Ge de Beer.

Door Ge de Beer

2017.

Op een bijeenkomst van de Werkgroep Amerikaanse Sijzen zag ik voor het eerst Yarrelsijzen. Ze zaten in de verkoopklasse maar waren al verkocht. Nadat ik er een paar artikeltjes over gelezen had en ik het toch een erg fraai vogeltje vond besloot ik een paar koppels aan te schaffen voor de kweek. Na contact gezocht te hebben met een van de leden kocht ik eind 2013 op de bijeenkomst van de WAS 2 koppels onverwante Yarrelsijzen. Ik heb de vogels afzonderlijk opgekooid en na ruim een half jaar toen ze broedrijp waren heb ik de vogels gekoppeld. Ze werden in kooien van 120 cm X 40 cm x 40 cm geplaatst. De eerste 2 dagen werd er met tussenpozen gevochten. Als het te heftig werd dan werd een schuif/schot geplaatst die de kooi in tweeën deelde. Na die 2 dagen keerde de rust terug. De vogels accepteerden elkaar beter en het duurde niet lang of de mannen voerden de popjes. Vervolgens heb ik 2 verschillende nestgelegenheden aangeboden. Er werd een hangnestje met een inlegnestje aan de binnenzijde van het voorfront gehangen. Aan de buitenzijde van het voorfront hing ik een plastic kanarie nestkastje met inlegnestje. Vervolgens heb ik het nestmateriaal verstrekt en verder afgewacht. Dat nestmateriaal verstrek ik niet in een ruifje maar in een plastic korfje waar je het materiaal in kunt proppen. De vogels moeten het eruit trekken maar je voorkomt op die manier nogal wat geknoei.

Het duurde niet lang of popje 1 begon een nestje te maken. Ze koos daarvoor het hangnestje aan de binnenkant van de kooi uit. Binnen 3 dagen was er een perfect gevormd nestje gebouwd. Een week later begon ook de andere pop te nestelen. Deze pop koos het nestkastje dat aan het voorfront van de kooi hing. Er ging toch zeker een week voorbij voordat het nest af was. Om ongelijktijdig uitkomen van de eieren te voorkomen raapte ik de eitjes. Ik leg er kunsteitjes voor in de plaats. Na het leggen van het 4e eitje worden de eitjes weer teruggelegd.

Koppel 1 had 4 eitjes. Daarvan was er 1 ei bevrucht. Dat ene jong groeide voorspoedig en kon op de 5e dag geringd worden. (2,5 mm) Van het andere koppel legde de pop 3 eieren. Helaas waren alle 3 de eieren onbevrucht

De 2e ronde van koppel 1 liet lang op zich wachten. Pas begin juli werden er 4 eieren gelegd. Ze bleken alle 4 bevrucht te zijn. Echter een dag voordat de eieren uit zouden komen trof ik een kapot ei op de bodem van de kooi aan. Ik zag ook dat de man de pop op het nest lastig viel. Ik heb de man meteen afgezonderd door de schuif te plaatsen die de kooi in tweeën deelt. Deze gebeurtenis maar ook een zelfde ervaring in het verleden met Magellaansijs mannen zijn voor mij reden om bij de Yarrelsijzen, nadat het 4e ei gelegd is, de man apart te zetten. Hiermee wil ik niet zeggen dat dat bij iedere man nodig is. Ieder man is verschillend. Bij de Kapoetsensijzen heb ik het nooit meegemaakt, maar een andere kweker
weer wel. Het is ook een kwestie van veel observeren maar niet iedereen heeft die mogelijkheid. We gaan weer verder waar we gebleven waren: de 3 eieren kwamen uit en de jongen werden goed door de pop gevoerd. Twee jongen kon ik ringen. Het derde jong was te groot en zelfs ringmaat 2,7 mm was te klein. Alle drie groeiden ze voorspoedig op en waren op 5 september zelfstandig.

Het 2e koppel had in mei 4 eieren. Daarvan waren er 3 bevrucht. De jongen kwamen op 19 mei uit en konden op 25 mei geringd worden. Ze groeiden verder zonder problemen op.

Koppel 1 liet het verder dat jaar afweten maar koppel 2 was nog wel in voor een derde ronde. Er werden 4 eieren gelegd. Daarvan waren er 4 bevrucht. Er werden 3 jongen geboren waarvan er een enkele dagen later spoorloos verdwenen was. Resultaat 2 uitgevlogen jongen.

Koppel 1: 1e ronde 1, 2e ronde 3 = 4 jongen
Koppel 2: 1e ronde 0, 2e ronde 3 en de 3de ronde 2 = 5 jongen
Het resultaat in 2014 was 9 jongen van 2 koppels. Ik was meer dan tevreden.

In 2015 van 3 koppels: 1e ronde 7 De 2e ronde 3 en de 3de ronde 5 jongen. Totaal 15 jongen
In 2016 van 3 koppels: 1e ronde 7 De 2e ronde 5 en de 3de ronde 7 jongen. Totaal 19 jongen waarvan de meeste mannen waren.

Bijzonderheden/pechgevallen: 2 even oude jongen in het nest. Eentje vliegt uit, de ander zit achterstevoren in de nestopening. Dat jong werd niet gevoerd en stierf. Een jong na een dag dood in het nest. Van een ander nest een jong spoorloos. Van datzelfde koppel een nest later precies hetzelfde. Sommige jongen een dag na het uitkomen dood in het nest. Het is geen luis aangezien ik al ruim 4 jaar een luisvrije kweekruimte heb.

HUISVESTING:
De Yarrelsijzen zitten in broedkooien van 120 cm x 40 cm x 40 cm. De kooien kunnen middels een schuif in tweeën gedeeld worden. De man gaat na het 4e ei apart en wordt er weer bij gelaten als de jongen uitgevlogen zijn. Na het uitvliegen komen de jongen in een binnenvlucht van 2,40 meter x 40 cm diep en 90 cm hoog. De vlucht kan in tweeën gedeeld worden en heeft ramen die geopend kunnen worden. Afhankelijk van de warmtebehoefte (winter) staat er een verrijdbare radiatorkachel. De temperatuur is in de winter gemiddeld 16 graden. In de zomer kan de temperatuur behoorlijk oplopen. De Yarrelsijzen vinden dat wel prettig. Het dak is van dubbelwandige polycarbonaatplaat met daarop transparante golfplaten. Al met al een heel lichte zonnige kweekruimte.

VERLICHTING:
Inmiddels LED verlichting. In het midden van de kweekruimte (gangpad) 3 stuks van 50 cm breed op een lengte van 3 meter en op het zijstuk van het kweekhok ook 3 strips van 50 cm op een lengte van 3 meter. Hoewel de onderste kooien pas op een hoogte van 50 cm beginnen vangen ze toch minder licht. Middels een dimmer gaat de verlichting s’ ochtends om 6 uur aan. Er is gedurende het hele jaar door 15 uur verlichting.

VOEDING:
Amerikaanse sijzenzaad (gerantsoeneerd). Eivoer: 2 delen CEDE eivoer met 1 deel CEDE proteinenmix met wat Spirulina erdoor.
(op 1 kg 10 maatschepjes spirulina) Als er jongen zijn geef ik 2x per dag eivoer) 2 x per week Chiazaad. (als er jongen zijn iedere dag, het wordt tot de laatste korrel gegeten) 2 x per week cichoreizaad, 1 x per week een mengeling van putter/onkruidzaad. 1 x per week witlof, 1 x per week broccoli een stukje appel – komkommer – chinese kool. (om verveling bij de mannen die apart zitten te voorkomen geef ik ze regelmatig tussendoor een stukje komkommer. Sommigen eten het binnenste maar er zijn er ook bij die de hele schil er af pellen). Verder grit, kiezel, sepia. Buiten de broedperiode krijgen de vogels 2x per week eivoer.

DRINKWATER:
Iedere dag vers drinkwater. Om besmetting tijdens ziekte te voorkomen (gelukkig nog nooit meegemaakt) worden de flesjes terug geplaatst aan de kooi waar ze aanhingen. Ik heb 2 sets drinkflesjes. Op vrijdag gaan de drinkflesjes maar ook de eivoerbakjes en andere vuile bakjes in een bak water met flink wat bleekwater (chloor) dat blijft zo’n 4 uur staan en wordt dan uitgespoeld.

BODEMBEDEKKING:
Houtsnippers. In de broedperiode worden de houtsnippers vervangen door zand om te voorkomen dat de houtsnippers tijdens de nestbouw in het nest belanden en daardoor de eieren beschadigen. Ik heb nog informatie ingewonnen over het gebruik van golfkaron maar dat werd me afgeraden omdat dat door en met name broedlustige sijzen gesloopt zou worden.

LEVEND VOER:
Ik geef geen levend voer. De Yarrelsijzen brengen de jongen prima zonder levend voer groot.

Enkele opmerkingen: over de afgelopen 3 kweekseizoenen met de Yarrelsijzen:

• Als een koppel niet klikt dan niet blijven proberen. Indien mogelijk de mannen verwisselen.
• Hoe groter de kooien (links-rechts) des te beter voor de ontwikkeling van de jonge vogels.
• Het afgelopen jaar ben ik Chia zaad bij gaan voeren zodra er jongen waren. Ik heb de indruk gekregen dat de jongen daarvan sterker worden.
• Observeren! Ik ben er van overtuigd dat als ik meer tijd had voor observatie ik eerder had kunnen ingrijpen/ongelukjes had kunnen voorkomen.
• Bij warm weer en enkele dagen voor het uitkomen van de eieren de eieren met een plantenspuit bevochtigen.

Twijfel; Na het 4e ei de man apart zetten?? Ik twijfel, ik doe dat liever niet. Misschien dat ik het toch nog eens probeer de man er bij te laten zitten.

Na 3 kweekjaren kan ik wel stellen dat de Yarrelsijs voor mij een blijver is. Het is en een prachtig vogeltje met zijn petje en pittige karakter. En zeker niet te vergeten : zijn zang. Als ze ‘s ochtends met zijn allen zitten te zingen: prachtig!

Ik wens iedereen een goed kweekseizoen!