Kordillensijs

Spinus uropygialis

Spinus uropygialis
*klik de afbeelding voor een grotere weergave

Beschrijving
De man en pop van de deze sijzensoort zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Men noemt deze sijs ook wel geelstuitsijs. De ringmaat van deze sijs is 2,7mm, het gewicht 14,5-15 gram en de lengte 12,5-13 cm.

Man
De kop is zwart met een lichte olijfgroene schijn. De hals, nek, kin, rug en bovenste helft van de borst is zwart. Het zwart van de borst loopt scherp afgetekend tot onder de vleugelschouder. De stuit is helder geel met zwarte vlekjes. De staart is zwart, met helder gele staartvlaggen, die gevormd worden door de halverwege omzoomde buitenste staartpennen. De onderste helft van de borst, de buik, de onderbuik en de onderstuit zijn geel met een lichte olijfgroene teint. De rug en de nek hebben over het zwart een lichte olijfgroene schijn. De vleugels zijn zwart, de tweede rij vleugeldekveren zijn aan het uiteinde helder geel, ze vormen samen een gele diagonale streep over de vleugel, die aan de buitenzijde van de vleugel samenkomt met de vleugelspiegel. De vleugelspiegel wordt gevormd door de geel omzoming van de buitenste vleugelpennen. De binnenste vleugelpennen zijn aan het uiteinde voor de helft geel omzoomd en vormen samen een geel raster. De binnenste drie vleugelpennen zijn aan de buitenzijde wit omzoomd. De poten zijn donker en de snavel is huidkleurig.

Pop
Zoals al eerder gezegd lijken man en pop veel op elkaar, zeker wat betreft de tekening. Alleen bij de tekening van de borst ziet men een verschil. Bij de vleugelschouder loopt het zwart op de borst niet zover naar beneden als bij de man. In kleur verschillen man en pop wel enigszins. De pop is op de rug iets bruiner van kleur, verder is de kleur in het geheel wat valer. De onderbuik en de onderstuit zijn gelig wit. De stuit is ook veel bruiner geel. De eerste rij vleugeldekveren zijn aan het uiteinde wit omzoomd, samen vormen ze een extra rastertje in de vleugel. Het jong: lijkt op de pop maar is veel bruiner. Het geel in de vleugels en de staart is minder

Verspreidingsgebied
Het is een vogel van de Andes, komt voor in centraal en zuid Peru, het westen van Bolivia, in west Argentinië en ook in centraal en noord Chili. In zuid Peru komen ze voor samen met de magellaansijs, waar ze ook wel mee hybridiseren.

Leefomstandigheden
Deze sijs komt voor in de tropische gebieden van de Andes, tussen de 2500-3500 meter. Buiten het broedseizoen leven ze lager. Hun voedsel vinden ze op de berghellingen, licht bebost terrein, heide terreinen, beboste ravijnen of ook wel op gecultiveerde velden. Ze broeden in gebieden met struiken op of de verticale kliffen van de bergen. Buiten het broedseizoen verplaatsen ze zich in kleine groepjes.

Voeding in de natuur
Hun voedsel bestaat uit veel verschillende zaden en wat insecten, die ze zoeken op de grond.

Zang
De zang is een goed melodieus geheel, dat veel lijkt op de zang van de treursijs. Zo nu en dan afgewisseld met vocaal gekwetter.

Trek
De sijs is tot op zekere hoogte een migrant. Buiten het broedseizoen, van april tot oktober, leven ze lager op ongeveer 500 meter, tot zelfs op zeeniveau. Andere vogels van dit soort leven ook veel hoger tot zelfs 400 meter, wat natuurlijk te maken heeft met het vinden van voedsel en de weersomstandigheden.

Ondersoorten
Deze sijzensoort kent geen ondersoorten.

Terug naar Soorten index >>