ik ben nu 67) heb ik de boel goed voor elkaar. Een bovenverdieping met dakkapel op het zuiden. Dus volop de zon. Tl-verlichting met automatische dimmer en broedkooien van een goed merk (80x50x40). Voorfronten wit gemoffeld, lades en morsgoten in kleur en in iedere kooi een sepia. Hier boor ik een gat in en schuif het om de stok en schuif deze vervolgens tegen de achterkant van de kooi. Ook een bakje mineraal en grit.

Nestgelegenheid:
In iedere kooi hang ik een harzer kanarie kooitje (met tralies). Deze heb ik met een spuitbus donker groen gespoten. Aan de andere kant van het kooitje hangt een nestkorfje. Dit hangt aan het voorfront, want ik heb de ervaring dat sijzen toch kiezen voor een lichte plaats.

ariestammm

Bodembedekking:
Bij ons in Egmond is er zand aan overvloed. Altijd duinzand met vele mineralen, hele fijne schelpjes. Ik heb altijd een metselkuip met droog duinzand in voorraad. Eens per twee weken zuig ik voer- en strontrestjes op met de stofzuiger en vul de lades weer aan met schoon zand. Ook onder en achter de lades maak ik alles goed schoon. Ik houd van schoon en netjes. Resultaat is dan ook een keurig aanzicht en nooit last van bijvoorbeeld bloedluis.

Nestmateriaal:
Dat moet je uitproberen. Ik heb drie soorten en dit is allemaal te koop in de handel. Ik doe van alles wat in een korfje en hang dit aan de buitenkant van de kooi / vlucht. Vervolgens druk ik er een bolletje witte watten tussen. Dit is vaak het eerste waar de vogels aan beginnen te trekken en is een lust voor het oog. (voorheen kweekte ik ook zwarte sijzen. En een zwarte sijs op een gele teunisbloem met witte watten in zijn snavel is echt een “plaatje”).

Voeren:
Van alles geprobeerd. Ook qua prijsklassen, maar voor mij is Bladner A1 toch het beste voer. Ik geef iedere dag vers water en voer. Ruim een Aves-schepje per vogel. Zo geef ik nooit te veel, maar zeker ook niet te kort. Daarnaast in een klein bakje een schepje eivoer gemengd met kiemzaad en groenvoer. Voor eivoer gebruik ik Orluse, 1 pak kanarie + 1 pak wildzang. Ik meng het en bewaar het in een voorraadbus. Zo heb ik mooi droog eivoer voor mijn sijzen. Maar ik voer natuurlijk geen droog eivoer. Om een en ander toe te lichten, volgt hieronder een voorbeeld van hoe ik te werk ga bij het voeren.

Voorbeeld:
15 eetlepels eivoer in een tupperwear bakje. Twee hardgekookte (ca. 7 minuten) eieren, plus weinig spirulina. Dat bewaar ik in de koelkast en heb ik voor ongeveer 5 dagen genoeg. Langer kun je het toch niet bewaren. Al na gelang het aantal (stel) vogels, ga ik alsvolgt te werk: voor 4 vogels 6 schepjes eivoer uit de koelkast, + 6 schepjes kiemzaad uit de koelkast. Dit stop ik in een rond tupperwear bakje. Ik neem wat groenvoer, enkele knoppen muur, broccoli of een blaadje andijvie. Ik vouw dit tussen de duimen en knip met een schaar de boel heel fijn boven het bakje met eivoer en kiemzaad. Deksel er op en goed schudden zodat het goed gemengd wordt. Stel dat je iets wil toe voegen, hetzij vitaminen of bijvoorbeeld calcium dan is alles maar dan ook alles goed vermengd.

Nestelen:
Ik doe zelf in iedere nesthouder een nestje met nestmateriaal. Dus ik vorm zelf een alvast een nestje en dat werkt goed. Zijn de vogels glad en gezond dan zie je al snel witte watten op de grond en meer nestmateriaal in het nest. Maar niet zelden wordt het afgebroken en gaan ze verder met ander nestmateriaal. Wanneer er een mooi kommetje gemaakt is dan is het nest klaar en is er al veel gewonnen. Een sepia hangt het hele jaar in de kooi. Zo ook een bakje mineraal. Ook maagkiezel mag hier niet ontbreken. Wanneer de pop haar eerste eitje legt, dan haal ik dit weg en leg er een kunsteitje voor terug. En zo verder tot zij haar 4e eitje heeft gelegd. Dan leg ik al haar echte eitjes weer terug. Dit heeft twee voordelen: Als de man het eitje uit het nest kiept, dan is het maar een kunstei en kun je de nodige maatregelen nemen aangaande de man. Het tweede voordeel is dat de jongen gelijk uit komen. Wanneer het broeden begonnen is, blijf ik de vogels goed observeren. Blijft de man rustig en voert hij de pop op het nest, dan gaat het goed. Blijft de man achter de pop aanjagen dan schijf ik een “schuifje” van gaas tussen beiden. Of bijvoorbeeld een TT-kooi in de vlucht waar ik de man in plaats. Dit gaat bijna altijd goed. Na 3 dagen broeden kun je met een geoefend oog zien of de eitjes bevrucht zijn, maar na 5 dagen kun je het zeker zien. Zijn meerdere eitjes bevrucht dan kan je dag niet meer stuk. Blijf dan vooral doen wat je altijd al deed en ga niet extra voeren, want dan wordt de man te fel en hitsig, met alle nare gevolgen van dien. Wanneer de eitje onbevrucht zijn, dan laat ik de pop haar tijd uitdienen, net als in de natuur. Als kleien kweker en vogelliefhebber wordt je daar niet vrolijk van. Het is uithuilen en de vogels zullen opnieuw moeten beginnen. Maar gelukkig voor de kweker is er een excuus. Het weer, de luchtdruk??, maar ik zoek het toch maar bij mezelf. Misschien zijn de vogels te oud, of juist te jong. Of de vogels passen toch niet zo goed bij elkaar. Heb je een goed stel en zijn de jongen uitgekomen dan ga ik alsvolgt te werk. Meerdere keren voeren. En 3 keer per dag hetzij een takje muur, wat kiemzaad of eivoer. Alles met mate. Ik heb de ervaring dat de pop vaker van het nest gaat en daardoor ook vaker voert. Na 5-6 dagen worden de vogels geringd. Bovendien wordt de toen nog driftige man herenigd met zijn vrouw.

PS: De vogels worden geringd door mijn eigen vrouw, maar ik verzaak wel eens het type vogel of nummer te noteren. Tip: ringen en meteen noteren, dan hoef je later niet te denken wat was nou wat. Ik (Arie Stam) kweekte met 3 stel Groenrugsijzen 23 jongen en met 4 stel Columbia sijzen 17 jongen. Ik ben lid van de WAS en mijn kweeknummer is BEC151.